ECLI:NL:RBZUT:2006:AY4016

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
14 juli 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/922051-04
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Harreveld
  • M. Donker
  • J. Vegter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontduiking van anti-dumpingheffing op spaarlampen uit China

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 14 juli 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk onjuist doen van douaneaangiften met betrekking tot spaarlampen van Chinese oorsprong. De verdachte, een bestuurder van een bedrijf, heeft in de periode van 9 februari 2001 tot en met 28 oktober 2003 meermalen onjuiste goederencodes vermeld op invoeraangiften, waardoor te weinig rechten bij invoer werden geheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met ontduikingsopzet heeft gehandeld en dat de tenlastelegging geen onjuiste of verwarrende onderdelen bevatte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, het belastingnadeel dat is ontstaan, en de omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder met Justitie in aanraking is gekomen. De rechtbank heeft de strafoplegging gematigd, omdat het ging om het ontgaan van voor reguliere import prohibitieve heffingen en niet om reguliere belastinginkomsten. De uitspraak is gedaan in het kader van de Douanewet en het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank de relevante artikelen heeft toegepast.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/922051-04
Uitspraak d.d.: 14 juli 2006
tegenspraak / dip / oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, plaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 juni 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
(artikel 48 lid 1 sub a juncto lid 3 Douanewet juncto artikel 47 en artikel 51
Wetboek van Strafrecht)
[bedrijven], in of omstreeks de periode van 9
februari 2001 tot en met 28 oktober 2003 dan wel in of omstreeks het/de
ja(a)r(en) 2001, 2002, 2003 te Putten en/of Rotterdam en/of Ridderkerk en/of
Scherpenzeel en/of Hoofddorp en/of Cuijk en/of (elders) in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) een ingevolge wettelijke bepalingen inzake de Douane vereiste
aangifte, te weten na te noemen aangifte(n) ten invoer met betrekking tot
spaarlampen,
opzettelijk onjuist en/of onvolledig heeft gedaan en/of heeft doen doen,
terwijl het feit er toe strekte
dat te weinig rechten bij invoer werden en/of zouden worden geheven,
immers heeft [bedrijven] op die aangifte(n) ten
invoer een onjuiste goederencode voor spaarlampen (juiste GN-code 8539.3190)
vermeld en/of doen vermelden, althans een onjuiste goederencode vermeld en/of
doen vermelden,
tot welk feit hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden
gedraging hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
(het betreft de navolgende aangiften ten invoer)
- invoeraangifte 00000795 d.d. 1 maart 2001, betreffende 100.000 stuks energie
spaarlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00
(1/D.58.01);
- invoeraangifte 00002272 d.d. 21 juni 2001, betreffende 94600 stuks
spaarlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00
(1/D.59.01);
- invoeraangifte 00003911 d.d. 11 oktober 2001, betreffende 100.000 stuks
spaarlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2998 90 0000 0000 00 00
(1/D.60.01);
- invoeraangifte 00006391 d.d. 16 januari 2002, betreffende 60.138 stuks
spaarlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 3900 0000 0000 00 00
(1/D.61.01);
- invoeraangifte 0201214144 d.d. 10 oktober 2002, betreffende 15000 stuks
andere halogeenlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2992 90 0000
0000 00 00 (1/D.62.01);
- invoeraangifte 000 12821 d.d. 22 november 2002, betreffende 116000 stuks
spaarlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00
(1/D.63.01);
- invoeraangifte 02 01232155 d.d. 23 december 2002, betreffende 47000 stuks
andere halogeenlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2992 90 0000
0000 00 00 (1/D.64.01);
- invoeraangifte 02102872 d.d. 24 december 2002, betreffende 38056 stuks
spaarlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2192 90 0000 0000 00 00
(1/D.65.01);
- invoeraangifte 02102875 d.d 27 december 2002, betreffende 59532 stuks andere
lampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2192 90 0000 0000 00 00
(1/D.66.01);
- invoeraangifte 03000043 d.d. 15 januari 2003, betreffende 49290 stuks andere
halogeenlampen van Chinese oorsprong en 02000044 d.d. 15 januari 2003
betreffende 77290 stuks andere halogeenlampen van Chinese oorsprong, met
GN-code 8539 2192 90 0000 0000 00 00 (1/D.67.01 en 1/D.67.03);
- invoeraangifte 000 15526 d.d. 18 maart 2003, betreffende 91000 stuks
spaarlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00
(1/D.68.01);
- invoeraangifte 000 17059 d.d. 14 mei 2003, betreffende 214250 stuks energy
saving lamps van Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00
(1/D.69.01);
- invoeraangifte 03001020 d.d. 19 augustus 2003, betreffende 910000 stuks
andere gloeilampen en -buizen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2992 90
0000 0000 00 00 (1/D.70.01);
- invoeraangifte 03-0836 d.d. 17 september 2003, betreffende 1905 stuks andere
electrische gloeilampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 3900 90 0000
0000 00 00 (1/D.71.01);
art 48 lid 1 ahf/sub a Douanewet
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Verweer nietigheid van de dagvaarding
Namens verdachte is aangevoerd dat nietigverklaring van de dagvaarding moet volgen, nu uit de tenlastelegging niet of althans in onvoldoende mate valt op te maken wat verdachte nu exact wordt verweten. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat in de tenlastelegging een onjuiste goederencode is vermeld en dat de term spaarlampen als vermeld in de tenlastelegging verwarring oproept nu onder spaarlampen ook lampen vallen waarover geen antidumpingheffing is verschuldigd. Daarnaast is niet duidelijk of met spaarlampen hetzelfde wordt bedoeld als vermeld als in de EG-Verordening tot instelling van definitieve antidumpingrechten op de invoer van geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
Naar haar oordeel bevat de tenlastelegging geen onjuiste of verwarringwekkende onderdelen en voldoet de omschrijving van het aan verdachte verweten feit ook overigens aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
Ter terechtzitting is van enig misverstand omtrent de strekking en de reikwijdte van het ten laste gelegde dan ook geenszins gebleken.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
[bedrijven], in de periode van 4 oktober 2001 tot en met 28 oktober 2003 te Putten en/of Rotterdam en/of Ridderkerk en/of Scherpenzeel en/of Hoofddorp en/of Cuijk en/of (elders) in Nederland, telkens een ingevolge wettelijke bepalingen inzake de Douane vereiste aangifte, te weten na te noemen aangiften ten invoer met betrekking tot spaarlampen, opzettelijk onjuist heeft laten doen,
terwijl het feit er toe strekte dat te weinig rechten bij invoer werden en/of zouden worden geheven, immers heeft [bedrijven] op die aangiften ten invoer een onjuiste goederencode voor spaarlampen (juiste GN-code 8539.3190) doen vermelden,
aan welke verboden gedraging hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven;
het betreft de navolgende aangiften ten invoer:
- invoeraangifte 00003911 d.d. 11 oktober 2001, betreffende 100.000 stuks spaarlampen van
Chinese oorsprong met GN-code 8539 2998 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 00006391 d.d. 16 januari 2002, betreffende 60.138 stuks spaarlampen van
Chinese oorsprong met GN-code 8539 3900 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 0201214144 d.d. 10 oktober 2002, betreffende 15000 stuks andere
halogeenlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2992 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 000 12821 d.d. 22 november 2002, betreffende 116000 stuks spaarlampen
van Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 02 01232155 d.d. 23 december 2002, betreffende 47000 stuks andere
halogeenlampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2992 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 02102872 d.d. 24 december 2002, betreffende 38056 stuks spaarlampen van
Chinese oorsprong met GN-code 8539 2192 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 02102875 d.d. 27 december 2002, betreffende 59532 stuks andere lampen
van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2192 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 03000043 d.d. 15 januari 2003, betreffende 49290 stuks andere
halogeenlampen van Chinese oorsprong en 02000044 d.d. 15 januari 2003 betreffende
77290 stuks andere halogeenlampen van Chinese oorsprong, met GN-code 8539 2192 90
0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 000 15526 d.d. 18 maart 2003, betreffende 91000 stuks spaarlampen van
Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 000 17059 d.d. 14 mei 2003, betreffende 214250 stuks energy saving lamps
van Chinese oorsprong met GN-code 8539.3900 90 0000 0000 00 00;
- invoeraangifte 03001020 d.d. 19 augustus 2003, betreffende 910000 stuks andere
gloeilampen en -buizen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 2992 90 0000 0000 00
00;
- invoeraangifte 03-0836 d.d. 17 september 2003, betreffende 1905 stuks andere electrische
gloeilampen van Chinese oorsprong met GN-code 8539 3900 90 0000 0000 00 00.
