ECLI:NL:RBZUT:2006:AX4531
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. de Bie
- A. Borgerhoff Mulder
- J. Elders
- Rechtspraak.nl
Deelname aan een criminele organisatie voor sigarettensmokkel met witwaspraktijken
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 22 mei 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige sigarettensmokkel. De verdachte heeft gedurende een periode van vijf jaar, van 1 januari 2000 tot en met 5 januari 2005, samen met anderen sigaretten voorhanden gehad die niet overeenkomstig de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een belangrijke faciliterende rol vervulde binnen de organisatie, onder andere door het gebruik van zijn bedrijf, waar hij als hoofd van de administratie werkte. Hij zorgde voor de benodigde transportmiddelen en informatie, en was betrokken bij het witwassen van crimineel verkregen vermogen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig maakten aan het opzettelijk voorhanden hebben van accijnsgoederen en het witwassen van geld dat afkomstig was uit misdrijven. De verdachte werd ook beschuldigd van het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, waaronder het voorhanden hebben van wapens en het witwassen van voorwerpen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en heeft het in beslag genomen geldbedrag van € 835,-- verbeurd verklaard. De rechtbank overwoog dat de omvang van de sigarettensmokkel de reguliere markt verstoorde en de Nederlandse staat benadeelde voor een aanzienlijk bedrag aan accijns.
De rechtbank heeft het verweer van de verdediging verworpen dat de tenlastelegging onvoldoende feitelijk was omschreven en heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de feiten. De rol van de verdachte in de criminele organisatie werd als significant beschouwd, en de rechtbank heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de samenleving.