ECLI:NL:RBZUT:2006:AW5462

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
28 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
06/801658-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Elders
  • Vaandrager
  • Van Beuge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstrekken en bezitten van kinderpornografisch materiaal met gebruik van creditcardgegevens

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 april 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch beeldmateriaal. De rechtbank heeft het verweer van de verdediging verworpen dat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard, omdat er bij de start van het onderzoek in Nederland geen redelijk vermoeden van schuld zou zijn. De rechtbank oordeelde dat uit een strafrechtelijk onderzoek in de Verenigde Staten bleek dat wereldwijd veel personen tegen betaling toegang hadden gekregen tot kinderporno-websites met behulp van creditcards. Dit leidde tot een onderzoek naar de identiteit van de eigenaren van de creditcards, wat de rechtbank als een gerechtvaardigde actie beschouwde.

De verdachte werd beschuldigd van het verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal in de periode van 3 april 2003 tot en met 21 april 2005. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte afbeeldingen en filmpjes had gedownload en opgeslagen op zijn computer en deze beschikbaar had gesteld voor anderen via een peer-to-peer programma. De rechtbank heeft de aard en ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de omstandigheden van de verdachte, en heeft besloten tot het opleggen van een taakstraf van 240 uren, met vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht.

De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, waaronder harde schijven en CD-roms. De uitspraak is gedaan in het kader van de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik en de ernst van de gepleegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de vordering van de officier van justitie gehonoreerd, waarbij de verdachte ook onder toezicht van de reclassering werd geplaatst.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/801658-05
Uitspraak d.d.: 28 april 2006
tegenspraak / dnip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, woonplaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 april 2006.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 april 2003 tot en met
21 april 2005 te Ruurlo, (de gemeente Ruurlo en/of Berkelland), in elk geval in Nederland,
(telkens) één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager te weten (de harddisk(s) van) één of meer computer(s) en/of computerbestand(en) en/of CD-rom(s) en/of diskette(s),
(telkens) bevattende één of meerdere afbeelding(en) en/of filmpjes, (ongeveer 3963), van (een) seksuele gedraging(en),
waarbij (telkens) (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken,
(telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in voorraad en/of bezit heeft gehad, immmers
- heeft verdachte (tegen betaling) die afbeelding(en) en/of filmpjes (middels internet) (telkens) binnengehaald en/of gedownload en/of opgeslagen op zijn (verdachtes) computer(s) en/of CD-Roms en/of diskettes, althans gegevensdrager(s) en/of
- heeft verdachte voornoemde afbeeldingen en/of filmpjes zodanig geplaatst of opgeslagen op zijn computer dat deze afbeeldingen voor anderen beschikbaar waren, (immers heeft verdachte (een aantal van) deze afbeeldingen op (een) map(pen) geplaatst behorend tot een zogenaamd 'peer to peer' programma (KazaA), waardoor het mogelijk was deze bestanden rechtstreeks met andere KaZaA-gebruikers uit te wisselen) en/of
- die afbeelding(en) bevat(ten) (ondermeer) de hierna genoemde seksuele gedraging(en)
- Betasten, strelen. Betreft filmpje van 3 minuten en 27 seconden. Vier vrouwen kleden een
jongetje, kennelijk jonger dan 10 jaar, uit tot hij geheel naakt is. De vrouwen dragen
pruiken en zijn ook geheel naakt. Het jongetje wordt overal over zijn naakte lichaam
gestreeld. De vrouwen gaan op het jongetje liggen en het lijkt alsof ze gemeenschap
hebben.
(naam: [bestand 1]
en/of
- penetratie. Betreft filmpje van 2 minuten en 54 seconden. Op het filmpje zijn een meisje,
kennelijk jonger dan 15 jaar, en een jongen te zien die regelmatig in de camera kijken. Het
meisje doet op enig moment de broek van de jongen iets naar beneden zodat zijn erectie
zichtbaar wordt. Vervolgens neemt ze de stijve penis in haar mond en pijpt de jongen. Ze
kijkt hierbij regelmatig in de camera. De leeftijd van de jongen is moeilijk te schatten.
(naam: [bestand 2])
en/of
- poseren. Meisje, kennelijk jonger dan 12 jaar, ligt naakt op haar rug op een soort bed. Ze
ligt iets op haar zij en heeft haar benen uit elkaar zodat er duidelijk zicht op haar vagina is.
