ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ9741

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
1 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/801622-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Draisma
  • A. de Bie
  • J. van der Hooft
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en kinderpornografie door een vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 6 februari 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader die zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige seksuele misdrijven tegen zijn minderjarige dochter. De verdachte, geboren in 1975, heeft in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 januari 2006 in Apeldoorn en Veendam ontucht gepleegd met zijn dochter, die op dat moment nog geen twaalf jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen seksuele handelingen heeft verricht, waaronder het likken, kussen en betasten van de schaamstreek van zijn dochter. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, waaronder beelden van zijn eigen dochter. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar het subsidiair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen verklaard. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar geacht, maar de ernst van de feiten en het recidivegevaar hebben geleid tot de beslissing om hem ter beschikking te stellen met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van twintig maanden opgelegd, waarbij de tijd in verzekering doorgebracht in mindering wordt gebracht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer bestaande uit drie rechters, onder leiding van voorzitter M. Draisma.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/801622-06
Uitspraak d.d.: 6 februari 2007
Tegenspraak / dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1975,
thans verblijvende in het huis van bewaring te Almelo.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 januari 2007.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2004 tot en met 31 januari 2006 te Apeldoorn en/of Veendam, althans in Nederland, met [slachtoffer] (geboren [datum] 2001), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] hebbende verdachte
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] over/op haar schaamlippen, althans haar schaamstreek en/of in haar vagina, althans over haar lichaam gelikt en/of gezogen en/of gekust en/of
- meermalen, althans eenmaal met zijn, verdachte's, hand(en) die [slachtoffer] over haar schaamlippen, althans haar schaamstreek en/of haar billen, althans haar lichaam gewreven en/of betast en/of
- meermalen, althans eenmaal (met) zijn, verdachte's, penis in de vagina en/of mond van die [slachtoffer] gebracht en/of zijn, verdachte's, penis tegen de schaamstreek, althans het lichaam van die [slachtoffer] gewreven en/of geduwd en/of gehouden, althans zijn penis aan die [slachtoffer] getoond en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] zijn, verdachte's, penis laten vastpakken en/of kussen en/of aaien, althans laten betasten;
artikel 244 wetboek van strafrecht
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, dat
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 januari 2006 Apeldoorn en/of Veendam, in elk geval in Nederland (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer], geboren op [datum] 2001, bestaande die ontucht hierin dat hij
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] over/op haar schaamlippen, althans haar schaamstreek en/of haar lichaam heeft gelikt en/of gezogen en/of gekust en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] over haar schaamlippen, althans haar schaamstreek en/of haar billen, althans haar lichaam heeft gewreven en/of betast en/of
- meermalen, althans eenmaal (met) zijn, verdachte's, penis tegen de schaamstreek, althans het lichaam van die [slachtoffer] heeft gewreven en/of geduwd en/of gehouden, althans zijn penis aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] zijn, verdachte's, penis laten vastpakken en/of kussen en/of aaien, althans laten betasten;
artikel 249 wetboek van strafrecht
art 244 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 20 april 2006 in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal een afbeelding en/of (een) gegevensdrager(s), waaronder multimediafiles op(een harde schijf/harddisk van) een computer en/of (een) cd('s) en/of (een) videoband(en) en/of (een) diskette(s), bevattende
meerdere, althans een afbeelding(en) van seksuele gedragingen, te weten 4.794, althans 234 en/of 2 en/of 52, althans meerdere filmpjes en/of foto's, althans afbeeldingen van (een) seksuele gedraging(en), bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) filmpjes en/of foto's, althans afbeeldingen (telkens) (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad,
