ECLI:NL:RBZUT:2005:AZ0518
Rechtbank Zutphen
- Voorlopige voorziening
- K. van Duyvendijk
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor het openen van een graf ten behoeve van DNA-onderzoek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen op 15 december 2005 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft de weigering van de burgemeester van de gemeente Bronckhorst om een vergunning te verlenen voor het openen van een graf ten behoeve van het verzamelen van DNA-materiaal. Verzoekster, de weduwe van de overledene, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 13 september 2005, waarbij de vergunning was verleend. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester zich ervan moet vergewissen of de rechthebbende op het graf toestemming geeft voor de opgraving, zoals vereist door artikel 29 van de Wet op de lijkbezorging (Wlb). De rechtbank Arnhem had eerder een DNA-onderzoek bevolen, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de beschikking van de rechtbank Arnhem niet expliciet de toestemming van de rechthebbende vereiste. Hierdoor bestond er gerede twijfel of het bestreden besluit in de bodemprocedure stand zou houden. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van verzoekster toegewezen, het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, en de gemeente Bronckhorst veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster. De uitspraak benadrukt het belang van de toestemming van de rechthebbende bij het verlenen van een vergunning voor het openen van een graf.