4.2. Voor de uitleg van een overeenkomst is echter niet slechts van belang hetgeen uit de tekst zelf blijkt, maar komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs daaraan mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Bavaria heeft in dit kader een vijftal (hieronder gezamenlijk besproken) argumenten aangevoerd, die echter niet aannemelijk maken dat overeenkomst op de door Bavaria voorgestane wijze dient te worden uitgelegd.
Dat MACL wisselende argumenten zou gebruiken ter onderbouwing van haar stelling dat zij geen contractsbreuk pleegt, is in dit kader niet relevant. Het gaat erom wat partijen op het moment van het sluiten van het contract bedoeld hebben.
Volgens Bavaria was de kenbare bedoeling van de overeenkomst dat het ging om het volledige terrein, hetgeen volgens haar blijkt uit de aanduiding in artikel 1 van de overeenkomst “geëxploiteerde horeca-onderneming met alle aanhorigheden”. Dit standpunt gaat echter niet op, omdat evenementen zoals “de Zwarte Cross” niet vallen onder (de horecavergunning van) de door MACL geëxploiteerde horeca-onderneming.
Daarbij komt dat vóór de drankafname-overeenkomst bij alle grote evenementen op het terrein van MACL - behoudens de drie door Bavaria gesponsorde motorcrosses - ook steeds ander bier (Grolsch) is geschonken. Weliswaar stelt Bavaria dat dat uitdrukkelijk is overeengekomen met betrekking tot Oerkracht en haar opvolgers, maar dat wordt enerzijds ontkend, terwijl anderzijds dan toch de vraag rijst waarom Bavaria (die de tekst van de overeenkomst heeft opgesteld) dit soort beperkingen niet duidelijk heeft vastgelegd. Tegen deze achtergrond faalt de stelling dat het op de weg van MACL had gelegen om voorafgaand aan het contract expliciet ter sprake te brengen dat zij niet verplicht wilde worden om bij festivals op haar terrein Bavaria te schenken.
Dat uit gedragingen van MACL valt af te leiden dat zij ook van mening was dat zij op haar crossterrein Bavaria moest laten schenken bij evenementen als “de Zwarte Cross”, is onvoldoende aannemelijk geworden. MACL heeft bij hardloop- en mountainbike-wedstrijden immers ander bier dan Bavaria geschonken. Bavaria stelt dat zij van die activiteiten niet heeft geweten, maar dat lijkt niet aannemelijk gelet op de contacten tussen MACL en de heer [medewerker] van de Terborgse Wijncentrale, welke onderneming in dezelfde omgeving is gevestigd.
MACL heeft gemotiveerd betwist dat bij een in 2005 op het terrein van MACL gehouden feest voor de buurtschap Aalten/Lichtenvoorde naar aanleiding van bezwaren van Bavaria geen Grolsch is geschonken maar Bavaria. De verklaring van de ene partij komt niet aannemelijker voor dan die van de andere en voor nadere bewijslevering is in deze procedure geen plaats.
Voor zover Bavaria zich beroept op het e-mailbericht van 22 oktober 2004 van een bestuurslid van MACL, [bestuurslid MACL], met de zinsnede “dat voor evenementen separate afspraken kunnen worden gemaakt”, gaat ook dat niet op. De tekst van de mailbericht biedt eerder aanknopingspunten voor de juistheid van de stellingen van MACL dat de in die mail bedoelde activiteiten buiten de reikwijdte van de overeenkomst vielen en er separate afspraken over dienden te worden gemaakt. Op die mail is niet gereageerd. Dat had bepaald voor de hand gelegen, nu Bavaria zich thans op het standpunt stelt dat dit soort activiteiten wel degelijk onder de reikwijdte van de overeenkomst vielen. Verder geldt dat Bavaria uitdrukkelijk het verzoek heeft gekregen de Grand Prix te sponsoren. Dat heeft Bavaria geweigerd zonder daarbij tot uitdrukking te brengen dat MACL zich niet tot andere biermerken zou mogen wenden.