ECLI:NL:RBZUT:2005:AU7855
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van ouderlijk gezag en omgangsregeling na echtscheiding
In deze zaak verzoekt de vader om wijziging van het ouderlijk gezag en de omgangsregeling met betrekking tot zijn minderjarige kind, geboren uit een eerder huwelijk dat inmiddels is ontbonden. De ouders zijn op [huwelijksdatum en -plaats] met elkaar gehuwd en de echtscheiding is uitgesproken door de rechtbank 's-Hertogenbosch op 4 juni 2004. De beschikking is op 29 juli 2004 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Gendringen. De minderjarige verblijft bij de moeder in Spanje, terwijl de vader in Nederland woont. De vader stelt dat de moeder niet bereid is om medewerking te verlenen aan de eerder vastgestelde omgangsregeling, die op 1 juni 2005 door de rechtbank is vastgesteld. Hij verzoekt de rechtbank om hem alleen te belasten met het ouderlijk gezag en de hoofdverblijfplaats van het kind bij hem te bepalen. De rechtbank dient te toetsen of zij bevoegd is om het verzoek te behandelen, waarbij artikel 8 van de Verordening (EG) nr. 2201/2003 van belang is. De rechtbank overweegt dat, hoewel het kind zijn gewone verblijfplaats in Spanje heeft, er voldoende nauwe banden zijn met Nederland, gezien de Nederlandse nationaliteit van het kind en de betrokkenheid van de Raad voor de Kinderbescherming. De vader wordt in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek verder aan te vullen en de zaak wordt aangehouden tot de pro forma zitting van 21 december 2005.