ECLI:NL:RBZUT:2006:AY0409

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
5 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580483-05
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Vegter
  • L. Lunenborg
  • H. Hemrica
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor ontuchtige handelingen met minderjarigen en bezit van kinderpornografie

Op 5 juli 2006 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 41-jarige verdachte, die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met minderjarigen en het bezit van kinderpornografie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De verdachte heeft gedurende een lange periode ontuchtige handelingen verricht met een jongen die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt. Daarnaast zijn er bij de verdachte foto’s en DVD’s aangetroffen met daarop afbeeldingen van kinderpornografie. De rechtbank heeft geadviseerd om probleemgerichte begeleiding op te leggen, en de verdachte is inmiddels aangemeld bij een forensische dagbehandelingskliniek. De rechtbank heeft deze begeleiding als bijzondere voorwaarde opgelegd met een proeftijd van 3 jaren.

Tijdens de zitting op 21 juni 2006 zijn verschillende beslissingen genomen, waaronder de afwijzing van verzoeken om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarige, en dat hij in het bezit was van afbeeldingen en gegevensdragers die seksuele gedragingen van minderjarigen toonden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met psychiatrische en psychologische rapporten die een pedofiele gerichtheid bij de verdachte aantoonden, wat leidde tot de conclusie van verminderde toerekeningsvatbaarheid.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten in overweging genomen, evenals de gevolgen voor het slachtoffer. De verdachte heeft eerder al een veroordeling voor een pedoseksueel delict gehad, wat het recidiverisico verhoogt. De rechtbank heeft besloten dat naast de gevangenisstraf ook een voorwaardelijk strafdeel moet worden opgelegd, met bijzondere voorwaarden voor begeleiding en behandeling. De vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer is toegewezen, en de verdachte is aansprakelijk gesteld voor de schade.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
Parketnummer: 06/580483-05
Uitspraak d.d.: 5 juli 2006
Tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Doetinchem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 juni 2006.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
Ter terechtzitting zijn de volgende beslissingen gegeven:
- de door en namens verdachte gedane verzoeken om opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis zijn afgewezen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De rechtbank heeft geconstateerd dat het onder 1 ten laste gelegde feit een klachtdelict betrof ten tijde van de ten laste gelegde periode. Uit de het proces-verbaal van aangifte is genoegzaam komen vast te staan dat aangever ten tijde van de aangifte vervolging tegen verdachte wenste. Op grond daarvan acht de rechtbank de officier van justitie ontvankelijk met betrekking tot feit 1.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 december 1991 tot en met
4 augustus 1992 in de gemeente Harderwijk, althans in Nederland,
met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), die de leeftijd van twaalf
jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, een of
meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit en/of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1],
bestaande uit het (telkens) meermalen, althans eenmaal,
- in zijn verdachtes, mond stoppen en/of houden van de penis van die [slachtoffer 1]
en/of het pijpen van die [slachtoffer 1] en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] stoppen en/of houden
en/of zich door die [slachtoffer 1] laten pijpen en/of
- door die [slachtoffer 1] aan zijn, verdachtes, penis laten voelen en/of het zich
door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en/of
- voelen/betasten van de penis van die [slachtoffer 1] en/of aftrekken van die
[slachtoffer 1];
art 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 5 augustus 1987 tot en met 4 augustus 1992
te in de gemeente Harderwijk, met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), die
toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of
meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit
- in zijn verdachtes, mond stoppen en/of houden van de penis van die [slachtoffer 1]
en/of het pijpen van die [slachtoffer 1] en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] stoppen en/of houden
en/of zich door die [slachtoffer 1] laten pijpen en/of
- door die [slachtoffer 1] aan zijn, verdachtes, penis laten voelen en/of het zich
door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en/of
- voelen/betasten van de penis van die [slachtoffer 1] en/of aftrekken van die
[slachtoffer 1];
art 247 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 6 maart 2006 in de gemeente Harderwijk, in elk geval in
Nederland, (telkens) één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager
(DVD's en/of een CD-ROM), bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele
gedragingen, te weten seksueel binnendringen en/of plegen en/of dulden van
