ECLI:NL:RBZUT:2006:AV1471

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
10 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/541183-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Buijs
  • A. Kuiken
  • J. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval in Lievelde met zwaar lichamelijk letsel door onoplettendheid bestuurder

Op 10 februari 2006 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 5 januari 2005 in Lievelde. De verdachte, als bestuurder van een motorrijtuig, heeft zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval door onoplettendheid. Tijdens het rijden was hij bezig met de bediening van zijn autoradio, waardoor hij niet de vereiste aandacht aan de weg en het verkeer besteedde. Dit leidde ertoe dat hij met zijn voertuig in de berm terechtkwam en vervolgens op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer belandde, waar hij frontaal in botsing kwam met een andere auto, bestuurd door een slachtoffer.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet voldoende rechts heeft gehouden en niet voortdurend de handelingen heeft verricht die van hem werden vereist. Het ongeval resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor het slachtoffer, waaronder een voetfractuur en een hersenschudding. De rechtbank heeft de ernst van de situatie en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij de straftoemeting. De verdachte had geen eerdere justitiële documentatie en toonde een schuldbewuste houding tijdens de zitting.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 750,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij gebreke van betaling. Daarnaast is de verdachte de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen ontzegd voor de duur van zes maanden, met een proeftijd van twee jaar. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met vergelijkbare uitspraken in soortgelijke zaken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/541183-05
Uitspraak d.d.: 10 februari 2006
tegenspraak / dnip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 januari 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 05 januari 2005 te Lievelde, althans in de gemeente
Groenlo, althans in het arrondissement Zutphen, als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, heeft gereden over de weg (de
Lievelderweg), terwijl de omstandigheden als volgt waren:
-ter plaatse was de rijbaan niet verdeeld in (twee) afzonderlijke rijstroken
en/of
-ter plaatse gold voor verdachte een maximum snelheid van 80 kilometer per uur.
Hij, verdachte, heeft zich toen daar, gelet op voornoemde omstandigheden,
zodanig gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden,
immers heeft hij, verdachte, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of
onoplettend,
-niet voortdurend de aandacht aan de weg en/of aan het verkeer besteed die van
hem, verdachte, werd vereist, immers is hij, verdachte,
bezig geweest met zijn, verdachtes, (auto)radio en/of
-niet voldoende rechts gehouden (als bedoeld in artikel 3 lid 1 Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990) en/of
-niet voortdurend de handelingen verricht die van hem, verdachte, werden
vereist en/of het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder
controle gehouden, immers is hij, verdachte,
met het door hem bestuurde motorrijtuig, gelet op zijn, verdachtes,
rijrichting, (geheel of gedeeltelijk) rechts van de rijbaan in de berm,
terechtgekomen en/of (vervolgens) weer de rijbaan opgeschoten en/of
(vervolgens ) rijdend en/of remmend en/of glijdend op de weghelft voor
tegemoetkomende (auto)verkeer, terecht gekomen, op een moment dat een hem,
verdachte, tegemoetkomende (personen)auto (kort) genaderd was,
waarbij hij, verdachte, (vervolgens) tegen een tegemoetkomende (personen)auto,
bestuurd door [slachtoffer], gebotst en/of aangereden en/of gegleden,
waardoor voornoemde [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (te weten een voetfractuur
en/of een hersenschudding en/of een gekneusde borstkast en/of een gekneusde
knie en/of een gekneusde enkel) heeft bekomen of zodanig letsel werd
toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de
uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 05 januari 2005 te Lievelde, althans in de gemeente
Groenlo, althans in het arrondissement Zutphen, althans als bestuurder van een
voertuig (personenauto), heeft gereden over de weg (de Lievelderweg),
waarbij hij, verdachte,
-niet voortdurend de aandacht aan de weg en/of aan het verkeer heeft besteed
die van hem, verdachte, werd vereist, immers is hij, verdachte,
bezig geweest met zijn, verdachtes, (auto)radio en/of
-niet voldoende heeft rechts gehouden (als bedoeld in artikel 3 lid 1
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) en/of
-niet voortdurend de handelingen heeft verricht die van hem, verdachte, werden
vereist en/of het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder
controle heeft gehouden, immers is hij, verdachte,
met het door hem bestuurde motorrijtuig, gelet op zijn, verdachtes,
rijrichting, (geheel of gedeeltelijk) rechts van de rijbaan in de berm,
terechtgekomen en/of (vervolgens) weer de rijbaan opgeschoten en/of
(vervolgens) rijdend en/of remmend en/of glijdend op de weghelft voor
tegemoetkomende (auto)verkeer, terecht gekomen, op een moment dat een hem,
verdachte, tegemoetkomende (personen)auto (kort) genaderd was, en/of
-(vervolgens) tegen een tegemoetkomende (personen)auto, bestuurd door [slachtoffer],
is gebotst en/of aangereden en/of aangegleden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 5 januari 2005 te Lievelde, althans in de gemeente Groenlo, als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, heeft gereden over de weg (de Lievelderweg), terwijl de omstandigheden als volgt waren:
- ter plaatse was de rijbaan niet verdeeld in (twee) afzonderlijke rijstroken
en
- ter plaatse gold voor verdachte een maximum snelheid van 80 kilometer per uur.