bestaande die (afgebeelde) seksuele gedraging(en) (telkens) (onder meer) uit:
- het meermalen, althans eenmaal naakt poseren van een meisje, vermoedelijk [slachtoffer] waarbij dit meisje voorover gebogen staat en haar billen uit elkaar trekt en/of naakt op haar bed ligt met haar benen wijd uit elkaar en/of (waarbij) een volwassen persoon de schaamlip(pen) van [slachtoffer] met (een) vinger(s) opzij trekt/duwt, terwijl deze [slachtoffer] (telkens) kennelijk de leeftijd van 5 jaar, althans van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
- het poseren van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 7 jaar, althans 18 jaar nog niet had bereikt en een stijve penis ter hoogte van haar mond vastpak met haar hand en/of in haar mond neemt en/of
- het poseren van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 3 jaar, althans van 18 jaar nog niet had bereikt, ligt met haar benen wijd terwijl een vinger van een persoon haar anaal penetreert en/of
- het poseren van een naakt meisje dat kennelijk de leeftijd van 11 jaar, althans van 18 jaar nog niet had bereikt en/of (waarbij) een man met een stijve penis haar vaginaal penetreert en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van meerdere, althans een meisje(s) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt en/of waarbij (telkens) sprake was van dusdanig poseren dat het/de geslachtsde(e)l(en) van dat/die meisje(s) nadrukkelijk in beeld werd(en) gebracht en/of meerdere, althans een van deze meisjes seksuele handelingen, waaronder penetratie, ondergaan en welke wijze van poseren en/of handelingen kennelijk bedoeld was om seksuele prikkeling te wekken;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 januari 2006 te Apeldoorn en/of Veendam, in elk geval in Nederland meermalen, althans eenmaal (een) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende een of meer afbeelding(en), te weten (een) afbeelding(en) van/met meerdere, althans een geheel of gedeeltelijk naakte volwassen perso(o)n(en) en/of (een) kind(eren) in seksueel getinte en/of
pornografische en/of erotische pose(s), waarvan (telkens) de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar (telkens) heeft verstrekt, aangeboden en/of vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer] (geboren [datum] 2001), van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze [slachtoffer] jonger is dan zestien jaar
artikel 240a Wetboek van Strafrecht
art 240a Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, aangezien niet uit enig bewijsmiddel kan worden afgeleid dat verdachte het slachtoffer seksueel is binnengedrongen.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde
Door en namens verdachte is ten aanzien van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde vrijspraak bepleit, nu het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
De rechtbank verwerpt dit verweer en is van oordeel dat het onder 1 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De volgende – uit de te hanteren bewijsmiddelen onderling en in samenhang bezien af te leiden – feiten en omstandigheden zijn voor dit oordeel relevant.
Tijdens het studioverhoor met het slachtoffer [slachtoffer] (dossierpagina’s: 40-63) heeft zij gedetailleerd aangegeven dat verdachte haar meerdere keren heeft gekust en gelikt aan onder meer haar plassertje en dat hij, verdachte, in haar aanwezigheid, speelde met zijn geslachtsdeel. Bovendien heeft verdachte erkend dat hij twee of drie keer met zijn penis speelde in het bijzijn van zijn dochter (dossierpagina: 110). De rechtbank neemt daarnaast in aanmerking de omstandigheid dat verdachte pedofiel is, hij de billen en de binnenkant van de benen van zijn dochter masseerde met een massagestaaf (zijnde een vibrator) (dossierpagina’s 107 en 123), dat uit het dossier blijkt dat verdachte te zien is op een door hem gemaakte video-opname waarbij het slachtoffertje ontbloot door het huis loopt en verdachte naakt op het bed ligt met een stijve penis. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat een foto is aangetroffen waar het slachtoffertje op bed ligt, terwijl verdachte haar schaamlippen op zij duwt. Verdachte heeft aangegeven deze foto zelf te hebben genomen (dossierpagina: 122). Voorts heeft hij verklaard enkele foto’s van zijn dochter naar de Stichting Martijn te hebben verstuurd teneinde deze op de website van deze stichting te laten plaatsen, wetende dat deze site met name bezocht wordt door pedofiele mannen. In aanvulling op het voorgaande neemt de rechtbank tevens in aanmerking de te hanteren bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde, waaronder de bekennende verklaring van verdachte (dossierpagina’s: 106-109 en 121-123).
