ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ1030
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Harreveld
- A. van der Hooft
- J. Hemrica
- Rechtspraak.nl
Uitlokken van bedreigingen en brandstichting met gevangenisstraf als gevolg
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 25 oktober 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het uitlokken van bedreigingen en brandstichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 1 augustus 2002 tot en met 30 maart 2003, samen met medeverdachten, opzettelijk bedreigingen heeft geuit tegen verschillende slachtoffers, waaronder [slachtoffer A], [slachtoffer B], [slachtoffer C] en [slachtoffer D]. De bedreigingen omvatten ernstige uitspraken, zoals het dreigen met een handgranaat en het toebrengen van lichamelijk letsel. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte medeverdachten heeft uitgelokt om brand te stichten bij de woning van de slachtoffers, wat heeft geleid tot gemeen gevaar voor levens en goederen.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot wijziging van de tenlastelegging toegewezen en heeft op 11 oktober 2006 besloten dat er geen aanleiding was voor schorsing van het onderzoek. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachten als betrouwbaar beoordeeld, ondanks dat de verdediging heeft gewezen op onjuistheden en aandachtspunten in het bewijs. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte als instigator van de misdrijven naar voren komt en dat er voldoende bewijs is om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft ook de eerdere justitiële documentatie van de verdachte in overweging genomen, evenals de tijd die sinds de aanhouding is verstreken. De uitspraak is gedaan in het belang van de rechtsorde en ter bescherming van de samenleving.