ECLI:NL:RBZUT:2006:AW9689
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. De Bie
- mr. Knoop
- mr. Doll
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Rechtbank Zutphen inzake vordering tot verlenging van de pij-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (pij-maatregel) van een betrokkene, die in een jongerenhuis verblijft. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 5 april 2006 en betreft een maatregel die oorspronkelijk was opgelegd door het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen op 6 mei 2004. De rechtbank heeft op 20 april 2006 de vordering achter gesloten deuren behandeld en op 4 mei 2006 haar beslissing uitgesproken.
De rechtbank overweegt dat er geen regelgeving bestaat die haar bevoegdheid zou kunnen ontlenen om van de vordering kennis te nemen. Artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, dat spreekt over de tenuitvoerlegging van vonnissen in het gehele Koninkrijk, biedt in dit geval geen soelaas, omdat het enkel betrekking heeft op vonnissen van rechters in de Nederlandse Antillen. De rechtbank concludeert dat de vordering tot verlenging van de maatregel niet onder de reikwijdte van deze bepaling valt.
De rechtbank merkt op dat het nog maar de vraag is of het gerecht in de Nederlandse Antillen wel bevoegd is om de vordering te behandelen, aangezien het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen niet voorziet in de verlenging van de maatregel. Tevens is er geen beletsel gebleken voor de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel in Nederland. De beslissing om zich onbevoegd te verklaren is genomen door de voorzitter, mr. De Bie, en de rechters mr. Knoop en mr. Doll, in aanwezigheid van de griffier mr. Meerdink.