ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ5514

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
3 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/460494-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Hemrica
  • mr. Borgerhoff Mulder
  • mr. Elders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdige verdachte veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf voor meerdere diefstallen en pogingen daartoe

Op 3 januari 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een jeugdige verdachte, die werd beschuldigd van een reeks diefstallen en pogingen tot diefstal. De verdachte, geboren te [plaats] en thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Achterhoek te Zutphen, werd beschuldigd van diefstal in vereniging gepleegd in de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september 2006 te Zutphen en Warnsveld. De tenlastelegging omvatte onder andere het wegnemen van bouwmaterialen en goederen uit bouwunits, een scooter, en het pogen om benzine te stelen uit voertuigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich meermalen schuldig had gemaakt aan diefstal door middel van braak en inklimming, en dat hij samen met anderen handelde.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De rechtbank nam in overweging dat de verdachte in een korte tijd meerdere gekwalificeerde diefstallen had gepleegd, terwijl hij nog in een proeftijd liep. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij [bedrijf B] ter hoogte van € 702,50, en de verdachte werd aansprakelijk gesteld voor deze schade. De rechtbank heeft de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf met één jaar verlengd, en de vordering tot tenuitvoerlegging van die straf afgewezen.

De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de slachtoffers, en de rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard, zonder dat er omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 10, 27, 36f, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460494-06
Uitspraak d.d.: 3 januari 2007
Vord. na voorw. veroord.: 06/460270-05
ad informandum: 06/460494-06
Tegenspraak / dip - oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [plaats],
thans gedetineerd in penitentiaire inrichting Achterhoek te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 december 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 september
2006 tot en met 12 september 2006 te Zutphen en/of te Warnsveld, althans in de
gemeente Zutphen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, en/of
alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
of meer bouwunit(s) heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, (telkens)
geheel of ten dele toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbende(n),in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
- tien, althans een of meerdere bo(o)r(en) en/of wc-papier en/of een (paar)
werkschoen(en) en/of bouwmaterialen, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel
of ten dele toebehorende aan [bedrijf A] (bouwunits aan [straat]) en/of
- een schroefboormachine en/of een verlengsnoer en/of een (doos) plamuur en/of
(een doos) handschoenen en/of een koffer met een of meer accu's, in elk geval
enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf B]
(bouwunit aan [straat]) en/of
- een wandklok en/of een waterkoker en/of een krat met (lege) bierflesjes, in
elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf C] (bouwunits aan [straat]),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak, verbreking, inklimming en/of (een) valse sleutel(s);
(incidenten 1, 4 en 7)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in de periode van 3 september 2006 tot en met 4 september 2006 te Deventer
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (Kymco,
DJ 50), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
(incident 13)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september
2006 te Zutphen, althans in de gemeente Zutphen, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een bouwkeet en/of een of meer noodloka(a)l(en) aan [straat] weg
te nemen bouwmaterialen en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele
toebehorende aan [bedrijf D], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zich daarbij de toegang tot die
bouwkeet en/of lokalen te verschaffen en/of die/dat weg te nemen
bouwmaterialen, althans goederen, onder zijn/hun bereik te brengen door middel
van braak, verbreking en/of inklimming,
- de deur van een toiletwagen hebben/heeft omgebogen en/of
- de strip van een deur van de schaftkeet hebben/heeft omgebogen, en/of met
een breekijzer, althans een voorwerp de deur hebben/heeft beschadigd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 3)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september
2006 te Zutphen, althans in gemeente Zutphen, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een deur van
een toiletwagen en/of een deur van een schaftlokaal, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf D], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft/hebben
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(incident 3)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 september
2006 tot en met 18 september 2006 in de gemeente Zutphen, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het
door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (aantal) benzinetank(s) van auto('s)
met het/de kenteken(s) [kenteken] en/of [kenteken] en/of [kenteken] weg te nemen,
een of meer hoeveelhe(i)d(en) benzine, (telkens) geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer B] en/of [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en
(telkens) zich daarbij de toegang tot de benzinetank te verschaffen en/of die
weg te nemen benzine onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak,
verbreking en/of inklimming, (telkens) het slot van de benzinetank en/of het
klepje hebben/heeft geforceerd en/of hebben/heeft verbogen en/of de dop van de
benzinetank hebben/heeft verwijderd en/of een tuinslang in de vulopening
hebben/heeft gedrukt en/of hebben/heeft gepompt met behulp van een colafles,
