ECLI:NL:RBZUT:2007:BA1985
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Brouns
- Rechtspraak.nl
Uitleg van het begrip 'aanbinden' in de context van de Richtlijn 91/629/EEG
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 19 februari 2007, staat de uitleg van het begrip 'aanbinden' in de context van de Richtlijn 91/629/EEG centraal. De verdachte, geboren in 1944 en wonende te [adres en woonplaats], wordt beschuldigd van het onrechtmatig houden van 25 kalveren, die volgens de aanklacht waren 'aangebonden' in strijd met de richtlijn. Tijdens de zitting op 19 februari 2007 werd het onderzoek geschorst om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de definitie van 'aanbinden'. De rechtbank wil verduidelijken wat onder dit begrip moet worden verstaan, vooral in relatie tot de omstandigheden waaronder de kalveren werden gehouden.
De officier van justitie stelt dat de wijze waarop de kalveren zijn vastgebonden, aan te merken is als aanbinden, ongeacht de lengte of het materiaal van het touw. Dit standpunt wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat stelt dat de lengte van het touw niet relevant is voor de uitleg van het begrip. De verdediging daarentegen betoogt dat de kalveren niet zijn aangebonden in de zin van de richtlijn, en dat de kalveren voldoende bewegingsvrijheid hebben. De verdediging wijst erop dat de kalveren met een touw van 3,5 meter zijn vastgebonden, wat hen in staat stelt om vrij te bewegen en contact te hebben met andere kalveren.
De economische politierechter concludeert dat er geen duidelijke definitie van 'aanbinden' in de richtlijn of het Kalverenbesluit te vinden is. De vraag die aan het Hof van Justitie wordt voorgelegd, betreft hoe het begrip 'aanbinden' moet worden uitgelegd en of factoren zoals het materiaal, de lengte en het doel van het aanbinden van belang zijn. Deze zaak benadrukt de noodzaak van duidelijke richtlijnen en definities in de wetgeving omtrent dierenwelzijn.