ECLI:NL:RBZUT:2006:AY6639

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
22 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460220-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Borgerhoff Mulder
  • A. de Bie
  • J. van Beuge
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling aura-/chakra healer voor seksuele delicten met cliënten

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 22 augustus 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een aura-/chakra healer, die werd beschuldigd van meerdere seksuele delicten met cliënten. De verdachte, die werkzaam was in de gezondheidszorg, heeft zich schuldig gemaakt aan ontucht en verkrachting van verschillende slachtoffers, waaronder familieleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie en het vertrouwen van zijn cliënten, die zich aan hem hadden toevertrouwd in de hoop op genezing. De feiten vonden plaats in de periode van 1997 tot 2006, waarbij de verdachte zijn slachtoffers onder druk zette en hen dwong tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als consistent en geloofwaardig beoordeeld, terwijl de verdediging geen overtuigende argumenten kon aanvoeren om de beschuldigingen te weerleggen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en het herhaaldelijk misbruik van vertrouwen zwaar heeft meegewogen. De rechtbank heeft ook de eerdere veroordelingen van de verdachte voor zedendelicten in aanmerking genomen, wat bijdroeg aan de beslissing om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bescherming van kwetsbare cliënten in de gezondheidszorg en de gevolgen van seksueel misbruik door zorgverleners.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460220-06
Uitspraak d.d.: 22 augustus 2006
tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1971],
wonende te [woonplaats]
thans verblijvende in het HvB Arnhem-Zuid te Arnhem
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 08 augustus 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 februari 2006 te Eibergen, althans in de gemeente
Berkelland en/of (elders) in Nederland, door geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een)
handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte door en/of
over de kleding van die [slachtoffer 1] heen
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en/of
- de borst(en) van die [slachtoffer 1] vastgehouden en/of gemasseerd en/of
- de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 1] betast en/of gestreeld en/of
- die [slachtoffer 1] in de nek gekust en/of
- de hand van die [slachtoffer 1] op/in zijn, verdachtes, lies, althans in de omgeving
van zijn lies gelegd en/of (vervolgens) haar hand op en neer bewogen,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- één of meermalen zijn stem heeft verheven en/of
- de hand van die [slachtoffer 1] (stevig) heeft vastgepakt en/of
- tegen haar heeft gezegd dat zij beter haar best moest doen, althans woorden
van gelijke aard of strekking en/of
- haar achterover op de matras heeft geduwd en/of
- tegen haar heeft gezegd: "voel mij", althans woorden van gelijke aard en/of
strekking en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn (geestelijke) overwicht op die [slachtoffer 1] en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht op die [slachtoffer 1], voortvloeiende uit
zijn werk als behandelaar/therapeut (aura-/chakra healer) en/of
- (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
(incident 1)
art 242 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 13 februari 2006 te Eibergen, althans in de gemeente
Berkelland en/of (elders) in Nederland, terwijl hij toen werkzaam was in de
gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met
[slachtoffer 1], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en/of zorg
had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte,(over de kleren van die [slachtoffer 1]
heen),
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en/of
- de borst(en) van die [slachtoffer 1] vastgehouden en/of gemasseerd en/of
- de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 1] betast en/of gestreeld en/of
- die [slachtoffer 1] in de nek gekust en/of
- de hand van die [slachtoffer 1] op/in zijn, verdachtes, lies, althans in de omgeving
van zijn lies gelegd en/of (vervolgens) haar hand op en neer bewogen;
(incident 1)
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 januari
2006 tot en met 13 februari 2006 te Eibergen, althans in de gemeente
Berkelland en/of (elders) in Nederland, (telkens) terwijl hij toen werkzaam
was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd
met [slachtoffer 2], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en/of
zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, (over de kleding van die
[slachtoffer 2] heen) (telkens)
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht en/of zich door
die [slachtoffer 2] laten pijpen en/of
- zijn tong in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht en/of die
[slachtoffer 2] gebeft, althans de vagina van die [slachtoffer 2] gelikt en/of
- met zijn penis langs/tegen de vagina van die [slachtoffer 2] gewreven en/of
- de borst(en) en/of de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 2]
betast en/of gestreeld;
(incident 2)
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2003
tot en met 1 april 2005 in de gemeente Borne en/of (elders) in Nederland,
(telkens) terwijl hij toen werkzaam was in de gezondheidszorg en/of
maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met (zijn nicht)
[slachtoffer 3], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en/of
zorg had toevertrouwd, immers heeft hij verdachte, (telkens)
- de borst(en) en/of de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 3]
betast en/of gestreeld en/of
- (een) draaiende en/of drukkende beweging(en) met zijn hand(en) op haar
vagina gemaakt;
(incident 3)
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 januari 2004
in de gemeente Borne, terwijl hij toen werkzaam was in de gezondheidszorg
en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met (zijn zuster)