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1. (subsidiair)
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 januari 2006 Apeldoorn telkens ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer], geboren op [datum] 2001, bestaande die ontucht hierin dat hij
- meermalen die [slachtoffer] over haar schaamstreek en haar lichaam heeft gelikt en/of gezogen en/of gekust en/of
- meermalen die [slachtoffer] over haar schaamstreek heeft gewreven en/of betast en/of
- meermalen met zijn, verdachte's, penis tegen de schaamstreek van die [slachtoffer] heeft gewreven en/of geduwd en/of gehouden.
2.
hij in de periode van 1 januari 2004 tot en met 20 april 2006 in Nederland, meermalen, een afbeelding en/of gegevensdragers, waaronder multimediafiles op een harde schijf/harddisk van een computer en cd’s, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten 4.794 filmpjes en/of foto's, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen (filmpjes en/of foto's), telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, telkens heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die (afgebeelde) seksuele gedragingen onder meer uit:
- het meermalen, naakt poseren van een meisje, vermoedelijk [slachtoffer] waarbij dit meisje voorover gebogen staat en haar billen uit elkaar trekt en/of naakt op haar bed ligt met haar benen wijd uit elkaar en/of waarbij een volwassen persoon de schaamlip van [slachtoffer] met vinger opzij trekt, terwijl deze [slachtoffer] telkens kennelijk de leeftijd van 5 jaar nog niet had bereikt en
- het poseren van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 7 jaar, althans 18 jaar nog niet had bereikt en een stijve penis ter hoogte van haar mond vastpakt met haar hand en in haar mond neemt en
- het poseren van een meisje dat kennelijk de leeftijd van 3 jaar nog niet had bereikt, ligt met haar benen wijd terwijl een vinger van een persoon haar anaal penetreert en
- het poseren van een naakt meisje dat kennelijk de leeftijd van 11 jaar nog niet had bereikt en waarbij een man met een stijve penis haar vaginaal penetreert en
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van meerdere meisjes die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt en waarbij telkens sprake was van dusdanig poseren dat de geslachtsdelen van die meisjes nadrukkelijk in beeld werden gebracht en/of meerdere van deze meisjes seksuele handelingen, waaronder penetratie, ondergaan en welke wijze van poseren en/of handelingen kennelijk bedoeld was om seksuele prikkeling te wekken.
3.
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 januari 2006 te Apeldoorn meermalen afbeeldingen en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten afbeeldingen van/met meerdere, althans een geheel of gedeeltelijk naakte volwassen perso(o)n(en) en/of (een) kind(eren) in seksueel getinte en/of pornografische en/of erotische pose(s), waarvan telkens de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar telkens heeft vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer] (geboren [datum] 2001), van wie hij wist dat deze [slachtoffer] jonger is dan zestien jaar.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders onder 1 subsidiair, 2 en 3 is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1 subsidiair : Ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen
gepleegd;
Feit 2 : Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand
die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen
en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
Feit 3 : Een vertoning, waarvan de vertoning schadelijk is te achten
voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie de dader wist, dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent de persoon van verdachte is een psychologisch en psychiatrisch onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport gedateerd 6 januari 2007, opgemaakt door prof. dr. J.J. Baneke (klinisch en forensisch psycholoog) en door dr. L.H.W.M. Kaiser (psychiater). Geconcludeerd wordt dat verdachte ten tijde van de tenlastegelegde delicten verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht.
Met deze conclusie kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Zij heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen – en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte door te handelen als bewezen verklaard onder 1 subsidiair ter bevrediging van zijn eigen seksuele gevoelens grove inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van zijn zeer jonge dochter. Daardoor heeft hij misbruik gemaakt van het overwicht dat hij als vader op het slachtoffer had en heeft hij het vertrouwen dat zij in hem had geschonden. Deze gedragingen kunnen, naar de ervaring leert, voor het slachtoffer ernstige psychische gevolgen hebben.
