ECLI:NL:RBZUT:2005:AU8353
Rechtbank Zutphen
- Raadkamer
- M. van Hoorn
- A. van Harreveld
- J. Lagarde
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige verkrijging van celmateriaal en vernietiging bevel DNA-onderzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 2 december 2005 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend door een veroordeelde tegen een bevel tot afname van celmateriaal voor DNA-onderzoek. Het bezwaarschrift was ingediend op 5 augustus 2005 en richtte zich tegen de verwerking van het DNA-profiel van de veroordeelde in de DNA-databank voor strafzaken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bevel tot afname van celmateriaal op 25 juli 2005 was gegeven, maar dat dit bevel onbevoegd was uitgevaardigd. De officier van justitie had het bevel niet zelf ondertekend, maar dit was gedaan door een parketambtenaar, wat in strijd was met de wettelijke vereisten. De rechtbank oordeelde dat de gang van zaken rondom het bevel niet voldeed aan de formele vereisten en dat de toetsing van de wettelijke uitzonderingen niet correct was uitgevoerd.
De rechtbank benadrukte dat de wet vereist dat de officier van justitie de afname van celmateriaal zelf moet bevelen en dat deze daarbij moet toetsen of er wettelijke uitzonderingen zijn die het bevel zouden kunnen uitsluiten. De rechtbank concludeerde dat het celmateriaal onrechtmatig was verkregen en dat er geen ruimte was voor bekrachtiging van het bevel door de officier van justitie. Dit zou immers kunnen leiden tot het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs in andere zaken, wat in strijd zou zijn met de belangen van veroordeelden en de bedoeling van de wetgever.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het bezwaarschrift gegrond en beval zij de officier van justitie om het celmateriaal van de veroordeelde onmiddellijk te vernietigen. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsbescherming van veroordeelden en de naleving van de wettelijke procedures rondom DNA-onderzoek.