ECLI:NL:RBZUT:2006:BA0900
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige concurrentie door gedaagde na beëindiging werkzaamheden voor eiser in de verwarmde kledingsector
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen werd behandeld, ging het om een kort geding tussen eiser, Gerbing’s Heated Clothing, en gedaagde, die eerder werkzaam was voor eiser. Eiser houdt zich bezig met de productie en verkoop van verwarmende kleding, gericht op de motormarkt. Gedaagde heeft na zijn vertrek bij eiser zich gericht tot de dealers van eiser en hen verwarmde handschoenen aangeboden tegen lagere prijzen, waarbij hij ook de kwaliteit van de producten van eiser negatief heeft belicht. Eiser vorderde dat gedaagde zou worden verboden om onrechtmatig te handelen en de negatieve uitlatingen over zijn producten te staken.
De rechtbank oordeelde dat gedaagde, door zijn handelen, in strijd met de normen van het maatschappelijk verkeer handelde. Er was geen concurrentiebeding tussen partijen, maar gedaagde had wel toegang tot vertrouwelijke informatie van eiser. De rechtbank concludeerde dat gedaagde onrechtmatig handelde door de dealers van eiser te benaderen met vergelijkbare producten en zich kleinerend uit te laten over de producten van eiser. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van eiser toe, met een verbod voor gedaagde om tot en met 30 juni 2007 zakelijke contacten te onderhouden met de dealers van eiser.
De rechtbank legde dwangsommen op voor het geval gedaagde zich niet aan het vonnis zou houden en veroordeelde hem in de proceskosten. Dit vonnis is op 7 december 2006 uitgesproken door mr. D. Vergunst.