Verdachte heeft zich voorts onder meer schuldig gemaakt aan het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, waaronder die van zijn eigen dochtertje, waarmee verdachte op een andere wijze de norm, dat seksueel misbruik van jeugdigen moet worden tegengegaan, in ernstige mate heeft geschonden. Door dit handelen is het verdachte mede toe te rekenen dat uiterst verwerpelijke praktijken, die plaatsvinden met kinderen van veelal zeer jonge leeftijd, in stand worden gehouden en bevorderd. Algemeen bekend is ook hier dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat.
Uit het over verdachte uitgebrachte hierboven vermelde multidisciplinaire rapport blijkt – kort samengevat – het volgende.
Betrokkene is lijdende aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een dysthymie met stemmingscongruente psychose en pedofilie van het exclusieve type. Tevens is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van persoonlijkheidsproblematiek, waarbij hij vermijdende trekken vertoont. Hij heeft een gestoorde psychoseksuele ontwikkeling, zodat hij zijn wil ten tijde van het tenlastegelegde verminderd kon bepalen. Hij moet als verminderd toerekeningsvatbaar worden ingeschat.
De kans op herhaling is groot, gezien de problematiek die bij betrokkene nog steeds aanwezig is, met name de afhankelijke trekken, de gebrekkige impulscontrole, en het feit dat pedofilie een in de kern moeilijk te veranderen stoornis is. Positief is dat betrokkene gemotiveerd is voor behandeling en lijdensdruk ervaart. Hij stelt zich behandelbaar op. Hij heeft probleeminzicht en de actieve psychotische symptomen kunnen met medicatie bestreden worden. Er zijn afspraken met hem te maken. Belastende historische factoren zijn echter dat hij door enkele jaren deze activiteiten gedaan te hebben, bij zichzelf een verlangen geluxeerd heeft, en tevens dat hij in dezelfde periode een geweldsdelict pleegde. Belastend is tevens de beperkte empathie en dat hij sociaal geïsoleerd leefde.
Gezien de ernst van het delict, het groot te achten recidivegevaar en de ernst van de stoornis van betrokkene, waaruit het tenlastegelegde, indien bewezen, tenminste ten dele kan worden verkaard, moet een behandeling binnen een verplicht kader worden geadviseerd. Hij heeft veel bescherming nodig, terwijl verwacht wordt dat hij na een klinische fase lang toezicht nodig heeft op zijn gehele functioneren. Hiermee valt de mogelijkheid van een terbeschikkingstelling met voorwaarden af. Geadviseerd wordt aan betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen.
Gelet op het bovenvermelde multidisciplinaire rapport is de rechtbank van oordeel dat de ernst van de feiten, in aanmerking genomen de algemene veiligheid van personen en de veiligheid van anderen, het opleggen van na te noemen maatregel eist. De maatregel wordt voorts gegrond op de door verdachte begane misdrijven, welke behoren tot een der misdrijven genoemd in artikel 37a, eerste lid onder 1 van het Wetboek van Strafrecht. Nu voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van de artikelen 37a en 37b onder de leden 1 van het Wetboek van Strafrecht, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling gelasten en bevelen dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
De rechtbank houdt bij het opleggen van na te melden straf op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht rekening met de veroordeling bij vonnis van deze rechtbank van 11 juli 2006.
Bevel gevangenneming
Gelet op de bewezenverklaring en mede in aanmerking genomen meergenoemd rapport, zijn er naar het oordeel van de rechtbank ernstige bezwaren en gronden als bedoeld in de artikelen 67 en 67A van het Wetboek van Strafvordering aanwezig om de gevangenneming van verdachte te bevelen.
Deze beslissing wordt tevens separaat geminuteerd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen, 10, 27, 36b, 36c, 37a, 37b, 57, 63, 240a, 240b en 249 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorge-bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Beveelt de gevangenneming van verdachte.
Aldus gewezen door mrs. Draisma, voorzitter, De Bie en Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 februari 2007.