ECLI:NL:RBZUT:2006:AW3556

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
25 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/580409-05 en 06/460022-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Hemrica
  • A. van Hoorn
  • J. Schmitz
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een jeugdige inwoner van Vaassen voor ernstige bedreigingen en openlijk geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 25 april 2006 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een jeugdige inwoner van Vaassen, die werd beschuldigd van het plegen van ernstige bedreigingen en openlijk geweld. De verdachte, die op dat moment in een jeugdinrichting verbleef, werd geconfronteerd met meerdere incidenten van geweld en bedreiging, waaronder het bekrassen en bekladden van een schoolgebouw en het bedreigen van personeel en leerlingen van een ROC met bommeldingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, openlijk in vereniging geweld had gepleegd tegen goederen en personen, waarbij hij gebruik maakte van graffiti en dreigende teksten. De rechtbank achtte de verdachte gedeeltelijk toerekeningsvatbaar, gezien zijn geestelijke toestand, en besloot tot een jeugddetentie van zes maanden, met daarnaast een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen. De rechtbank benadrukte dat de verdachte een stevige externe structuur nodig heeft om te leren omgaan met gezag en regels. De uitspraak werd gedaan in het kader van de jeugdstrafrechtelijke procedure, waarbij de veiligheid van de samenleving en de ontwikkeling van de verdachte voorop stonden. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, Van Gerrevink B.V., voor de geleden schade door de vernielingen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
- minderjarige -
Parketnummer(s): 06/580409-05 en 06/460022-06
Uitspraak d.d.: 25 april 2006
Tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in JPC Sprengen te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting achter gesloten deuren van 11 april 2006.
Voeging meerdere dagvaardingen
Ter terechtzitting heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 06/580409-05 en 06/460022-06 tegen verdachte aangebrachte zaken.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 06/580409-05:
1.
hij in of omstreeks de nacht van 2 op 3 november 2005 te Vaassen, gemeente Epe, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg(en), te weten de Westerenkweg, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (een) schoolgebouw(de Krugerstee), welk geweld (onder meer) bestond uit het bekrassen en/of bekladden (met stift(en) en/of met verfstof(fen) ) van een of meer kozijn(en) en/of deur(en)
en/of gevel(s) en/of afdak(en) en/of pa(a)l(en) en/of regenpijp(en) van dat schoolgebouw en/of het in brand steken van een aantal houten planken/pane(e)l(en) en/of kozijn(en) van dat schoolgebouw;
(incident 1)
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de nacht van 2 op 3 november 2005 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
- een aantal afdekpla(a)t(en) en/of een regenpijp en/of een paal en/of een aantal houten plank(en)/pane(e)l(en),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Krugerstee, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(incident 1)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 juni 2005 tot en met 27 juni 2005 met een ander of anderen, op of aan de Koekoeksweg te Vaassen, althans in de gemeente Epe, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
- een container (op de parkeerplaats bij het zwembad de Koekoek) althans tegen een of meer goed(eren),
welk geweld (telkens) bestond uit het bekladden van voornoemd(e) goed(eren) met (witte) verfstof(fen);
(incident 21)
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 24 juni 2005 tot en met 27 juni 2005 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/of alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een container (op de parkeerplaats bij zwembad de Koekoek)
en/of een of meer andere goed(eren, geheel of ten dele toebehorende aan Gerrevink B.V.
althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (door deze met witte verf te bekladden.);
(incident(en) 21)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 06/460022-06:
1.
hij in of omstreeks de periode van 10 november 2004 tot en met 11 november 2004 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, personeel en/of (andere) inwoners van de gemeente Epe heeft bedreigd met openlijk geweld tegen personen of goederen en/of met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
- een brief in de brievenbus van notariskantoor Ridderhof te Vaassen gepost,
(onder meer) inhoudende de mededeling dat in het centrum dynamiet ligt en/of
- in de enveloppe van die brief twee/een .30 patronen gestopt en/of
- in het centrum van Vaassen (onder andere de Potgieterstraat en/of
Suikerbrink) een of meer kogelhulzen neergelegd/achtergelaten;
(incident 54)
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 10 november 2004 te Vaassen,althans in de gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer scholier(en) en/of onderwijzer(s) en/of personeel en/of bezoeker(s) van ROC Aventus te Vaassen heeft bedreigd met openlijk geweld tegen personen en/of goederen en/of met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht , althans met zware mishandeling en/of met brandstichting, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
opzettelijk dreigend (vanuit een telefooncel aan de Apeldoornseweg te Vaassen) alarmnummer "112" gebeld en/of (telefonisch) gemeld aan de Regionale Meldkamer van de Regiopolitie Noord en Oost Gelderland : "BOM ROC Vaassen" , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(incident 52)
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 24 juni 2005 tot en met 29 juni 2005 te Vaassen, althans in de gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend op een container en/of op een deur (onder meer) de bedreigende tekst(en)
"[slachtoffer 1], je gaat eraan. UMC "en/of
" 9 mm op je voorhoofd kanker [slachtoffer 1]. UMC " aangebracht, althans een of
meer teksten van gelijke dreigende aard of strekking,
van welke bedreigende tekst(en) die [slachtoffer 1] in of omstreeks voornoemde periode
kennis heeft genomen;
(incident 22)
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 06/580409-05 onder 1 primair en 2 primair en onder parketnummer 06/460022-06 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 06/580409-05:
1.
