ECLI:NL:RBZUT:2005:AT9990
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Borgerhoff Mulder
- A. de Bie
- J. Draisma
- Rechtspraak.nl
20 jaar gevangenisstraf voor dubbele moord in Ruurlo
In de zaak tegen de verdachte, die op 1e kerstdag 2004 zijn vrouw en schoonmoeder in Ruurlo heeft vermoord, heeft de rechtbank Zutphen op 26 juli 2005 een vonnis uitgesproken. De verdachte heeft zijn slachtoffers met een vuurwapen door het hoofd geschoten, wat leidde tot hun overlijden. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van moord, omdat de verdachte met voorbedachten rade handelde. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van getuigen, het sectierapport van de patholoog en de verklaring van de verdachte zelf. De verdachte had eerder zijn vrouw en schoonmoeder bedreigd, wat de rechtbank als een aanwijzing voor zijn opzet beschouwde.
De rechtbank nam ook de psychologische toestand van de verdachte in overweging. Een rapport van het Pieter Baan Centrum concludeerde dat de verdachte lijdende was aan een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis, wat zijn toerekeningsvatbaarheid verminderde. Desondanks oordeelde de rechtbank dat de ernst van de feiten een lange gevangenisstraf rechtvaardigde. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 20 jaar op, waarbij ze de mogelijkheid van levenslange gevangenisstraf overwogen, maar besloot dit niet op te leggen vanwege de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De rechtbank gelastte ook de onttrekking aan het verkeer van het vuurwapen dat gebruikt was bij de moorden. De uitspraak benadrukte de impact van de daden van de verdachte op de nabestaanden en de samenleving, en de rechtbank vond dat de straf niet volledig recht deed aan de ernst van de gepleegde feiten.