ECLI:NL:RBZUT:2006:AV1485

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
10 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/551619-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Buijs
  • A. Kuiken
  • J. Eijkelestam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Algehele vrijspraak van vrachtwagenchauffeur in verband met verkeersongeval te Doetinchem

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 10 februari 2006 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een vrachtwagenchauffeur, die werd beschuldigd van betrokkenheid bij een dodelijk verkeersongeval op 23 september 2004 in Doetinchem. De verdachte werd verweten dat hij als bestuurder van een vrachtauto onvoorzichtig en onoplettend had gereden, wat zou hebben geleid tot een aanrijding met een fietser, die hierbij om het leven kwam. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom het ongeval zorgvuldig onderzocht, waaronder de breedte van de rijbaan, de aanwezigheid van fietspaden en de verkeersborden ter plaatse.

De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte in de gegeven omstandigheden alle redelijke handelingen had verricht die van hem verwacht mochten worden, met inbegrip van het correct afstellen van de trottoirspiegel. Bovendien was er twijfel of het ongeval zich daadwerkelijk had voorgedaan op de C. Missetstraat, zoals in de tenlastelegging was gesteld.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte zowel van het primair als het subsidiair tenlastegelegde vrijgesproken. De uitspraak is gedaan na de terechtzittingen van 16 september 2005 en 27 januari 2006, waarbij de rechtbank ook aandacht heeft besteed aan eventuele taal- en schrijffouten in de tenlastelegging, die niet hebben geleid tot benadeling van de verdediging.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/551619-05
Uitspraak d.d.: 10 februari 2006
Tegenspraak / dnip / onip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 16 september 2005 en 27 januari 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 september 2004 te Doetinchem als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (vrachtauto), daarmee heeft
gereden over de weg, de C. Missetstraat, terwijl de omstandigheden ter plaatse
van de aanrijding als volgt waren:
- de rijbaan van de C. Missetstraat was circa 6.20 meter breed en door middel
van een onderbroken streep verdeeld in twee rijstroken en/of
- naast de rijbaan lag aan beide zijden een aanliggend fietspad, dat door
middel van een onderbroken streep was gescheiden van de rijbaan en/of
- voornoemd fietspad was door middel van rood asfalt aangegeven en/of was
aangeduid door middel van een bord model G11 (verplicht fietspad) van de
Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en/of
- in de rijrichting van verdachte had de C. Missetstraat naar rechts een
kruising/splitsing met de Spinbaan en/of
- rechts naast verdachtes voertuig reed in dezelfde richting als verdachte een
fietser, die bij de kruising/splitsing met de Spinbaan rechtdoor wilde rijden.
Hij - verdachte - heeft zich, gelet op voornoemde omstandigheden, toen daar,
zodanig gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of
onoplettend te rijden, welk rijgedrag hieruit heeft bestaan dat hij:
- heeft gereden terwijl de aan de rechterzijde van zijn, verdachtes, voertuig
gemonteerde zogenaamde trottoirspiegel, althans een aan de rechterzijde
gemonteerde spiegel, (te) ver naar binnen stond gericht (waardoor - slechts -
een breedte van ongeveer een halve meter naast voornoemd voertuig op het
wegdek zichtbaar was) althans niet stond afgesteld conform het gestelde in
Afdeling 3 (Gezichtsvelden van de verplichte spiegels en van
gezichtsverbeterende voorzieningen als bedoeld in artikel 5.3.45a van het
Voertuigreglement) van de Regeling Permanente Eisen en/of
- bij het afslaan naar rechts een fietser die zich op dezelfde weg naast dan
wel rechts dicht achter hem bevond, niet voor heeft laten gaan en/of
- niet zijn voertuig tot stilstand heeft gebracht binnen een afstand waarover
hij de weg kon overzien en/of waarover deze vrij was,
waarbij hij, verdachte, met het door hem bestuurde voertuig tegen die fietser
is aangereden en/of gebotst en/of die fietser heeft overreden,
waardoor [slachtoffer] (bestuurder fiets) werd gedood en/of zwaar lichamelijk
letsel (te weten een verbrijzelde kaak en/of fracturen aan hoofd en/of ribben
en/of borstbeen en/of benen) heeft bekomen;
art 6 Wegenverkeerswet 1994
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 23 september 2004 te Doetinchem als bestuurder van een
voertuig (vrachtauto), daarmee heeft gereden op de weg, de C. Missetstraat,
waarbij hij:
- heeft gereden terwijl de aan de rechterzijde van zijn, verdachtes, voertuig
gemonteerde zogenaamde trottoirspiegel, althans een aan de rechterzijde
gemonteerde spiegel, (te) ver naar binnen stond gericht (waardoor - slechts -
een breedte van ongeveer een halve meter naast voornoemd voertuig op het
wegdek zichtbaar was) althans niet stond afgesteld conform het gestelde in
Afdeling 3 (Gezichtsvelden van de verplichte spiegels en van
gezichtsverbeterende voorzieningen als bedoeld in artikel 5.3.45a van het
Voertuigreglement) van de Regeling Permanente Eisen en/of
- bij het afslaan naar rechts een fietser die zich op dezelfde weg naast dan
wel rechts dicht achter hem bevond, niet voor heeft laten gaan en/of
- niet zijn voertuig tot stilstand heeft gebracht binnen een afstand waarover
hij de weg kon overzien en/of waarover deze vrij was,
waarbij hij, verdachte, met het door hem bestuurde voertuig tegen een fietser
is aangereden en/of gebotst en/of die/een fietser heeft overreden,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de tenlastelegging verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
De rechtbank acht met name niet bewezen dat hier sprake is geweest van zeer, danwel aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend rijgedrag in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank in de gegeven omstandigheden al die handelingen verricht die redelijkerwijs van hem verwacht mochten
worden, hetgeen in het bijzonder ook geldt ten aanzien van het op zijn gezichtsveld ingesteld zijn van de trottoirspiegel.
De rechtbank acht evenmin wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte subsidiair ten laste is gelegd, temeer twijfelachtig is of het tenlastegelegde zich wel heeft afgespeeld op de C. Missetstraat te Doetinchem.
De verdachte behoort zowel van het primair als het subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het primair danwel het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door mrs. Buijs, voorzitter, Kuiken en Eijkelestam, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 februari 2006.