hij in de nacht van 2 op 3 november 2005 te Vaassen, gemeente Epe, met een ander, aan de openbare weg, te weten de Westerenkweg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een schoolgebouw (de Krugerstee), welk geweld bestond uit het bekrassen en bekladden met stiften van kozijnen, een paal en een regenpijp van dat schoolgebouw en het in brand steken van een aantal houten planken/panelen en kozijnen van dat schoolgebouw;
2.
hij in de periode van 24 juni 2005 tot en met 27 juni 2005 met een ander, aan de Koekoeksweg te Vaassen, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
- een container op de parkeerplaats bij het zwembad de Koekoek,
welk geweld bestond uit het bekladden van voornoemd goed met witte verfstof;
Parketnummer 06/460022-06:
1.
hij in de periode van 10 november 2004 tot en met 11 november 2004 te Vaassen, personeel en andere inwoners van de gemeente Epe heeft bedreigd met openlijk geweld tegen personen of goederen en/of met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- een brief in de brievenbus van notariskantoor Ridderhof te Vaassen gepost, onder meer inhoudende de mededeling dat in het centrum dynamiet ligt en
- in de enveloppe van die brief twee .30 patronen gestopt en
- in het centrum van Vaassen (onder andere de Potgieterstraat en Suikerbrink) kogelhulzen neergelegd/achtergelaten;
2.
hij op 10 november 2004 te Vaassen, personeel en bezoekers van ROC Aventus te Vaassen heeft bedreigd met openlijk geweld tegen personen en/of goederen en/of met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met brandstichting, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend vanuit een telefooncel aan de Apeldoornseweg te Vaassen alarmnummer "112" gebeld en gemeld aan de Regionale Meldkamer van de Regiopolitie Noord en Oost Gelderland : "BOM ROC Vaassen";
3.
hij in de periode van 24 juni 2005 tot en met 29 juni 2005 te Vaassen, tezamen en in vereniging met een ander [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers hebben verdachte en zijn mededader opzettelijk dreigend op een container en/of op een deur de bedreigende teksten
"[slachtoffer 1], je gaat eraan. UMC " en
" 9 mm op je voorhoofd kanker [slachtoffer 1]. UMC " aangebracht,
van welke bedreigende teksten die [slachtoffer 1] in of omstreeks voornoemde periode
kennis heeft genomen.
Ten aanzien van het bewezen verklaarde overweegt de rechtbank het volgende.
Met betrekking tot het parketnummer 06/580409-05 onder 1 en 2 bewezene.
De rechtbank acht voor wat betreft feit 1 het ten laste gelegde “openlijk in vereniging geweld plegen” bewezen. Vast is komen te staan dat er sprake is geweest van een bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn mededader en dat die gericht was op het gewelddadig handelen tegen goederen, immers twee verbalisanten hebben een tweetal personen bij de school gezien, beide personen hebben zich daar enige tijd opgehouden, terwijl hoorbaar voorwerpen werden bekrast. Voorts zagen de twee verbalisanten dat beide verdachten een aansteker gebruikten en vuur bij de kozijnen hielden. Voor zowel feit 1 als feit 2 geldt dat dit geweld is gepleegd op plaatsen waar het voor derden waarneembaar was.
Met betrekking tot het parketnummer 06/460022-06 onder 2 bewezene.
Uit het dossier blijkt niet dat er op het moment dat er door verdachte een bommelding werd gedaan personen in het gebouw van ROC Aventus aanwezig waren. De rechtbank is echter van oordeel dat de aard van de melding met zich brengt dat de personen, die ten gevolge van de melding werkzaamheden op het gebied van veiligheid hebben moeten verrichten, zich bedreigd moeten hebben gevoeld.
Met betrekking tot het parketnummer 06/460022-06 onder 3 bewezene.
Uit het dossier en de verklaring van verdachte ter terechtzitting blijkt dat verdachte en zijn mededader kort voor het plegen van het onderhavige feit op een andere locatie vergelijkbare teksten hebben aangebracht met verf die verdachte bij zich had. Desondanks is hij met zijn mededader naar deze locatie gegaan en heeft hij zijn mededader er niet van weerhouden om met zijn verf daar de teksten aan te brengen. Evenmin heeft hij zich daarvan gedistantieerd. Onder die omstandigheden is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van medeplegen van bedreiging.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Parketnummer 06/580409-05:
1 primair en 2 primair telkens:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen.