ontuchtige handelingen van (een) minderjarig(e) jongen(s) bij elkaar, te weten:
- Foto [bestandsnaam]: drie jongens liggen op een strand. Ze zijn naakt en
liggen met gespreide benen. Zijn zijn circa 14 a 16 jaar oud. Een van de
jongens pakt met zijn hand de penis en het scrotum van de mdidelste jongen
vast. De foto draagt een logo: [tekst];
- Foto [bestandsnaam]: Een jongen ligt op zijn buik op een bed. Hij is naakt
en op hem ligt een andere naakte jongen. Deze jongen maakt kennelijk
aanstalten om met zijn erecte penis de anus van de onderliggende jongen te
penetreren. De foto komt uit een grotere serie die van deze jongens is
gemaakt. De foto draagt het logo [tekst];
- Foto [bestandsnaam]: Twee jongens zitten naast elkaar op een bank. Beide jongens
zijn naakt en zij hebben elkaars erecte penis vast. De jongens zijn circa 12
a 15 jaar oud. De foto komt uit een grotere serie naaktfoto's die van deze
jongens zijn gemaakt;
- Foto [bestandsnaam]: Een jongen ligt op zijn buik op een bed. Hij is naakt
en ligt met zijn rechterbeen iets opgetrokken. Hij kijkt over zijn schouder in
de camera, de foto is duidelijk geregisseerd. Het scrotum van de jongen is nog
juist zichtbaar. De foto draagt het [tekst]. De jongen is
circa 14 a 17 jaar oud;
- Film [bestandsnaam]: Filmpje van 7 minuten en
58 seconden. Opname van een jongen aan de oever van een rivier. Hij is
gekleed, uitt de gulp van zijn broek heeft hij zijn stijve penis en hij
masturbeert. De jongen kleedt zich vervolgens uit en er komt een tweede jongen
in beeld. Deze kleedt zich ook uit en vervolgens masturberen beide jongens
terwijl zij erotische foto's in een blad bekijken. De jongens zijn circa 12 a
15 jaar oud. Het betreft een al wat oudere film,
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar
was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd
en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan aangezien de aangever heeft verklaard dat het misbruik heeft plaatsgevonden van 1988 tot eind 1990. Deze periode is gelegen vóór de onder feit 1 primair ten laste gelegde periode.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in de periode van 5 augustus 1987 tot en met 31 december 1990
in de gemeente Harderwijk, met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]), die
toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het
- in zijn verdachtes, mond stoppen en/of houden van de penis van die [slachtoffer 1]
en/of het pijpen van die [slachtoffer 1] en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 1] stoppen en/of houden
en/of zich door die [slachtoffer 1] laten pijpen en
- door die [slachtoffer 1] aan zijn, verdachtes, penis laten voelen en/of het zich
door die [slachtoffer 1] laten aftrekken en
- voelen/betasten van de penis van die [slachtoffer 1] en/of aftrekken van die
[slachtoffer 1];
2.
hij op 6 maart 2006 in de gemeente Harderwijk, meermalen een afbeelding en gegevensdragers (DVD's en een CD-ROM), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen van minderjarige jongens bij elkaar, te weten:
- Foto [bestandsnaam]: drie jongens liggen op een strand. Ze zijn naakt en
liggen met gespreide benen. Zijn zijn circa 14 a 16 jaar oud. Een van de
jongens pakt met zijn hand de penis en het scrotum van de middelste jongen
vast. De foto draagt een logo: [tekst];
- Foto [bestandsnaam]: Een jongen ligt op zijn buik op een bed. Hij is naakt
en op hem ligt een andere naakte jongen. Deze jongen maakt kennelijk
aanstalten om met zijn erecte penis de anus van de onderliggende jongen te
penetreren. De foto komt uit een grotere serie die van deze jongens is
gemaakt. De foto draagt het logo [tekst];
- Foto [bestandsnaam]: Twee jongens zitten naast elkaar op een bank. Beide jongens
zijn naakt en zij hebben elkaars erecte penis vast. De jongens zijn circa 12
a 15 jaar oud. De foto komt uit een grotere serie naaktfoto's die van deze
jongens zijn gemaakt;
- Foto [bestandsnaam]: Een jongen ligt op zijn buik op een bed. Hij is naakt
en ligt met zijn rechterbeen iets opgetrokken. Hij kijkt over zijn schouder in
de camera, de foto is duidelijk geregisseerd. Het scrotum van de jongen is nog
juist zichtbaar. De foto draagt het [tekst]. De jongen is
circa 14 a 17 jaar oud;
- Film [bestandsnaam]: Filmpje van 7 minuten en
58 seconden. Opname van een jongen aan de oever van een rivier. Hij is
gekleed, uitt de gulp van zijn broek heeft hij zijn stijve penis en hij
masturbeert. De jongen kleedt zich vervolgens uit en er komt een tweede jongen
in beeld. Deze kleedt zich ook uit en vervolgens masturberen beide jongens
terwijl zij erotische foto's in een blad bekijken. De jongens zijn circa 12 a
15 jaar oud. Het betreft een al wat oudere film,
bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar
was betrokken, in bezit heeft gehad.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1 subsidiair:
- met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
Feit 2:
- een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte zijn een psychiatrisch rapport gedateerd 30 mei 2006 en een psychologisch rapport van mei 2006, opgemaakt door respectievelijk dr. A. Pen, psychiater te Zutphen, en drs. P.M.F. Brookhuis, GZ-psychologe en beiden vaste gerechtelijke deskundigen.
