ECLI:NL:RBZUT:2006:AY7924
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- K. van Duyvendijk
- Rechtspraak.nl
Geschil over terrasindeling op de Markt in Harderwijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 8 september 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen een horecaondernemer en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk over de indeling van terrassen op de Markt. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. Kuiper, heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 27 juli 2006, waarbij vergunningen zijn verleend voor het hebben van een terras. De verzoeker stelde dat de indeling van de terrassen afweek van een eerder bereikt compromis met de betrokken horeca-ondernemers. De voorzieningenrechter heeft op 1 september 2006 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker in persoon aanwezig was en bijgestaan door zijn advocaat. De verweerder werd vertegenwoordigd door R.C. Mazier, en de derde-partij, een andere horecaonderneming, was vertegenwoordigd door haar directeur en mr. F.W. Aartsen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de indeling van de terrassen op het middendeel van de Markt inderdaad afwijkt van het eerder gemaakte compromis. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het college van burgemeester en wethouders in redelijkheid de bruikbaarheid van het terras van de derde-partij zwaarder heeft kunnen laten wegen dan de bezwaren van de verzoeker over de verminderde bezonning van zijn terras in voor- en najaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen spoedeisend belang was voor het verlenen van een voorlopige voorziening, en heeft het verzoek van de verzoeker afgewezen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en is niet bindend voor de bodemprocedure die nog moet volgen.