Parketnummer 06/460022-06:
1. Bedreiging met openlijk geweld tegen personen of goederen en/of bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of bedreiging met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht en/of bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of bedreiging met zware mishandeling;
2. Bedreiging met openlijk geweld tegen personen en/of goederen en/of bedreiging met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht en/of bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of bedreiging met zware mishandeling en/of bedreiging met brandstichting;
3. Medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte zijn rapporten opgemaakt naar aanleiding van een psychiatrisch onderzoek d.d. 15 maart 2006, door Drs. A.A.C.M. Lenssen, kinder- en jeugdpsychiater, en van een psychologisch onderzoek d.d. 24 maart 2006, door drs. W.A.Th. Bos, als gezondheidszorgpsycholoog verbonden aan Psychotherapeutisch Centrum De Vierspong.
In de rapporten wordt het volgende geconcludeerd.
Bij verdachte is sprake van een ziekelijke stoornis der geestvermogens in de zin van een ernstige gedragsstoornis, beginnend in adolescentie. Hiervan was sprake ten tijde van het plegen van de delicten en het bewezen verklaarde kan daaruit worden verklaard. Op grond daarvan achten de onderzoekers verdachte licht tot verminderd toerekeningsvatbaar.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen en zij maakt deze tot de hare.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich tot driemaal toe aan zeer ernstige bedreigingen schuldig heeft gemaakt en dat hij daarnaast ruim dertig maal openlijk geweld heeft gepleegd tegen goederen in de vorm van het aanbrengen van graffiti. Verdachte heeft bij het plegen van deze delicten ingespeeld op de onrust die op dat moment in de samenleving heerste door terroristische gebeurtenissen.
Verdachtes handelen had als doel een (negatieve) bijdrage te leveren aan de reeds ontstane onrust en deze aldus te vergroten. Om die reden komt de rechtbank tot oplegging van een hogere straf dan door de officier van justitie is gevorderd.
De rechtbank houdt er bovendien rekening mee dat verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is geweest en veroordeeld is terzake delicten waarbij onder meer geweld een rol speelde.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank met name gelet op de hiervoor reeds vermelde rapporten. Hieruit komt naar voren dat verdachte een stevige externe structuur nodig heeft, waarbij hij leert met gezag en regels om te gaan. De interventies die tot nu toe hebben plaatsgevonden hebben niet het gewenste resultaat opgeleverd. Verdachte reflecteert niet op zijn eigen gedrag en leert nauwelijks van eerdere situaties. De geringe identiteit van verdachte, zijn gebrekkige empathische vermogens, prikkelbehoeftigheid en zijn gebrek aan overzicht zijn van belang voor de kans op recidive. Hij heeft geen basis om op terug te kunnen vallen. Vanuit jeugddetentie kan onvoldoende worden gewerkt aan de basisvaardigheden die verdachte ontbeert. Een plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is noodzakelijk om verdachte alsnog ontwikkelingskansen te kunnen gaan bieden om zich in de volwassenwereld staande te kunnen houden en om zo de kans recidive op de middellange en lange termijn naar een aanvaardbaar niveau te brengen. Een plaatsing in “Den Engh” lijkt het meest aangewezen.
Voorts vloeit uit de rapportage van de reclassering voort dat de voor de ontwikkeling van verdachte benodigde begeleiding binnen het ITB-traject niet kan worden gerealiseerd.
De rechtbank kan zich met het advies tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen verenigen en is van oordeel dat deze dient te worden bevolen. Het betreffen misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, terwijl uit de rapportage en de overige stukken alsmede uit het onderzoek ter terechtzitting genoegzaam is gebleken, dat zodanige plaatsing in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van de verdachte en dat de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van de maatre-gel eist.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder parketnummer 06/580409-05, incidentnummers 2, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 13, 14, 17, 18, 19, 24, 25, 26, 28, 29, 31, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 41, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, en onder parketnummer 06/460022/06, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft
gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
In beslag genomen voorwerpen
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met betrekking tot welke het bewezenverklaarde is begaan.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met betrekking tot welke het bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij Van Gerrevink B.V., [adres], [postcode, plaats], rekeningnummer [cijfers], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.511,30 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder parketnummer 06/580409-05 onder 3 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 06/580409-05 onder 3 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot na te melden bedrag, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Wat betreft het meer of anders gevorderde moet de vorde-ring, als in zoverre ongegrond worden afgewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 24, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 55, 77i, 77s, 77v, 141 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder parketnummer 06/580409-05 onder 1 primair en 2 primair en onder parketnummer 06/460022-06 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie voor de tijd van zes maanden.
Zij beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoer-legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht.
Legt aan verdachte op de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.
De rechtbank bepaalt dat de plaatsing in de inrichting voor jeugdigen bij voorkeur ten uitvoer zal worden gelegd in “Den Engh” te Den Dolder.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een oranje wegwerp aansteker, Prof.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 2 scherpe .30M1 patronen;
- 1 huls, 9 mm., merk Luger.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Van Gerrevink B.V., [adres], [postcode, plaats], rekeningnummer [cijfers], van een bedrag van € 570,--, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2005.
Verklaart de vordering van de benadeelde partij Van Gerrevink B.V. voor het overige niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door mrs. Hemrica, voorzitter, tevens kinderrechter, Van Hoorn en Schmitz, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 april 2006.