Ter toelichting op de bewezenverklaring overweegt de rechtbank, in verband met de namens verdachte aangevoerde bewijsverweren, dat uit de bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, naar voren komt, dat verdachte als bestuurder van [bedrijven] welbewust onjuiste goederencodes heeft laten vermelden op de door de betrokken douane-expediteur(s) verzorgde aangiftes ten invoer die betrekking hadden op door genoemde vennootschappen uit China ingevoerde spaarlampen (energy saving lamps) en dat die onjuiste vermeldingen ten doel en tot gevolg hadden, dat de invoer van deze spaarlampen niet werd onderworpen aan de krachtens EG-Verordeing nr. 1470, 2001 geldende anti dumping heffing. Door of namens verdachte is niet aangevoerd en uit het onderzoek is evenmin gebleken of aannemelijk geworden, dat enig deel van de ten laste gelegde importen betrekking had op buiten bedoelde heffing vallende lampen. In het licht van het vorenoverwogene en van het resultaat van op later in beslag genomen (spaar)lampen verricht onderzoek, moet daarom van het tegendeel worden uitgegaan.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Opzettelijk een ingevolge wettelijke bepalingen vereiste aangifte onjuist doen, terwijl dat feit ertoe strekt dat te weinig rechten bij invoer worden geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl de schuldige telkens feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Strafbaarheid van de verdachte
Nu verdachte blijkens het eerderoverwogene met ontduikingsopzet heeft gehandeld, kan zijn andersluidende verweer niet leiden tot ontslag van alle rechtsvervolging.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, strekkende tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar met aftrek van de in verzekering doorgebrachte tijd.
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Deze taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat verdachte zich uit winstbejag langdurig en veelvuldig heeft schuldig gemaakt aan het bevorderen van douanefraude. Hij heeft aldus bijgedragen aan marktverstoring en schade voor de Europese lampenindustrie. Tevens heeft hij de voor zijn vennootschappen optredende douane-expediteurs blootgesteld aan het inmiddels werkelijkheid geworden risico, dat zij, wegens insolventie van de vennootschappen, uiteindelijk zouden moeten opdraaien voor de ontdoken heffingen.
Aangaande deze strafoplegging wordt anderzijds overwogen dat de door de officier van justitie geëiste straf hoofdzakelijk werd gebaseerd op het door verdachtes handelwijze ontstane belastingnadeel, terwijl de rechtbank ter zake juist aanleiding ziet voor relativering van dit nadeel, nu het in deze niet gaat om derving van reguliere belastinginkomsten, maar om het ontgaan van voor reguliere import prohibitieve heffingen, waarvan het totaalbedrag, naar mag worden aangenomen, zeer aanzienlijk hoger is dan het door ontduiking behaalde voordeel.
Daarnaast heeft de rechtbank in sterke mate laten medewegen, dat de feiten reeds van oude datum zijn alsmede dat verdachte niet eerder met Justitie in aanraking kwam en door de onderhavige strafzaak in kommervolle omstandigheden is komen te verkeren.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 51 en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1 en 48 van de Douanewet;
- Verordening (EG) nr. 1470, 2001.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Donker en Vegter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juli 2006.
Mrs. Donker en Vegter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.