Ze kijkt duidelijk in de camera. naam: [bestand 3]) en/of
- naakt dansen voor de camera. Betreft filmpje van 9 minuten en 37 seconden. Meisje,
kennelijk jonger dan 14 jaar, kleed zich al dansend uit tot ze naakt is. De camera zoomt
regelmatig in op haar geslachtsdelen.
([bestand 4]) en/of
- penetratie. betreft film van 25 minuten en 42 seconden. Meisje, kennelijk jonger dan 18
jaar, en volwassen man zijn naakt. Meisje heeft met volwassen man seksueel contact,
Meisje neemt de stijve penis van de man in haar mond. Man penetreert met zijn stijve
penis in de vagina van het meisje. Meisje trekt de man af. (naam: [bestand 5]);
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Door de verdediging is gesteld dat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vervolging, omdat de privacy van verdachte welbewust in strijd met de wet en het recht is geschonden. Hiertoe wordt aangevoerd dat het OM een onderzoek is gestart op basis van Amerikaanse informatie, die niet meer behelsde dan dat bepaalde creditcardnummers waren gebruikt ten opzichte van bepaalde op het internet actieve ondernemers. Hoewel volgens de verdediging een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit ontbrak, heeft het OM navraag gedaan bij creditcardorganisaties naar de tenaamstelling van de creditcardnummers en vervolgens de in casu geïdentificeerde gebruikersnaam en gegevens omtrent het betaalgedrag van de gebruiker van de creditcard gebruikt ter rechtvaardiging van een doorzoeking in de woning van verdachte.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De wet sluit niet de mogelijkheid uit dat in het kader van een opsporingsonderzoek wordt voortgebouwd op informatie uit andere bronnen, zoals onderzoek in het buitenland. Uit het dossier blijkt dat in de Verenigde Staten een strafrechtelijk onderzoek is ingesteld naar de aanwezigheid van kinderporno-websites op het internet. Uit dit onderzoek is onder meer gebleken dat wereldwijd een groot aantal personen tegen betaling met een creditcard toegang hebben gekregen tot deze websites. De gegevens die van toepassing waren op Nederlandse personen zijn overgedragen aan het team Kinderpornografie en Pedoseksuele misdrijven van het Korps Landelijke politiediensten, Dienst Nationale Recherche Informatie. Vervolgens is door het OM een onderzoek ingesteld naar de identiteit van de eigenaren van de creditcards, waarmee is betaald voor de toegang tot en het mogen binnenhalen van kinderpornografisch beeldmateriaal van de onderzochte kinderporno-websites. Gelet op het feit dat een creditcard op naam is gesteld en niet is bedoeld voor gebruik door een willekeurige derde, is de rechtbank van oordeel dat er ten aanzien van de eigenaar van zo’n creditcard in redelijkheid sprake was van verdenking van een strafbaar feit, gepleegd door degene op wiens naam de creditcard was gesteld, zodat het OM gerechtigd was om onderzoek te doen naar de identiteit van de eigena(a)r(en) van de creditcards, eventuele transacties met betrekking tot de kinderporno-websites die zijn onderzocht en vervolgens huiszoeking te doen, daartoe gemachtigd door de rechter-commissaris strafzaken.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 3 april 2003 tot en met 21 april 2005 te Ruurlo, (de gemeente Ruurlo en/of Berkelland), één of meermalen een afbeelding en een gegevensdrager te weten de harddisk van een computer en computerbestanden en CD-roms en diskettes, telkens bevattende afbeeldingen en/of filmpjes, (ongeveer 3963), van seksuele gedragingen, waarbij telkens personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, waren betrokken of schijnbaar waren betrokken, telkens heeft verspreid en in voorraad en/of bezit heeft gehad, immers
- heeft verdachte (tegen betaling) die afbeeldingen en/of filmpjes (middels internet) telkens binnengehaald en/of gedownload en/of opgeslagen op zijn (verdachtes) computer en CD-roms en diskettes, en
- heeft verdachte voornoemde afbeeldingen en filmpjes zodanig geplaatst of opgeslagen op zijn computer dat deze afbeeldingen voor anderen beschikbaar waren, immers heeft verdachte een aantal van deze afbeeldingen op een map geplaatst behorend tot een zogenaamd 'peer to peer' programma (KaZaa), waardoor het mogelijk was deze bestanden rechtstreeks met andere KaZaa-gebruikers uit te wisselen en
- die afbeeldingen bevatten (ondermeer) de hierna genoemde seksuele gedragingen
- Betasten, strelen. Betreft filmpje van 3 minuten en 27 seconden. Vier vrouwen kleden een
jongetje, kennelijk jonger dan 10 jaar, uit tot hij geheel naakt is. De vrouwen dragen
pruiken en zijn ook geheel naakt. Het jongetje wordt overal over zijn naakte lichaam
gestreeld. De vrouwen gaan op het jongetje liggen en het lijkt alsof ze gemeenschap
hebben.
