ECLI:NL:RBZUT:2006:AY5822

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
8 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460203-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Hoorn
  • A. Vergunst
  • J. van Baaren
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging en vrijspraak van verboden wapenbezit in Zutphen

Op 8 augustus 2006 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadig voorval in een woonwijk te Zutphen. Tijdens een ruzie werd het slachtoffer meermalen geslagen met een honkbalknuppel door een medeverdachte en geschopt door de verdachte en een andere medeverdachte. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor poging tot doodslag, omdat het wegrijden van de verdachte met de auto niet voldoende opzet op het doodrijden van het slachtoffer kon aantonen. De rechtbank concludeerde dat de geweldsuitbarsting wel degelijk openlijke geweldpleging opleverde. De verdachte werd vrijgesproken van het medeplegen van het verboden bezit van een gaspistool, dat in de woonwagen van een medeverdachte was aangetroffen. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest. Het gaspistool werd onttrokken aan het verkeer. De uitspraak volgde na een zitting op 25 juli 2006, waar de rechtbank de voorlopige hechtenis van de verdachte handhaafde, gezien de ernstige bezwaren die nog steeds tegen hem bestonden. De rechtbank overwoog dat er geen feiten of omstandigheden waren die een beroep op noodweer konden ondersteunen, en dat de verdachte strafbaar was voor het bewezenverklaarde feit van openlijke geweldpleging. De rechtbank hield rekening met de recidive van de verdachte en de impact van het geweld op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460203-06
Uitspraak d.d.: 8 augustus 2006
tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1955],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Doetinchem, Hogenslagweg 8.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
25 juli 2006.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
Ter terechtzitting zijn de volgende beslissingen gegeven:
Het door de raadsvrouwe namens verdachte gedane verzoek tot opheffing c.q. schorsing van de voorlopige hechtenis is afgewezen, nu er door de rechtbank nog steeds ernstige bezwaren tegen verdachte en de gronden voor voorlopige hechtenis aanwezig worden geacht. Naar het oordeel van de rechtbank doet een situatie, zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, Wetboek van Strafvordering, zich niet voor.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal met een (rijdende) auto met verhoogde snelheid, althans met een te hoge snelheid, althans met vaart in de richting van en/of tegen die [slachtoffer 1] is (aan) gereden, althans op die [slachtoffer 1] is ingereden, terwijl deze [slachtoffer 1] op enig moment op de grond lag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans eenmaal met een (rijdende) auto met verhoogde snelheid, althans met een te hoge snelheid, althans met vaart in de richting van en/of tegen die [slachtoffer 1] is (aan) gereden, althans op die [slachtoffer 1] is ingereden, terwijl deze [slachtoffer 1] op enig moment op de grond lag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend meermalen, althans eenmaal met een (rijdende) auto met verhoogde snelheid, althans met te hoge snelheid, althans met vaart in de richting van en/of tegen die [slachtoffer 1] (aan)gereden, althans op die [slachtoffer 1] ingereden, terwijl deze [slachtoffer 1] op enig moment op de grond lag en/of (daarbij) dreigend de woorden toegevoegd : "wacht maar ik rijd hem
dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 12 april 2006 te Zutphen met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Brucknerstraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit:
- bij zich steken, althans meenemen van meerdere, althans (een) mes(sen) en/of een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp en/of
- het (vervolgens) met een auto naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te rijden en/of
- het (vervolgens) meermalen, althans eenmaal krachtig met een honkbalknuppel, althans een hard voorwerp op het hoofd en/of de rug en/of de hand(en) en/of de arm(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 1] slaan en/of
- het meermalen, althans eenmaal krachtig tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] schoppen en/of
- het meermalen, althans eenmaal met een (rijdende) auto met verhoogde snelheid, althans met te hoge snelheid, althans met vaart in de richting van en/of tegen die [slachtoffer 1] (aan)rijden, althans op die [slachtoffer 1] inrijden, terwijl deze [slachtoffer 1] op enig moment op de grond ligt;
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 11 april 2006 tot en met 13 april 2006 te Zutphen en/of Almelo, althans in Nederland, tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een of meer wapens van categorie III, te weten een gaspistool (Rohm Vektor CPI, 9 mm knal), voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
De verdachte behoort van het onder 1 en 3 tenlastegelegde te worden vrijgesproken. Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, aangezien er maar één verklaring is, te weten de bij de politie afgelegde verklaring van [naam] van 12 april 2006, waaruit het opzet van verdachte, gericht op de levensberoving of zware mishandeling van [slachtoffer 1] door het achteruit rijden met de auto, valt te herleiden, nu deze [naam] de enige is die verklaart dat verdachte woorden als ‘wacht maar ik rijd hem dood’ heeft gebezigd. De verklaringen van andere getuigen spreken elkaar op het punt van de wijze van wegrijden, gelet op het aantal keren dat verdachte zou hebben moeten achteruit steken om weg te rijden en de snelheid waarmee dit steken en wegrijden zou hebben plaats gevonden, tegen. Ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat het verdachte niet kan worden aangerekend dat er in een woonwagen, waar hij ook wel eens verblijft, een vuurwapen is gevonden. Bovendien is deze woonwagen een plek waar meer mensen dan verdachte voor kortere of langere tijd verblijven en is verdachtes wetenschap omtrent de aanwezigheid van dit vuurwapen niet aannemelijk geworden.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat
hij op 12 april 2006 te Zutphen met anderen aan de openbare weg, Brucknerstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1], welk geweld bestond uit:
- meenemen van meerdere messen en een honkbalknuppel en
- het vervolgens met een auto naar de woning van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] rijden en
- het vervolgens meermalen krachtig met een honkbalknuppel op het hoofd en/of de rug en/of de handen en/of de armen, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] slaan en
- het krachtig tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] schoppen.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf: het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Het door raadsvrouwe namens verdachte gedane beroep op noodweer wordt verworpen. De rechtbank overweegt dat er geen feiten en/of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die een dergelijk beroep zouden kunnen ondersteunen.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie
bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden, de ernstige recidive van verdachte voor dit soort feiten. Bovendien zijn, door het openbare en grove karakter van het geweld dat is toegepast, gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving en vrees bij de slachtoffers ontstaan.
In beslag genomen voorwerpen
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp met betrekking tot welke een strafbaar feit is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, nu dit van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 36b, 36d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- gaspistool, merk ROHM, type 9 MM PAK, kleur zwart, serienummer 0636250.
Aldus gewezen door mr. Van Hoorn, voorzitter, en mrs. Vergunst en Van Baaren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Wel, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2006.