ECLI:NL:RBZUT:2006:AY8147
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- H. Hemrica
- Elders
- Tas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verlenging terbeschikkingstelling met dwangverpleging
Op 10 augustus 2006 diende de officier van justitie een vordering in tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene met een termijn van één jaar. De rechtbank Zutphen heeft deze vordering behandeld op 30 augustus 2006. De maatregel van terbeschikkingstelling was eerder opgelegd bij vonnis van 18 januari 1995 en laatstelijk verlengd op 7 oktober 2005. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat uit de rapportage en het verhandelde ter terechtzitting niet is gebleken dat er recidivegevaar bestaat met betrekking tot geweldsdelicten tegen personen. Betrokkene heeft onweersproken gesteld dat er de afgelopen jaren geen geweldsincidenten hebben plaatsgevonden.
De rechtbank heeft overwogen dat de adviezen van deskundigen, waaronder een risicotaxatie van juli 2006, geen aanwijzingen geven voor een verhoogd risico op geweldsdelicten. Hoewel betrokkene nog steeds kampt met een gokverslaving en financiële problemen, heeft dit niet geleid tot delict gerelateerd gedrag dat het risico op geweld zou vergroten. De rechtbank concludeert dat het gevaar voor recidive met betrekking tot de delicten waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd, niet meer aanwezig is. De algemene veiligheid van personen vereist thans niet dat de maatregel nogmaals wordt verlengd.
De beslissing is genomen door de rechters H. Hemrica (voorzitter), Elders en Tas, en is uitgesproken in het openbaar op 13 september 2006. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder adviezen van deskundigen van het centrum voor forensisch psychiatrische zorg, in overweging genomen.