ECLI:NL:RBZUT:2007:BA1628
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Elders
- Hemrica
- Follender Grossfeld
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis inzake geestelijke vermogens van slachtoffer in seksuele delicten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 28 maart 2007 een tussenvonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van seksuele handelingen met een slachtoffer dat leed aan een gebrekkige ontwikkeling van haar geestvermogens. De rechtbank heeft besloten dat er nader deskundigenonderzoek nodig is om de geestelijke vermogens van het slachtoffer te beoordelen. Dit is noodzakelijk om te bepalen of het slachtoffer in staat was haar wil te bepalen of kenbaar te maken met betrekking tot de gepleegde seksuele handelingen. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak voor maximaal drie maanden aangehouden om dit deskundigenrapport op te stellen.
De verdachte is beschuldigd van meerdere seksuele handelingen met het slachtoffer, waarbij hij zich bewust was van haar geestelijke toestand. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het slachtoffer niet in staat was om haar wil te bepalen, terwijl de verdediging aanvoert dat er onvoldoende bewijs is voor deze claim. De rechtbank heeft de zaak geschorst en de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris voor het opmaken van een deskundigenrapport. De rechtbank heeft ook de oproeping van de verdachte voor een toekomstige zitting bevolen, waarbij de datum en tijdstip later bekendgemaakt zullen worden.
De rechtbank heeft in haar beslissing verwezen naar de noodzaak van een deskundige, zoals een psycholoog of orthopedagoog, om de situatie van het slachtoffer verder te onderzoeken. Dit tussenvonnis is een belangrijke stap in het proces, waarbij de rechtbank de belangen van het slachtoffer en de verdachte in overweging neemt.