ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ9234

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-580266-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Harreveld
  • A. de Bie
  • H. Hödl
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige verdachte voor meerdere woninginbraken in Lochem

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 januari 2007 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die werd beschuldigd van een reeks woninginbraken in Lochem. De verdachte, die deel uitmaakte van een groep, werd beschuldigd van het plegen van meerdere diefstallen, waarbij hij samen met anderen of alleen goederen uit woningen heeft weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende tijdstippen, tussen april en juni 2006, inbreuken heeft gepleegd, waarbij hij onder andere telefoons, fototoestellen, geldbedragen en andere waardevolle goederen heeft gestolen. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard, waarbij de verdachte zich toegang tot de woningen heeft verschaft door middel van braak, inklimming of het gebruik van valse sleutels.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 200 uren, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende jeugddetentie van 100 dagen zal worden opgelegd. De rechtbank heeft ook de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze niet van zo eenvoudige aard was dat deze zich leende voor afdoening in het strafgeding. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de overlast die de inbraken hebben veroorzaakt voor de slachtoffers, en de omstandigheden van de verdachte, die niet eerder met politie en justitie in aanraking was gekomen. De rechtbank heeft besloten om een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, met bijzondere voorwaarden voor de jeugdreclassering.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kinderkamer
Parketnummer: 06/580266-06
Uitspraak d.d.: 23 januari 2007
tegenspraak/ dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode plaats], [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 januari 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 09 april 2006 in Lochem,
althans in de gemeente Lochem tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 1])
heeft weggenomen een telefoontoestel (merk Nokia) en/of een fototoestel (merk
Samsung) en/of een jas en/of een horloge en/of een of meer siera(a)d(en) en/of
een gouden armband en/of een geldbedrag (van ongeveer 650 euro) en/of een of
meer trui(en) en/of een MP3-speler en/of een of meer pakje(s) shag (inclusief
vloei) en/of een of meer condoom(s) en/of een of meer flesje(s) Flugel en/of
chocolade, in elk geval enig(e) goed(eren), (telkens) geheel of ten dele
toebehorende aan [slachoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij (telkens) verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een of meer
valse sleutel(s) en/of inklimming;
(incident 5)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 05 mei 2006 in de gemeente Lochem tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit/bij een woning en/of een schuur (gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een sleutel van een scooter/bromfiets en/of een geldbedrag
(van ongeveer 2 euro) en/of een webcam en/of een MP3-speler en/of een scooter
(merk: Peugeot Speedfight 2), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
(incident 11)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 6 mei 2006 tot en met 7 mei 2006 te Lochem
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de
[adres 3]) heeft weggenomen een telefoontoestel (merk Siemens) en/of een
MP3-speler en/of een digitale camera (inclusief bijbehorende software) en/of
een of meer memorystick(s) en/of een batterij, in elk geval enig(e)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachoffer 3], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming en/of een of meer valse sleutel(s);
(incident 12)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 10 mei 2006 in de gemeente Lochem tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening (uit sporthal De Rank) heeft weggenomen een geldbedrag (van
ongeveer 90 euro) en/of een horloge en/of een (mobiele) telefoon, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(incident 13)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 mei 2006
tot en met 26 juni 2006 in de gemeente Lochem en/of in de gemeente Zutphen, in
elk geval in Nederland, (telkens) een of meer X-box spel(len) en/of een of
meer telefoon(s) en/of een of meer digitale camera('s) heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die X-box spel(len) en/of telefoon(s)
en/of digitale camera('s) (telkens) wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden dat het (een) door misdrij(f)(ven) verkregen goed(eren) betrof(fen);
(incidenten 14 en 22 en 32)
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 29 juni 2006 tot en met 30 juni 2006 te
Lochem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met
het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan
de [adres 4]) heeft weggenomen een webcam, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of
zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
en/of een of meer valse sleutel(s);
(incident 26)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 29 juni 2006 tot en met 30 juni 2006 in
Lochem, althans in de gemeente Lochem, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
woning (gelegen aan de [adres 4]) weg te nemen een webcam en/of een
computer en/of een of meer andere goed(eren) en/of meerdere, althans een
geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
en zich daarbij de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door
middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel, met een
of meer van zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans eenmaal
heeft/hebben aangebeld (met als doel te controleren of iemand thuis was),
en/of door een raam heeft/hebben gekeken of er goederen van hun gading in de
woning stonden en/of (vervolgens) een kei, althans een hard voorwerp, door de
ruit heeft/hebben gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf
niet is voltooid;
(incident 26)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 2 mei 2006 tot en met 3 mei 2006 in de
gemeente Lochem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoorpand (gelegen aan
de [adres 5 ]) weg te nemen een of meer computer(s) en/of een of
meer andere goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat
kantoorpand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, meermalen, althans
eenmaal een steen/kei, althans een hard voorwerp door de ruit heeft/hebben
gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 36)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 2 mei 2006 tot en met 3 mei 2006 in de
gemeente Lochem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een of meer ruit(en) (van een
kantoorpand), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
(incident 36)
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Taal en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal – en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht de heling van de telefoons (feit 5, incident 32) niet bewezen, daar zelfs de voorafgaande diefstal van die telefoons buiten de ten laste gelegde periode valt.