terwijl de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrij(f)(v)(en) niet is/zijn
voltooid;
(incidenten 6, 11, 12)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september 2006 in de
gemeente Zutphen, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit bouwunits heeft weggenomen de hierna te noemen goederen, telkens toebehorende aan de hierna te noemen rechthebbenden,
- meerdere boren en wc-papier en een paar werkschoenen, toebehorende aan [bedrijf A] (bouwunits aan [straat]) en
- een boormachine en een verlengsnoer en een doos plamuur en een doos handschoenen en een koffer met accu's, toebehorende aan [bedrijf B]
(bouwunit aan [straat]) en
- een wandklok en een waterkoker en een krat met bierflesjes, toebehorende aan [bedrijf C] (bouwunits aan [straat]),
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en/of inklimming.
2.
hij in de periode van 3 september 2006 tot en met 4 september 2006 te Deventer
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter (Kymco, DJ 50), toebehorende aan [slachtoffer A], waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
3.
hij in de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september
2006 te Zutphen, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
uit noodlokalen aan [straat] weg te nemen bouwmaterialen en/of goederen van hun gading, toebehorende aan [bedrijf D], zich daarbij de toegang tot die lokalen te verschaffen door middel van braak,
- de deur van een toiletwagen hebben omgebogen en
- de strip van een deur van de schaftkeet hebben omgebogen, en met
een breekijzer de deur hebben beschadigd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op tijdstippen in de periode van 14 september
2006 tot en met 18 september 2006 in de gemeente Zutphen, tezamen en in
vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit benzinetanks van auto's met de kentekens [kenteken] en [kenteken] en [kenteken] weg te nemen, hoeveelheden benzine,
toebehorende aan [slachtoffer B] en [slachtoffer C] en [slachtoffer D], en telkens die
weg te nemen benzine onder hun bereik te brengen door middel van verbreking (telkens) het slot van de benzinetank en/of het klepje hebben geforceerd en de dop van de
benzinetank hebben verwijderd en een tuinslang in de vulopening hebben gedrukt terwijl de uitvoering van die voorgenomen misdrijven niet zijn voltooid.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
feit 1: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en/of inklimming,
meermalen gepleegd.
Feit 2: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen
goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Feit 3: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Feit 4: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het
weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking,
meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte samen met anderen in een kort tijdsbestek een aantal gekwalificeerde diefstallen heeft gepleegd uit geldelijk gewin, terwijl hij nog in een proeftijd liep en recent een gevangenisstraf had uitgezeten. Feiten als de onderhavige veroorzaken naast schade ook veel overlast en ergernis.
Over verdachte is een reclasseringrapport d.d. 12 december 2006 uitgebracht waaruit blijkt dat verdachte zich niet kan vinden in het door de reclassering voorgestelde plan van aanpak.
Verdachte is wel bereid om mee te werken aan een tijdens zijn detentie en vanuit de inrichting in samenwerking met de reclassering opgesteld reintegratieplan terugdringing recidive. De reclassering heeft niet geadviseerd tot oplegging van een deels voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact. Op basis van die gegevens zal de rechtbank daartoe dan ook niet overgaan.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaak, bekend onder de parketnummer 06/460494-06, te weten:
1. diefstal in vereniging gepleegd te Zutphen in de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september 2006;
2. diefstal in vereniging gepleegd te Zutphen in de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september 2006;
3. diefstal gepleegd te Zutphen in de periode van 11 september 2006 en 12 september 2006;
4. diefstal in vereniging gepleegd te Zutphen in de periode van 11 september 2006 tot en met 12 september 2006, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [bedrijf B], [adres] (bankrekeningnummer [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 702,50 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen.
De verdachte is voor de schade -naar burgerlijk recht- aansprakelijk.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Vordering tenuitvoerlegging
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie van 16 november 2006 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank te Zutphen van (parketnummer 06/460270-05) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van oordeel, dat –gelet op de persoon en omstandigheden van de veroordeelde – de bij vonnis vastgestelde proeftijd van twee jaren, met één (1) jaar moet worden verlengd, zoals voorgesteld door de raadsman van verdachte en gevorderd door de officier van justitie. De vordering tot tenuitvoerlegging wordt aldus afgewezen met verlenging van de proeftijd met één (1) jaar.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 primair en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Wijst af de vordering van de officier van justitie van 16 november 2006, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank te Zutphen van 16 november 2005 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Verlengt de proeftijd als voormeld in het hiervoor genoemde vonnis met een termijn van 1 jaar.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [bedrijf B], [adres], van een bedrag van € 702,50, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [bedrijf B] voornoemd, een bedrag te betalen van € 702,50, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 14 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mr. Hemrica, voorzitter, mr. Borgerhoff Mulder en mr. Elders, rechters, in tegenwoordigheid van Van Aalst, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 januari 2007.