ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ5564
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van Harreveld
- J. van der Hooft
- M. van Breda
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek naar de verdachte in een strafzaak met noodzaak tot multidisciplinaire rapportage
Op 2 januari 2007 heeft de Rechtbank Zutphen een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren te [plaats] op [geboortedatum], die thans gedetineerd is in het huis van bewaring te Zutphen. Deze uitspraak volgde op het onderzoek dat plaatsvond op de terechtzitting van 19 december 2006. De rechtbank constateerde dat er een gebrek aan rapportage over de verdachte was, evenals een omvangrijke justitiële documentatie. Gezien de strafeis van de officier van justitie, oordeelde de rechtbank dat een behoorlijke strafrechtelijke afdoening vereist dat het strafdossier wordt uitgebreid met een multidisciplinaire rapportage. Dit rapport moet ook aandacht besteden aan de noodzaak en wenselijkheid van een eventuele behandeling van de verdachte.
De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen, omdat het voorlopige oordeel was dat er tot enige veroordeling kon worden gekomen, maar het onderzoek niet volledig was geweest. De rechtbank schorste het onderzoek en droeg de officier van justitie op om de benodigde rapportage op te stellen. Gezien de tijd die nodig is voor deze rapportage en het volle zittingsrooster van de rechtbank, besloot de rechtbank het onderzoek voor een langere periode dan één maand te schorsen, met een uiterste termijn van drie maanden voor hervatting van de zitting.
In de beslissing werd de heropening van het onderzoek bevestigd, en werd de oproeping van de verdachte voor een nader te bepalen terechtzitting bevolen, met kennisgeving aan de raadsman. Dit vonnis werd uitgesproken door de rechters A. van Harreveld, J. van der Hooft en M. van Breda, in aanwezigheid van griffier mr. Meerdink, op de openbare terechtzitting van 2 januari 2007.