ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ6829
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van der Hooft
- A. Elders
- J. Hemrica
- Rechtspraak.nl
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid en ontucht met een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 24 januari 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid en ontucht met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 26 maart 1999 tot en met 31 juli 2005 in Didam, door geweld en andere feitelijkheden, de minderjarige [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen. De verdachte heeft zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan het strelen en betasten van de intieme delen van het slachtoffer, wat leidde tot ernstige inbreuken op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster, ondersteund door rapporten van deskundigen, als geloofwaardig beoordeeld. De verdachte heeft tijdens de zittingen ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat er voldoende bewijs is voor de bewezenverklaring van de feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 240 uur en een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij rekening is gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte en de lange duur van de procesgang. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de feiten die zich voor 26 maart 2003 zouden hebben voorgedaan, omdat hiervoor onvoldoende bewijs was.