Ten aanzien van feit 6 heeft zowel de officier van justitie als de raadsman geconcludeerd, dat het subsidiair ten laste gelegde (poging) bewezen kan worden verklaard.
De rechtbank kan zich daarin niet vinden en acht het primair ten laste gelegde bewezen, gelet op de (gedetailleerde) verklaring van medeverdachte [naam medeverdachte] (met inbegrip van de verkoop van de webcam aan ene [naam]) en op de verklaring van medeverdachte [naam 2], inhoudende dat hij van verdachte had gehoord dat een webcam is weggenomen, die vervolgens is (door)verkocht.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair en 7 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op tijdstippen op of omstreeks 09 april 2006 in Lochem, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 1]) heeft weggenomen een telefoontoestel (merk Nokia) en een fototoestel (merk Samsung) en een jas en een horloge en sieraden en een gouden armband en een geldbedrag (van ongeveer 650 euro) en truien en een MP3-speler en pakjes shag (inclusief vloei) en condooms en flesjes Flugel en chocolade, telkens toebehorende aan [slachoffer], waarbij telkens verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming.
2.
hij op 05 mei 2006 in de gemeente Lochem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning en een schuur (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen een sleutel van een scooter/bromfiets en een geldbedrag
(van ongeveer 2 euro) en een webcam en een MP3-speler en een scooter (merk: Peugeot Speedfight 2), toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededaders, zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen scooter onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel.
3.
hij in de periode van 6 mei 2006 tot en met 7 mei 2006 te Lochem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen een telefoontoestel (merk Siemens) en een MP3-speler en een digitale camera (inclusief bijbehorende software) en memorysticks en een batterij, toebehorende aan [slachoffer 3], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van inklimming.
4.
hij op 10 mei 2006 in de gemeente Lochem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit sporthal De Rank) heeft weggenomen een geldbedrag en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 4].
5.
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 mei 2006 tot en met 26 juni 2006 in de gemeente Lochem en in de gemeente Zutphen, telkens X-box spellen en een telefoon en digitale camera's heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die X-box spellen en telefoon en digitale camera's telkens wist, dat het door misdrijven verkregen goederen betroffen.
6.
hij in de periode van 29 juni 2006 tot en met 30 juni 2006 te Lochem tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres 4]) heeft weggenomen een webcam, toebehorende aan [slachtoffer 5], waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
7.
hij in de periode van 2 mei 2006 tot en met 3 mei 2006 in de gemeente Lochem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kantoorpand (gelegen aan de [adres 6 ]) weg te nemen computers en andere goederen, toebehorende aan [slachoffer 6], en zich daarbij de toegang tot dat kantoorpand te verschaffen door middel van braak, met zijn mededader, meermalen, een steen/kei, door de ruit hebben gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
2. diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed zonder hun bereik hebben gebracht door middel van valse sleutels;
3. diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van inklimming;
4. diefstal door twee of meer verenigde personen;
5. opzetheling, meermalen gepleegd;
6. diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
7. poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een voorwaardelijke jeugddetentie met daarnaast een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich blijkens de bewezenverklaring gedurende een geruime periode aan een groot aantal gekwalificeerde woninginbraken schuldig heeft gemaakt. Verdachte heeft deze woninginbraken samen met een aantal medeverdachten gepleegd. De werkwijze van verdachte en medeverdachten was bovendien zeer brutaal. Veel inbraken vonden overdag plaats, waarbij de bewoners soms zelfs nog thuis waren.
Mede daardoor hebben deze feiten naast de financiële schade veel overlast en gevoelens van onveiligheid in de eigen leefomgeving veroorzaakt voor de slachtoffers.
De ernst en de hoeveelheid van de feiten rechtvaardigen derhalve een substantiële straf.
De rechtbank heeft verder bij het bepalen van de strafmaat in belangrijke mate rekening gehouden enerzijds met de omstandigheid dat verdachte, in tegenstelling tot de medeverdachten, niet in voorlopige hechtenis heeft gezeten en niet deel heeft moeten nemen aan het project ITB-harde kern, en anderzijds met de omstandigheid dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Het voorgaande in aanmerking achtend acht de rechtbank een forse voorwaardelijke jeugddetentie en de maximale werkstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal voorts de hierna vermelde bijzondere voorwaarde stellen.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder parketnummer 06/460381-06, incidenten 1, 15 en 31 , nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 2], [adres 2], [postcode plaats], heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.158,00 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering wegens betwisting en ontbrekende onderbouwing niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafgeding. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts
aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 27, 36f, 45, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair en 7 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 4 (vier) maanden.
Bepaalt, dat de jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens Bureau Jeugdzorg Gelderland, afdeling jeugdreclassering, zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk oordeelt.
Geeft de reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 200 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen .
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, De Bie en Hödl, rechters, in tegenwoordigheid van Vriezekolk, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 januari 2007.