De conclusies in deze rapportages houden in dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis der geestvermogens in de vorm van een pedofiele gerichtheid op jongens rond de puberteitsleeftijd. Er is sprake van kernpedofilie. Het delictgedrag kan zonder twijfel worden beschouwd als een gevolg van zijn stoornis. Redenerend binnen het medisch stoornismodel zou moeten worden gesproken van verminderde toerekeningsvatbaarheid.
De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen en neemt deze over.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte gedurende een lange periode van ongeveer twee jaren en ter bevrediging van zijn seksuele behoefte inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en
geestelijke integriteit van het slachtoffer [slachtoffer 1]. Dit is hem zwaar aan te rekenen, in het bijzonder omdat algemeen bekend is dat de nadelige gevolgen van afgedwongen seksuele contacten voor een slachtoffer veelal ernstig en langdurig kunnen zijn. Aannemelijk is geworden dat het slachtoffer in deze zaak inderdaad zodanige schade heeft geleden. Bovendien heeft verdachte kinderporno in zijn bezit gehad. Dit klemt te meer nu hij in 1997 al eerder is veroordeeld voor pedoseksueel delict.
Voorts heeft de rechtbank gelet op bovenvermelde rapportage. Daaruit is het volgende af te leiden.
Het recidiverisico wordt ingeschat als matig hoog. Ongunstige factoren zijn de beperkte intellectuele capaciteiten, een sterk narcistische krenkbaarheid, zijn neiging om sociale contacten te zoeken in het pedofiele circuit en een zeer geringe motivatie en beperkt vermogen tot behandeling en begeleiding. Gunstige factoren bij verdachte zijn een redelijke maatschappelijke inbedding, met name op het gebied van arbeid, een behoorlijke beheersing van belangrijke maatschappelijke functies zoals, financieel beheer en zelfzorg, de
afwezigheid van verslavingsproblemen en geen aanwijzingen voor psychopathie.
Een poging tot probleemgerichte begeleiding, eventueel na een meer nauwkeurige diagnostische analyse waarin ook het systeem zou moeten worden betrokken, lijkt echter wel te adviseren. Daarbij zou kunnen worden bezien of het mogelijk is het rusteloze zoekgedrag van verdachte om te buigen in de richting van een stabielere relatie met een partner die
buiten de reikwijdte van de wet valt. Een en ander zou betekenen dat zou kunnen worden aangeknoopt bij een ontwikkeling die verdachte de laatste jaren zelf al enigszins in gang heeft gezet. Deze vorm van behandeling/begeleiding wordt aangeboden in programma’s van meerdere Forensische Dagbehandelingsklinieken. Namens de Reclassering is ter terechtzitting kenbaar gemaakt dat verdachte inmiddels is aangemeld bij De Tender te Deventer. Daarnaast is het advies om een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met daaraan verbonden reclasseringscontact.
Gelet op bovengenoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de door de raadsvrouw bepleite onvoorwaardelijke straf gelijk aan het voorarrest, zodat de nadelige gevolgen in verband met de werksituatie van verdachte beperkt blijven, onvoldoende recht doet aan de ernst van de gepleegde feiten.
De rechtbank acht, naast de oplegging van een gevangenisstraf, een deels voorwaardelijke gevangenis-straf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal voorts de nader te noemen bijzondere voorwaarden stellen.
In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu deze bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane misdrijf werden aangetroffen en deze aan verdachte toebehorende voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven, terwijl deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Nu er geen strafvorderlijk belang meer aanwezig is dat zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres], [postcode, woonplaats], gironummer [cijfers] heeft zich ter terechtzitting met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 680,67 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen.
De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 1, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36c, 36d, 57, 63, 240b en 247 oud van het Wetboek van Strafrecht
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden.
- Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 5 (vijf) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel dat veroordeelde gedurende de, hierbij op 3 jaren vastgestelde, proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft:
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door De Tender te Deventer dan wel een andere door de reclassering aan te wijzen instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die door of namens de leiding van die instelling zullen worden gegeven.
Geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1 CD-rom, CD-R80
- 3 CD-roms, CD-R
Gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
- 1 fotoalbum
- 1 fotorolletje, Kodak
- 24 memopapiertjes
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres], [postcode, woonplaats], gironummer [cijfers], van een bedrag van
€ 680,67, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Aldus gewezen door mrs. Vegter, voorzitter, Lunenborg en Hemrica, rechters, in tegenwoordigheid van Van Aalst, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 juli 2006.