[slachtoffer 4], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp
en/of zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, zijn vinger(s) in de
vagina van die [slachtoffer 4] geduwd en/of gebracht;
(incident 4)
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 1997
tot en met 1 november 2001 in de gemeente Borne en/of de gemeente Hellendoorn
en/of (elders) in Nederland (telkens) terwijl hij toen werkzaam was in de
gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 5], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp
en/of zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, (telkens)
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 5] geduwd en/of gebracht
en/of
- haar gekust en/of
- die [slachtoffer 5] over het lichaam gestreeld;
(incident 5)
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks mei 2002 en/of december 2004 in de gemeente Borne en/of
(elders) in Nederland, (telkens) terwijl hij toen werkzaam was in de
gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met (zijn
nicht) [slachtoffer 6], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's
hulp en/of zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, (over de
kleding heen) (telkens)
- de vagina en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 6] betast en/of gestreeld en/of
- (een) draaiende beweging(en) op de vagina van die [slachtoffer 6], althans in de
schaamstreek van die [slachtoffer 6] gemaakt;
(incident 6)
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van maart 2004 tot
en met februari 2005 in de gemeente Enschede en/of in de gemeente Borne,
althans in Nederland, (telkens) terwijl hij toen werkzaam was in de
gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 7], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en/of zorg had
toevertrouwd, immers heeft hij (telkens) (over de kleding heen)
- de borst(en) van die [slachtoffer 7] betast en/of gemasseerd en/of
- de vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer 7] betast en/of gestreeld en/of
- (een) draaiende beweging(en) op die vagina, althans in die schaamstreek
gemaakt
- zijn hand in de onderbroek van die [slachtoffer 7] gestoken
(incident 7);
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
8.
hij in of omstreeks de periode van februari 2001 tot en met september 2001 te
Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans in Nederland, door geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 8] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een)
handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8], hebbende verdachte
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] geduwd en/of gebracht en/of
- (over de kleding heen) de borst(en) van die [slachtoffer 8] betast
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- de broek van die [slachtoffer 8] uit heeft getrokken, althans naar beneden heeft
getrokken en/of
- haar (over de tafel) naar zich toe heeft getrokken en/of
- haar bij haar billen, althans heupen heeft vastgepakt (zodat zij geen kant
op kon) en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn (geestelijke) overwicht op die [slachtoffer 8] en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht op die [slachtoffer 8], voortvloeiende uit
zijn werk als behandelaar/therapeut (aura-/chakra healer) en/of
- (aldus) voor die [slachtoffer 8] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
(incident 8)
art 242 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van februari 2001 tot en met september 2001 te
Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans in Nederland, terwijl hij toen
werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft
gepleegd met [slachtoffer 8], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's
hulp en/of zorg had toevertrouwd, immers heeft hij
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] geduwd en/of gebracht en/of
- (over de kleding heen) de borst(en) van die [slachtoffer 8] betast;
art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 13 februari 2006 te Eibergen, door geweld of andere
feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte door en/of
over de kleding van die [slachtoffer 1] heen
- zijn vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gebracht en
- de borsten van die [slachtoffer 1] vastgehouden en gemasseerd en
- de vagina en de schaamstreek van die [slachtoffer 1] betast en gestreeld en
- die [slachtoffer 1] in de nek gekust en
- de hand van die [slachtoffer 1] op zijn, verdachtes, lies, althans in de omgeving
van zijn lies gelegd en vervolgens haar hand op en neer bewogen,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- één of meermalen zijn stem heeft verheven en
- de hand van die [slachtoffer 1] stevig heeft vastgepakt en
- tegen haar heeft gezegd dat zij beter haar best moest doen, althans woorden
van gelijke aard of strekking en
- haar achterover op de matras heeft geduwd en
- tegen haar heeft gezegd: "voel mij", althans woorden van gelijke aard en
strekking en
- misbruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht op die [slachtoffer 1] en
- misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht op die [slachtoffer 1], voortvloeiende uit
zijn werk als behandelaar/therapeut aura-/chakra healer en
- aldus voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 27 januari 2006 tot en met 13 februari 2006 te Eibergen, telkens terwijl hij toen werkzaam was in de gezondheidszorg, ontucht heeft gepleegd
met [slachtoffer 2], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en
zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, telkens
- zijn vinger in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht en
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer 2] geduwd en/of gebracht en zich door
die [slachtoffer 2] laten pijpen en
- zijn tong in de vagina van die [slachtoffer 2] geduwd en die [slachtoffer 2] gebeft en
- met zijn penis tegen de vagina van die [slachtoffer 2] gewreven en/of
- de borsten en de vagina en de schaamstreek van die [slachtoffer 2]
betast en gestreeld;
3.
hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2003 tot en met 1 april 2005 in de gemeente Borne,
telkens terwijl hij toen werkzaam was in de gezondheidszorg, ontucht heeft gepleegd met zijn nicht [slachtoffer 3], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en
zorg had toevertrouwd, immers heeft hij verdachte, telkens
- de borsten en de vagina en de schaamstreek van die [slachtoffer 3]
betast en gestreeld en
- draaiende en drukkende bewegingen met zijn hand op haar
vagina gemaakt;
4.
hij in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 januari 2004 in de gemeente Borne, terwijl hij toen werkzaam was in de gezondheidszorg, ontucht heeft gepleegd met zijn zuster
[slachtoffer 4], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp
en zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, zijn vingers in de
vagina van die [slachtoffer 4] geduwd en gebracht;
5.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 1997 tot en met 1 november 2001 in de gemeente Borne en de gemeente Hellendoorn
en elders in Nederland telkens terwijl hij toen werkzaam was in de
gezondheidszorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 5], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte’s hulp en zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, telkens
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 5] geduwd en/of gebracht
en
- haar gekust en
- die [slachtoffer 5] over het lichaam gestreeld;
6.
hij in mei 2002 en december 2004 in de gemeente Borne, telkens terwijl hij toen werkzaam was in de gezondheidszorg, ontucht heeft gepleegd met zijn
nicht [slachtoffer 6], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's
hulp en zorg had toevertrouwd, immers heeft hij, verdachte, over de bekleding heen telkens
- draaiende bewegingen op de vagina van die [slachtoffer 6] gemaakt.
7.
hij op tijdstippen in de periode van maart 2004 tot en met februari 2005 in de gemeente Enschede en in de gemeente Borne, althans in Nederland, telkens terwijl hij toen werkzaam was in de gezondheidszorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 7], die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachte's hulp en zorg had toevertrouwd, immers heeft hij telkens
- de borsten van die [slachtoffer 7] betast en/of gemasseerd en
- de vagina van die [slachtoffer 7] betast en/of gestreeld en
- een draaiende bewegingen op die vagina, en
- zijn hand in de onderbroek van die [slachtoffer 7] gestoken
8.
hij in de periode van februari 2001 tot en met september 2001 te
Nijverdal, gemeente Hellendoorn, althans in Nederland, door geweld of andere feitelijkheden [slachtoffer 8] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8], hebbende verdachte
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] geduwd en/of gebracht en
- over de kleding heen de borsten van die [slachtoffer 8] betast
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheiden dat verdachte
- haar over de tafel naar zich toe heeft getrokken en
- haar bij haar billen vastgepakt zodat zij geen kant op kon en
- misbruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht op die [slachtoffer 8] en
- misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht op die [slachtoffer 8], voortvloeiende uit
zijn werk als behandelaar/therapeut aura-/chakra healer en
- aldus voor die [slachtoffer 8] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
Bewijsoverweging
Door en namens verdachte is aangevoerd dat er zakelijk weergegeven sprake is van een complot tegen verdachte. Tevens heeft de raadsman aangevoerd dat het voor verdachte feitelijk onmogelijk is om door een stretchstof broek de tenlastegelegde penetratie uit te voeren vanwege de onvoldoende rekbaarheid van deze stof. Vervolgens heeft de raadsman de datum en het tijdstip waarop de strafbare feiten gepleegd zouden zijn ter discussie gesteld. Op deze tijdstippen zou het voor veroordeelde onmogelijk zijn om deze strafbare feiten te plegen vanwege andere bezigheden, zoals groepssessies.
Tenslotte is door de raadsman en de verdachte betoogd dat de verdachte geen patiënten cq cliënten behandelt. Er is geen sprake van een behandelrelatie. Verdachte praat slechts met mensen die met behulp van die gesprekken hun eigen problemen moeten oplossen cq zichzelf moeten genezen. Het aanraken van de betrokkene hoeft niet. Er kan volstaan worden met de hand boven het lichaam van de betrokkene te houden. De raadsman heeft er uitdrukkelijk op gewezen dat verdachte niet onder de werking van de wet BiG valt en ook niet in een van de onder die wet vallende registers staat ingeschreven
De rechtbank verwerpt deze verweren en overweegt daartoe het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting geen enkel aanknopingspunt opgeleverd om de zogenaamde "complottheorie" van de raadsman aannemelijk te achten, en zijn er ook geen aanknopingsgronden door de verdediging geboden. Tegenover de verklaringen van slachtoffers, die ondanks de uiteenlopende tijdstippen zeer overeenkomstig zijn, staat telkens de kale ontkenning van verdachte.