(naam: [bestand 1]) en/of
- penetratie. Betreft filmpje van 2 minuten en 54 seconden. Op het filmpje zijn een meisje,
kennelijk jonger dan 15 jaar, en een jongen te zien die regelmatig in de camera kijken. Het
meisje doet op enig moment de broek van de jongen iets naar beneden zodat zijn erectie
zichtbaar wordt. Vervolgens neemt ze de stijve penis in haar mond en pijpt de jongen. Ze
kijkt hierbij regelmatig in de camera. De leeftijd van de jongen is moeilijk te schatten.
(naam: [bestand 2]) en/of
- poseren. Meisje, kennelijk jonger dan 12 jaar, ligt naakt op haar rug op een soort bed. Ze
ligt iets op haar zij en heeft haar benen uit elkaar zodat er duidelijk zicht op haar vagina is.
Ze kijkt duidelijk in de camera.
(naam: [bestand 3]) en/of
- naakt dansen voor de camera. Betreft filmpje van 9 minuten en 37 seconden. Meisje,
kennelijk jonger dan 14 jaar, kleedt zich al dansend uit tot ze naakt is. De camera zoomt
regelmatig in op haar geslachtsdelen.
([bestand 4]) en/of
- penetratie. Betreft film van 24 minuten en 42 seconden. Meisje, kennelijk jonger dan 18
jaar, en volwassen man zijn naakt. Meisje heeft met volwassen man seksueel contact.
Meisje neemt de stijve penis van de man in haar mond. Man penetreert met zijn stijve
penis in de vagina van het meisje. Meisje trekt de man af.
(naam: [bestand 5].
Bewijsoverweging
Aan de rechtbank zijn tijdens het onderzoek ter terechtzitting de in de tenlastelegging beschreven afbeeldingen met de genoemde seksuele gedragingen getoond, voor zover het kinderpornografische karakter van deze afbeeldingen door de verdediging zijn betwist.
Op grond van eigen waarneming ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel, dat het meisje op de tweede afbeelding kennelijk jonger dan 15 jaar is, dat de leeftijd van het meisje op de vierde afbeelding overeenkomt met de beschrijving door de steller in het proces-verbaal daaromtrent en dat er niet zozeer sprake is van het inzoomen op, doch veeleer van het richten van de camera op de geslachtsdelen van het betrokken meisje, zodat de rechtbank deze passage aldus zal lezen, en dat de fysieke kenmerken van het meisje op de vijfde afbeelding erop duiden dat het een meisje van 15 à 16 jaar betreft.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in het bezit hebben en verspreiden, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Deze taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen. De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen, dat verdachte zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden, openlijke tentoonstellen en in voorraad/bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, die hij downloadde van internet en vervolgens onder meer in de share-map van het uitwisselingsprogramma “KaZaa” liet staan, waardoor deze afbeeldingen aan anderen verspreid en openlijk tentoongesteld konden worden. Verdachte heeft nagelaten zijn computer zo in te stellen dat anderen deze afbeeldingen niet konden downloaden van zijn computer.
Verdachte heeft de norm dat seksueel misbruik van jeugdigen moet worden tegengegaan ernstig geschonden. Door het op grote schaal verzamelen en het voor anderen toegankelijk laten zijn van kinderporno is het verdachte, zij het indirect, mede toe te rekenen dat uiterst laakbare mensonterende handelingen, die plaatsvinden met kinderen van veelal jonge leeftijd, in stand worden gehouden en bevorderd.
Het mag algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij seksuele handelingen, zoals afgebeeld, onder meer grote psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat.
De rechtbank acht voorts een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen, te meer nu de rechtbank er niet van overtuigd is, dat verdachte goed doordrongen is van het laakbare van zijn handelen. De rechtbank zal voorts de bijzondere voorwaarde stellen, dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die hem zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat verdachte zich ambulant zal laten behandelen door De Tender of een soortgelijke instelling.
In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met behulp waarvan het bewezen verklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door De Tender of een soortgelijke instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van die instelling zullen worden gegeven.
Geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1 harde schijf;
disk 1 en disk 2;
zip diskette;
17 CD-roms.
Aldus gewezen door mrs. Elders, voorzitter, Vaandrager en Van Beuge, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 april 2006.