ECLI:NL:RBZUT:2006:AV4220
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Brouns
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor overtreding van de Wet bodembescherming door het opslaan van paardenmest op onbeschermde bodem
In deze zaak heeft de economische politierechter van de Rechtbank Zutphen op 6 maart 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opslaan van paardenmest op een perceel grond in de gemeente Apeldoorn. De verdachte had op 19 januari 2005 mest opgeslagen op de onbeschermde bodem, wat in strijd is met artikel 13 van de Wet bodembescherming. De rechter oordeelde dat de verdachte wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat zijn handelingen de bodem konden verontreinigen of aantasten. De verdachte had niet voldaan aan de verplichting om maatregelen te nemen om verontreiniging te voorkomen.
De economische politierechter heeft het rapport van het NFI, dat algemene informatie over mestopslag bevatte, buiten beschouwing gelaten, omdat het niet specifiek inging op de vervuiling in deze zaak. De rechter concludeerde dat de verdachte door zijn handelen had bijgedragen aan mogelijke schade aan het milieu door (over)bemesting. De verdachte had verklaard dat hij de mest op 13 januari 2005 had opgeslagen met de bedoeling deze drie weken later te verspreiden, maar de rechter oordeelde dat de wijze van opslag onaanvaardbare risico's met zich meebracht.
De rechter heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500, waarvan € 250 voorwaardelijk is, met een proeftijd van twee jaar. Dit vonnis houdt rekening met de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechter heeft ook opgemerkt dat de verdachte eerder door het gerechtshof te Arnhem was vrijgesproken van een soortgelijke overtreding, wat bijdroeg aan de verwarring over de gevolgen van het opslaan van paardenmest.