ECLI:NL:RBZUT:2007:BA1985

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
19 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/ 923234-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Brouns
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van het begrip 'aanbinden' in de context van de Richtlijn 91/629/EEG

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 19 februari 2007, staat de uitleg van het begrip 'aanbinden' in de context van de Richtlijn 91/629/EEG centraal. De verdachte, geboren in 1944 en wonende te [adres en woonplaats], wordt beschuldigd van het onrechtmatig houden van 25 kalveren, die volgens de aanklacht waren 'aangebonden' in strijd met de richtlijn. Tijdens de zitting op 19 februari 2007 werd het onderzoek geschorst om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen over de definitie van 'aanbinden'. De rechtbank wil verduidelijken wat onder dit begrip moet worden verstaan, vooral in relatie tot de omstandigheden waaronder de kalveren werden gehouden.

De officier van justitie stelt dat de wijze waarop de kalveren zijn vastgebonden, aan te merken is als aanbinden, ongeacht de lengte of het materiaal van het touw. Dit standpunt wordt ondersteund door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat stelt dat de lengte van het touw niet relevant is voor de uitleg van het begrip. De verdediging daarentegen betoogt dat de kalveren niet zijn aangebonden in de zin van de richtlijn, en dat de kalveren voldoende bewegingsvrijheid hebben. De verdediging wijst erop dat de kalveren met een touw van 3,5 meter zijn vastgebonden, wat hen in staat stelt om vrij te bewegen en contact te hebben met andere kalveren.

De economische politierechter concludeert dat er geen duidelijke definitie van 'aanbinden' in de richtlijn of het Kalverenbesluit te vinden is. De vraag die aan het Hof van Justitie wordt voorgelegd, betreft hoe het begrip 'aanbinden' moet worden uitgelegd en of factoren zoals het materiaal, de lengte en het doel van het aanbinden van belang zijn. Deze zaak benadrukt de noodzaak van duidelijke richtlijnen en definities in de wetgeving omtrent dierenwelzijn.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN - NEDERLAND
Sector Straf
Economische politierechter
Parketnummer: 06/ 923234-06
TUSSENVONNIS
In de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1944 te [plaats],
wonende te [adres en woonplaats].
1. Onderzoek van de zaak
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
16 oktober 2006 en 19 februari 2007.
2. De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 20 oktober 2005, althans in de maand oktober 2005, te [plaats], gemeente
Ermelo, op [adres], al dan niet opzettelijk, 25 althans een aantal kalveren, heeft gehouden,
terwijl dit niet geschiedde overeenkomstig punt 8, eerste zin van de bijlage bij richtlijn
91/629/EEG, immers waren die kalveren aangebonden.
3. Ter terechtzitting gegeven beslissing
Het onderzoek ter terechtzitting van 19 februari 2007 wordt voor onbepaalde tijd geschorst, teneinde duidelijkheid te krijgen wat moet worden verstaan onder het begrip aanbinden als bedoeld in punt 8 van de Richtlijn 91/629/EEG juncto Beschikking 97/182/EG. Daartoe zal de economische politierechter ambtshalve een prejudiciële vraag voorleggen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
4. Het voorwerp van het geschil
- Op het bedrijf van verdachte zijn 25 kalveren aangetroffen die waren ondergebracht in boxen.
- Elke box heeft een afmeting van circa 2.50 meter x 1.20 meter, met een dak erboven.
- Elk kalf was door middel van een touw, met een lengte van circa 3 meter, om de hals vastgebonden.
- De leeftijd van de kalveren varieerde van enkele dagen tot 4 maanden oud. Het oudste kalf was niet ouder dan 6 maanden.
5. Het standpunt van het openbaar ministerie
- De wijze waarop de kalveren zijn vastgebonden is aan te merken als aanbinden.
- De lengte of het materiaal van het touw is niet van belang bij de uitleg van het begrip aanbinden.
- De officier van justitie weet zich gesteund door het ministerie van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit die stelt dat aanbinden, anders dan in de regeling wordt beschreven, niet is toegestaan en dat de lengte van het touw daarbij niet relevant is.
- De officier van justitie weet zich gesteund door de uitleg die in het woordenboek Van Dale aan het begrip aanbinden geeft namelijk: bevestigen met een riem, touw, enz. Het begrip vastbinden wordt omschreven als: door binden vastmaken.
6. Het standpunt van de verdediging
- De kalveren van verdachte zijn niet aangebonden in de zin van punt 8 in de bijlage bij Richtlijn 91/629/EEG juncto Beschikking 97/182/EG.
- Noch de Richtlijn /Beschikking, noch het Kalverenbesluit geeft een definitie van het begrip aanbinden.
- Met aanbinden wordt bedoeld, kort vastbinden van de kop van een kalf zodat het kalf weinig tot geen bewegingsvrijheid heeft.
- De wijze waarop de kalveren van verdachte zijn vastgebonden, aan 3,5 meter touw is niet aan te merken als aanbinden.
- De kalveren hebben veel bewegingsvrijheid en kunnen zowel binnen als buiten verblijven en kunnen veel contact hebben met andere kalveren.
- Door de kalveren in deze fase al te laten wennen aan een touw, verloopt de overgang naar de grupstal zonder noemenswaardige problemen hetgeen voor het kalf minder stress oplevert.
7. Het standpunt van de economische politierechter
- Noch de Richtlijn 91/629/EEG juncto Beschikking 97/182/EG, noch het Kalverenbesluit geeft een definitie van het begrip aanbinden.
- De uitleg van het begrip ‘aanbinden’ door het ministerie van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit, biedt onvoldoende aanknopingspunten om tot een redelijk wetsuitleg te kunnen komen.
8. De vraagstelling
- Hoe dient het begrip aanbinden als bedoeld in de Richtlijn 91/629/EEG juncto Beschikking 97/182/EG te worden uitgelegd
- Is daarbij het materiaal, de lengte en het doel van het aanbinden van enig belang.
9. Relevante Europese Regelingen / Beschikkingen
- Richtlijn 91/629/EEG
- Richtlijn 97/2/EG
- Beschikking 97/182/EG
10. Bijlagen
De navolgende stukken zijn bijgevoegd:
10.1 Stukken van het strafgeding:
10.1.1 Proces-verbaal van politie;
10.1.2 Foto’s van de omstandigheden;
10.1.3 Visie van het ministerie van Landbouw, natuur en voedselkwaliteit;
10.1.4 Pleitnotie van de verdediging;
10.1.5 Proces-verbaal der terechtzitting d.d. 16 oktober 2006;
10.1.6 Proces-verbaal der terechtzitting d.d. 19 februari 2007.
10.2 De van toepassing zijnde nationale regelgeving:
10.2.1 Artikel 2 van het Kalverenbesluit;
10.2.2 Staatsblad 478 d.d. 22 september 1997.
11. Ondertekening
Deze vraag is opgesteld te Zutphen op 19 februari 2007 door mr. Brouns, economische politierechter bij de rechtbank te Zutphen, Nederland, in het bijzijn van Wiering, griffier.