ECLI:NL:RBZUT:2005:AU6088

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
15 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/460374-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. de Bie
  • A. Hemrica
  • J. van Baaren
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doodslag door moeder op kind met ontoerekeningsvatbaarheid en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 15 november 2005, stond een moeder terecht die beschuldigd werd van de doodslag op haar kind. De verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum], heeft op 30 juni 2005 in de gemeente Winterswijk haar kind, [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]), van het leven beroofd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met opzet en na kalm beraad de keel van het slachtoffer heeft dichtgeknepen en deze handelingen heeft verricht met een theedoek en een koordje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het delict leed aan een ernstige depressie met psychotische kenmerken, wat leidde tot haar ontoerekeningsvatbaarheid. Dit werd ondersteund door een multidisciplinair rapport van psycholoog P.M.F. Brookhuis en psychiater A. Pen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gedragingen van de verdachte volledig te herleiden zijn tot haar psychische stoornis en dat zij niet in staat was tot bijsturing van haar gedrag. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en heeft besloten tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, omdat deze konden dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven. De beslissing is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 36d, 37 en 287 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit mrs. De Bie, Hemrica en Van Baaren, en is openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/460374-05
Uitspraak d.d.: 15 november 2005
tegenspraak / dip + oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in de Foba te Amsterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 november 2005.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
De rechtbank heeft de verzoeken van de raadsman en van de familie van verdachte tot behandeling met gesloten deuren afgewezen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 30 juni 2005 in de gemeente Winterswijk opzettelijk en met
voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet,
- met haar, verdachte's, hand(en) de keel van voornoemde [slachtoffer]
dichtgeknepen en/of (vervolgens) langdurig dichtgedrukt gehouden en/of
- een theedoek om zijn nek gedaan en/of deze theedoek (vervolgens) strak/dicht
(aan)getrokken om de nek/hals van deze [slachtoffer] en/of
- een koord(je)/touw(tje) om de hals van voornoemde [slachtoffer] geslagen,
althans gedaan en/of (vervolgens) dat koord(je)/touw(tje) strak/dicht
(aan)getrokken om de nek/hals van deze [slachtoffer] en/of (vervolgens)
langdurig strak/dicht (aan)getrokken gehouden,
althans voornoemde [slachtoffer] gewurgd en/of verwurgd,
tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 289 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het impliciet primair tenlastegelegde heeft begaan, aangezien tijdens het onderzoek ter terechtzitting niet is gebleken dat verdachte [slachtoffer] met voorbedachte rade van het leven heeft beroofd. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het impliciet subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
zij op 30 juni 2005 in de gemeente Winterswijk opzettelijk [slachtoffer] (geboren [geboortedatum]) van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet
- met haar, verdachte's, handen de keel van voornoemde [slachtoffer] dichtgeknepen en vervolgens langdurig dichtgedrukt gehouden en
- een theedoek om zijn nek gedaan en deze theedoek vervolgens strak/dicht
(aan)getrokken om de nek/hals van deze [slachtoffer] en
- een koordje om de hals van voornoemde [slachtoffer] gedaan en vervolgens dat koordje strak/dicht (aan)getrokken om de nek/hals van deze [slachtoffer] en vervolgens langdurig strak/dicht (aan)getrokken gehouden, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Doodslag.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een multidisciplinair rapport opgemaakt, bestaande uit een rapport van de psycholoog P.M.F. Brookhuis, gedateerd 19 oktober 2005, en een rapport van de psychiater A. Pen, gedateerd 20 oktober 2005.
Uit voornoemd multidisciplinair rapport komt onder meer naar voren - zakelijk weergegeven - dat verdachte ten tijde van het delict lijdende was aan een ernstige depressie met psychotische kenmerken. Daarnaast was en is er sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis.
Door familie en vrienden wordt verdachte omschreven als een zorgzame, warme vrouw, met een hoog empathisch vermogen en een warme belangstelling voor haar omgeving. Verdachte had een zeer hechte, mogelijk symbiotische relatie met haar enig kind, dat zij de eerste twee jaren van zijn leven alleen heeft verzorgd. In 2001 zijn verdachte en de vader van [slachtoffer] gaan samenwonen. De manische depressiviteit, waaraan de vader van [slachtoffer] leed, vormde een grote belasting voor verdachte; na een periode van overbelasting, die zich uitte in overspannenheid, verbrak zij de relatie met [slachtoffer]s vader in het najaar van 2004. Vervolgens overleden in het voorjaar van 2005 haar beste vriendin alsmede de broer van de vader van [slachtoffer]. Door deze zeer traumatische ervaringen werd de spankracht van verdachte gebroken. Zij decompenseerde en raakte in een toestand van een psychotische depressie, waarin haar perceptie van de werkelijkheid volledig werd vervormd. Verdachte leefde in de vaste overtuiging dat het bestaan van haar zoon uitzichtloos was, zoals ze ook haar eigen toekomst als uitzichtloos beleefde. Ze kon het kind slechts beleven als een deel van haar depressieve zelf. Ondanks het feit dat verdachte enige tijd opgenomen is geweest en familie en vrienden haar waar mogelijk hebben ondersteund, zag zij die bewuste avond de dood als enige uitweg. De gedragingen van verdachte zijn geheel te herleiden tot de hiervoor genoemde stoornis en problematiek en verdachte is in het geheel niet tot bijsturing van het gedrag in staat geweest.
Met de conclusie van deze gedragsdeskundigen, te weten: verdachte dient voor het haar ten laste gelegde delict volledig ontoerekeningsvatbaar geacht te worden, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Het bewezenverklaarde feit kan verdachte derhalve niet worden toegerekend. Verdachte dient daarvan dan ook te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden oplegging van de maatregel in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Uit voornoemd multidisciplinair rapport blijkt dat de kans op recidive verwaarloosbaar klein is te achten, omdat het delict gebonden was aan een unieke situatie die zich niet licht zal herhalen.
Als gevolg van haar diepe schuldgevoel en haar wanhoop om alleen verder te moeten is het suïciderisico groot. Geadviseerd wordt een verplichte klinisch psychiatrische behandeling op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis voor de maximale duur van een jaar.
Nu het bewezenverklaarde wegens een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens niet aan verdachte kan worden toegerekend en zij gevaarlijk is voor zichzelf, zal de rechtbank het advies van de gedragsdeskundigen overnemen en beslissen als na te melden.
In beslag genomen voorwerpen
De rechtbank heeft kennisgenomen van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, welke staan vermeld op de lijst die als bijlage II is bijgevoegd.
De onder 1 tot en met 18 op de lijst van in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane misdrijf werden aangetroffen en deze aan verdachte toebehorende voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke misdrijven althans door verdachte kunnen worden gebruikt om zich van het leven te beroven, zodat deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 36d, 37 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het impliciet primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het impliciet subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld.
Verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat verdachte voor het bewezenverklaarde van alle rechtsvervolging.
Gelast dat verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis zal worden geplaatst voor een termijn van 1 jaar.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de onder 1 tot en met 18 op de lijst van in beslag genomen, nog niet teruggegeven genoemde voorwerpen (bijlage II).
Aldus gewezen door mrs. De Bie, voorzitter, Hemrica en Van Baaren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Veenstra, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 november 2005.