ECLI:NL:RBZUT:2006:AV1118

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
3 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/460516-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Elders
  • Borgerhoff Mulder
  • Lagarde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van taxichauffeur in verkrachtingszaak na onvoldoende bewijs

In de zaak tegen een taxichauffeur, die verdacht werd van verkrachting van een passagier, heeft de Rechtbank Zutphen op 3 februari 2006 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het seksueel binnendringen van het lichaam van de passagier, waarbij hij geweld en bedreiging met geweld zou hebben gebruikt. De tenlastelegging omvatte onder andere het uit de taxi trekken van het slachtoffer en het uittrekken van haar broek. De rechtbank heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 1 februari 2006, waar de verdachte zijn onschuld heeft betoogd.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte van de gehele tenlastelegging moest worden vrijgesproken. Dit oordeel was gebaseerd op de afwezigheid van bewijs dat de verdachte daadwerkelijk de handelingen had verricht zoals ten laste gelegd.

Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat er geen strafvorderlijk belang meer was om de in beslag genomen onderbroek van de verdachte te behouden, en gelastte zij de teruggave van dit voorwerp aan de verdachte. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, en het vonnis werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/460516-05
Uitspraak d.d.: 3 februari 2006 (vervroegd uitspraak)
Tegenspraak / oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 februari 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 september 2005 te Drempt, gemeente Bronckhorst en/of in de gemeente Doetinchem, althans in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of gestoten
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- voornoemde [slachtoffer] (met kracht) uit de taxi heeft getrokken (waardoor die [slachtoffer] op haar knieen terechtkwam en/of niet meer in staat was overeind te komen) en/of
- (met kracht) de broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
- (met kracht) aan de haren van die [slachtoffer] heeft getrokken en/of die [slachtoffer] bij de haren heeft vastgehouden en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende
situatie heeft doen ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 20 september 2005 te Drempt, gemeente Bronckhorst en/of in de gemeente Doetinchem, althans in Nederland, met [slachtoffer], van wie hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn/haar geestvermogens leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was zijn/haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of gestoten;
art 243 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
De verdachte behoort van de gehele tenlastelegging te worden vrijgesproken.
In beslag genomen voorwerpen
Nu er geen strafvorderlijk belang meer aanwezig is dat zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast aan verdachte van de onder hem in beslaggenomen onderbroek.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Gelast de teruggave van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan verdachte, te weten: een onderbroek.
Aldus gewezen door mrs. Elders, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Lagarde, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
3 februari 2006.