ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ1335
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Borgerhoff Mulder
- J. van Hoorn
- M. Hemrica
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk met gevangenisstraf en ontneming van wederrechtelijk voordeel
Op 1 november 2006 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een inwoner van Wezep, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van grote partijen illegaal vuurwerk op twee verschillende locaties. De verdachte werd op 6 en 7 december 2005 betrapt op het bezit van aanzienlijke hoeveelheden consumentenvuurwerk, waaronder flowerbeds, Romeinse kaarsen, vuurpijlen en mortierbommen, die niet voldeden aan de eisen van het Vuurwerkbesluit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk deze vuurwerkartikelen voorhanden had, zonder de vereiste aanduidingen en gebruiksaanwijzingen, wat ernstige risico's met zich meebracht voor zowel de gebruiker als omstanders.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van de feiten, het geldelijk gewin dat de verdachte en zijn mededaders nastreefden, en het feit dat de verdachte eerder met politie en justitie in aanraking was gekomen voor vergelijkbare delicten. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De vordering tot ontneming van het wederrechtelijk voordeel zal op een later moment worden behandeld. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet milieugevaarlijke stoffen, evenals het Vuurwerkbesluit. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf.