ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ5564

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/486008-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Harreveld
  • J. van der Hooft
  • M. van Breda
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de verdachte in een strafzaak met noodzaak tot multidisciplinaire rapportage

Op 2 januari 2007 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren te [plaats] op [geboortedatum], die thans gedetineerd is in het huis van bewaring te Zutphen. Deze uitspraak volgde op het onderzoek dat plaatsvond op de terechtzitting van 19 december 2006. De rechtbank constateerde dat er een gebrek aan rapportage over de verdachte was, evenals een omvangrijke justitiële documentatie. Gezien de strafeis van de officier van justitie, oordeelde de rechtbank dat een behoorlijke strafrechtelijke afdoening vereist dat het strafdossier wordt uitgebreid met een multidisciplinaire rapportage. Dit rapport moet ook aandacht besteden aan de noodzaak en wenselijkheid van een eventuele behandeling van de verdachte.

De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen, omdat het voorlopige oordeel was dat er tot enige veroordeling kon worden gekomen, maar het onderzoek niet volledig was geweest. De rechtbank schorste het onderzoek en droeg de officier van justitie op om de benodigde rapportage op te stellen. Gezien de tijd die nodig is voor deze rapportage en het volle zittingsrooster van de rechtbank, besloot de rechtbank het onderzoek voor een langere periode dan één maand te schorsen, met een uiterste termijn van drie maanden voor hervatting van de zitting.

In de beslissing werd de heropening van het onderzoek bevestigd, en werd de oproeping van de verdachte voor een nader te bepalen terechtzitting bevolen, met kennisgeving aan de raadsman. Dit vonnis werd uitgesproken door de rechters A. van Harreveld, J. van der Hooft en M. van Breda, in aanwezigheid van griffier mr. Meerdink, op de openbare terechtzitting van 2 januari 2007.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/486008-06
Uitspraak d.d.: 2 januari 2007
tegenspraak / dip
TUSSENVONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] ([land]) op [geboortedatum],
wonende te [adres]
thans gedetineerd in het huis van bewaring te Zutphen.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 19 december 2006.
Heropening onderzoek
Naar het voorlopige oordeel van de rechtbank kan terzake van het ten laste gelegde tot enige veroordeling worden gekomen. Onder de beraadslaging is echter gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Gelet op het ontbreken van enige vorm van rapportage omtrent de persoon van verdachte, diens omvangrijke justitiële documentatie en de door de officier van justitie geformuleerde strafeis, is de rechtbank van oordeel dat voor een behoorlijke strafrechtelijke afdoening noodzakelijk is, dat het strafdossier alsnog wordt uitgebreid met:
- een omtrent verdachte op te maken multidisciplinaire rapportage, waarin tevens aandacht wordt besteed aan de eventuele noodzaak/wenselijkheid en vorm van behandeling;
- eventueel eerder omtrent verdachte uitgebrachte rapportages (persoonsdossier).
Zij zal daartoe het onderzoek heropenen, vervolgens schorsen en de stukken in handen stellen van de officier van justitie voor het laten opmaken van een multidisciplinaire rapportage.
In de omstandigheid dat er enige tijd mee gemoeid zal zijn alvorens aan het doel van de huidige schorsing van het onderzoek beantwoord zal zijn, alsmede in het volle zittingsrooster van de rechtbank, ziet de rechtbank klemmende redenen om het onderzoek voor langere duur dan één maand te schorsen. Zij stelt de uiterste termijn waarbinnen het onderzoek ter terechtzitting dient te worden hervat op drie maanden.
Beslissing
Heropent het onderzoek en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, doch ten hoogste voor drie maanden.
Zij stelt de stukken in handen van de officier van justitie ter fine als voormeld.
Zij beveelt de oproeping van verdachte tegen de nader te bepalen terechtzitting en kennisgeving van die datum en het tijdstip aan de raadsman.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Van der Hooft en Van Breda, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 januari 2007.