Het standpunt van verdachte ten aanzien van de rekbaarheid van stretchstof is naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende onderbouwd. Hetzelfde geldt voor het argument van de raadsman waarmee hij de data en de tijdstippen waarop de verweten gedragingen zouden hebben plaatsgevonden ter discussie stelt. Er zijn geen onderbouwingen of verklaringen aangedragen om deze weg van de raadsman te volgen.
Ten aanzien van de status van de relatie tussen aangeefsters en verdachte miskent de raadsman dat verdachte, die zich afficheert als een aura-/chakrahealer , door de betrokken vrouwen naar de betekenis van die term, als een genezer werd gezien. Verdachte had in zijn huis een aparte behandelkamer met behandeltafel, zij het dat er ook sessies met aangeefsters zijn geweest die hebben plaatsgevonden op een slaapkamer waarbij de betrokken vrouw op een bed lag.
De door aangeefsters beschreven handelingen zijn “handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg” als in de wet BiG aangegeven, hetgeen verdachte tot een behandelaar maakt en tot een persoon die werkzaam is in de gezondheidszorg. Uit de verklaringen van de aangeefsters blijkt dat zij verdachte als behandelaar hebben gezien en zich om die reden in goed vertrouwen aan zijn zorg toevertrouwd hebben en zich van hem afhankelijk voelden. Eveneens blijkt dat verdachte zich die rol heeft laten aanleunen en dat daardoor een behandelrelatie is ontstaan, die niet louter berust op een misvatting van de zijde van de betrokken vrouwen, zoals ter zitting door verdachte betoogd.
De verweten ontuchtige handelingen vallen daarom –naar het oordeel van de rechtbank- onder de werking van artikel 249, tweede lid onder 3, van het Wetboek van Strafrecht, in die gevallen waarin de verdachte niet zover over de schreef is gegaan dat van verkrachting sprake is geweest.
Wellicht ten overvloede zij opgemerkt dat de kennelijke opvatting van de verdediging dat de werking van de Wet BiG zich beperkt tot de geregistreerde beroepsbeoefenaren geen hout snijdt. Zij heeft betrekking op iedereen die op het gebied van de individuele gezondheidszorg handelingen verricht.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
feit 1 primair: verkrachting
feit 2: ontucht plegen als iemand die werkzaam is in de gezondheidszorg met een cliënt en/of patiënt.
feit 3: ontucht plegen als iemand die werkzaam is in de gezondheidszorg met een cliënt en/of patiënt.
feit 4: ontucht plegen als iemand die werkzaam is in de gezondheidszorg met een cliënt en/of patiënt.
feit 5: ontucht plegen als iemand die werkzaam is in de gezondheidszorg met een cliënt en/of patiënt.
feit 6: ontucht plegen als iemand die werkzaam is in de gezondheidszorg met een cliënt en/of patiënt.
feit 7: ontucht plegen als iemand die werkzaam is in de gezondheidszorg met een cliënt en/of patiënt.
feit 8 primair: verkrachting
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden dat het gedrag van verdachte zeer verwerpelijk is en gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving teweegbrengt. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij bij een reeks van vrouwen (onder wie ook naaste familieleden), die zich aan zijn zorg hebben toevertrouwd, misbruik van dat vertrouwen en hun hoop op genezing heeft gemaakt, terwijl hij onder het mom van een behandeling geprobeerd heeft die vrouwen tot seksuele opwinding te brengen en daarmee slechts de bevrediging van zijn eigen lusten heeft nagestreefd. Verdachte heeft zich niets aan de belangen van zijn slachtoffers gelegen laten liggen. Verdachte is blijkens zijn justitiële documentatie eerder veroordeeld ter zake van een zedendelict hetgeen hem er niet van heeft weerhouden de onderhavige feiten te plegen. Tenslotte rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij kennelijk de ernst van de hem verweten gedragingen niet inziet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 57, 242, 249 van het Wetboek van Strafrecht
BESLISSING
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6, 7, en 8 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4(vier) jaren.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Borgerhoff Mulder, voorzitter, De Bie en Van Beuge, rechters, in tegenwoordigheid van Rodewijk, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 augustus 2006.
Mr. Borgerhoff Mulder is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.