Hij, verdachte, heeft zich toen daar, gelet op voornoemde omstandigheden,
zodanig gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden,
immers heeft hij, verdachte, aanmerkelijk onoplettend,
- niet voortdurend de aandacht aan de weg en aan het verkeer besteed die van
hem, verdachte, werd vereist, immers is hij, verdachte,
bezig geweest met zijn, verdachtes, autoradio en
- niet voldoende rechts gehouden (als bedoeld in artikel 3 lid 1 Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990) en
- niet voortdurend de handelingen verricht die van hem, verdachte, werden
vereist en het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder
controle gehouden, immers is hij, verdachte,
met het door hem bestuurde motorrijtuig, gelet op zijn, verdachtes,
rijrichting, gedeeltelijk rechts van de rijbaan in de berm,
terechtgekomen en vervolgens weer de rijbaan opgeschoten en
vervolgens rijdend en/of remmend en/of glijdend op de weghelft voor
tegemoetkomende (auto)verkeer, terechtgekomen, op een moment dat een hem,
verdachte, tegemoetkomende personenauto kort genaderd was,
waarbij hij, verdachte, vervolgens tegen een tegemoetkomende personenauto, bestuurd door [slachtoffer], aangereden,
waardoor voornoemde [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (te weten een voetfractuur en een hersenschudding en een gekneusde borstkas en een gekneusde knie en een gekneusde enkel) heeft bekomen.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is op 5 januari 2005 betrokken geraakt bij een verkeersongeval op de Lievelderweg in de gemeente Groenlo. Verdachte reed aldaar in zijn personenauto in de richting Groenlo. Op het moment dat verdachte bezig was met de bediening van zijn autoradio en zodoende niet de aandacht bij de weg had, kwam hij met zijn auto in de rechter berm terecht. In een poging om een en ander te corrigeren raakte verdachte vervolgens de controle over het voertuig kwijt en kwam daarbij op de weghelft van het hem tegemoet komende verkeer. Tengevolge daarvan is een frontale aanrijding ontstaan, waarbij - naast het feit dat verdachte zelf ook letsel heeft opgelopen - de bestuurster van de verdachte tegemoetkomende personenauto ernstig letsel heeft opgelopen.
De impact die het ongeval op het functioneren van het slachtoffer heeft gehad is aanzienlijk geweest, zoals ook blijkt uit haar zich in het dossier bevindende slachtofferverklaring.
De rechtbank heeft voorts rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Daarnaast is gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze mede uit de opgemaakte reclasseringsrapportage van 1 november 2005 voor voren komen, en de schuldbewuste houding van verdachte ter terechtzitting.
In het vorenstaande ziet de rechtbank, mede gelet op uitspraken die door deze rechtbank in vergelijkbare zaken zijn gedaan, aanleiding om een lagere straf op te leggen dan door de
officier van justitie gevorderd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175, 178 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 750,-- (zevenhonderdenvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Ontzegt verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt, dat deze bijkomende straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 februari 2006.