ECLI:NL:RBZUT:2005:AU2276

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
8 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/801197-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van leraar basisschool wegens ontucht met minderjarige

Op 8 september 2005 heeft de politierechter van de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een leraar van een basisschool in Lochem, die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige. De verdachte, geboren te [plaats] op [geboortedatum], werd ervan beschuldigd in de periode van 1 augustus 2003 tot en met 19 november 2003 en van 20 november 2003 tot en met 31 december 2003 verschillende seksuele handelingen te hebben gepleegd met een leerling van zijn school, die op dat moment nog geen twaalf jaar oud was en later ook met een leerling die de leeftijd van twaalf maar nog niet die van zestien had bereikt. De tenlastelegging omvatte onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer en het betasten van haar lichaam. De verdachte heeft de beschuldigingen ontkend.

Tijdens de zitting op 6 september 2005 zijn de verklaringen van zowel het slachtoffer als de verdachte besproken. De politierechter oordeelde dat, hoewel er overeenkomsten waren in de verklaringen, er ook wezenlijke tegenstrijdigheden waren. Het overige bewijs bestond voornamelijk uit verklaringen die terug te voeren waren op mededelingen van het slachtoffer zelf of die betrekking hadden op andere, deels betwiste, zaken. De politierechter concludeerde dat de bewijsvoering niet voldoende was om tot een veroordeling te komen.

Uiteindelijk heeft de politierechter geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend was bewezen dat hij het tenlastegelegde had begaan. De verdachte werd dan ook vrijgesproken van alle beschuldigingen. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. M. van Harreveld, in aanwezigheid van mr. Althoff, griffier, op de openbare terechtzitting van 8 september 2005.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
politierechter
Parketnummer: 06/801197-05
Uitspraak d.d.: 8 september 2005
Tegenspraak / DIP
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode plaats], [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
6 september 2005.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 augustus 2003
tot en met 19 november 2003 in de gemeente Lochem en/of elders in Nederland,
met [slachtoffer] (geboren op [datum]), die
toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer
handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
hebbende verdachte (telkens) opzettelijk
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gestoken/gebracht en/of
- die [slachtoffer] op haar mond gekust en/of
- de buikstreek en/of de borst(en) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld en/of
- zich door die [slachtoffer] op zijn mond laten kussen;
art 244 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 augustus
2003 tot en met 19 november 2003 in de gemeente Lochem en/of elders in
Nederland,(telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of
opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] [slachtoffer] (geboren op [datum]),
immers heeft hij, verdachte, - als onderwijzer van Basisschool [naam]
waar die [slachtoffer] toen leerling was - (telkens) opzettelijk
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gestoken/gebracht en/of
- die [slachtoffer] op haar mond gekust en/of
- de buikstreek en/of de borst(en) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld en/of
- zich door die [slachtoffer] op zijn mond laten kussen;
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 249 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 november 2003
tot en met 31 december 2003 in de gemeente Lochem en/of elders in Nederland,
met [slachtoffer] (geboren op [datum]), die
de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
(telkens) buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die
(telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen
van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte (telkens) opzettelijk
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gestoken/gebracht en/of
- die [slachtoffer] op haar mond gekust en/of
- de buikstreek en/of de borst(en) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld en/of
- zich door die [slachtoffer] op zijn mond laten kussen;
art 245 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 20 november 2003 tot en met 31 december
2003 in de gemeente Lochem en/of elders in Nederland,
(telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer]
(geboren op [datum]),
immers heeft hij, verdachte, - als onderwijzer van Basisschool [naam]
waar die [slachtoffer] toen leerling was - (telkens) opzettelijk
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gestoken/gebracht en/of
- die [slachtoffer] op haar mond gekust en/of
- de buikstreek en/of de borst(en) van die [slachtoffer] betast en/of gestreeld en/of
- zich door die [slachtoffer] op zijn mond laten kussen;
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 249 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Vrijspraak
Naar het oordeel van de politierechter is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Ter toelichting wordt overwogen, dat de verklaringen van [slachtoffer] [slachtoffer] en verdachte weliswaar deels overeenstemmen, maar dat deze op voor de beoordeling wezenlijke punten strijdig zijn, terwijl het overige bewijsmateriaal slechts bestaat in verklaringen, die zijn terug te voeren op mededelingen van [slachtoffer] [slachtoffer] zelf of die betrekking hebben op, deels betwiste, aangelegenheden van andere aard dan het tenlastegelegde.
Hoewel een dergelijke situatie bij vervolging van zedendelicten niet ongewoon is en deze niet in de weg behoeft te staan aan een veroordeling, wordt de onderhavige zaak in zodanige mate gekenmerkt door factoren die het zicht op de ware toedracht bemoeilijken, dat de voor een bewezenverklaring noodzakelijke overtuiging niet is bereikt.
BESLISSING
De politierechter beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen mr. Van Harreveld, politierechter, in tegenwoordigheid
van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 september 2005.