ECLI:NL:RBZUT:2006:AW9701
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. De Bie
- mr. Knoop
- mr. Doll
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Rechtbank Zutphen inzake vordering tot verlenging van de pij-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van een vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling (pij-maatregel) die aan de betrokkene was opgelegd door het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 31 maart 2006 en betrof een betrokkene die in een jongerenhuis verbleef. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen regelgeving is die haar bevoegdheid zou kunnen onderbouwen om deze vordering te behandelen. Dit betekent dat de rechtbank niet kan oordelen over de verlenging van de maatregel, aangezien de relevante wetgeving enkel spreekt over de tenuitvoerlegging van vonnissen die zijn gewezen door rechters in de Nederlandse Antillen.
De rechtbank heeft op 20 april 2006 de vordering achter gesloten deuren behandeld en daarbij de stukken bekeken, waaronder een verlengingsadvies van een gedragsdeskundige. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vordering tot verlenging van de maatregel niet onder de reikwijdte van artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden valt, omdat deze bepaling enkel betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van vonnissen en niet op de verlenging van maatregelen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank op 4 mei 2006 in het openbaar uitspraak gedaan en zich onbevoegd verklaard om van de vordering kennis te nemen. Deze beslissing is genomen door mr. De Bie, voorzitter en plv. kinderrechter, en mrs. Knoop en Doll, rechters, in aanwezigheid van mr. Meerdink, griffier.