ECLI:NL:RBZUT:2007:BA2932

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
13 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/850432-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Harreveld
  • J. Bierbooms
  • M. Lucassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zedenzaken wegens gebrek aan bewijs en verjaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 13 april 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verschillende zedendelicten. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de strafvervolging voor de periode vóór de verjaardag van de verdachte in 1989, omdat de vervolgingsbevoegdheid voor deze periode door verjaring was vervallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 16-jarige leeftijd was geworden en dat de aangiftes pas in 2005 zijn gedaan, wat de rechtbank geen aanleiding gaf om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren vanwege het late tijdstip van vervolging.

De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had begaan. Dit leidde tot de vrijspraak van de verdachte voor alle tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat er naast de aangifte van een van de slachtoffers geen ander relevant ondersteunend bewijs was, wat de bewijsvoering ondermijnde. De rechtbank heeft ook aandacht besteed aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie en de mogelijke gevolgen van het klachtrecht dat per 1 oktober 2002 was vervallen.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter de openbaarheid van de zitting heeft gelast, gezien het belang van de openbaarheid in deze zaak. De benadeelde partijen hebben hun vorderingen tot schadevergoeding ingetrokken, wat ook een rol speelde in de uiteindelijke beslissing van de rechtbank. De rechtbank heeft de zaak behandeld in tegenspraak en heeft de beslissing op de openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/850432-06
Uitspraak d.d.: 13 april 2007
Tegenspraak / dip / oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen de destijds minderjarige:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode plaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 18 juli 2006 en 30 maart 2007 en het op 1 augustus 2006 gewezen tussenvonnis.
Ter terechtzitting gegeven beslissingen
Ter terechtzitting van 18 juli 2007 zijn de volgende beslissingen gegeven:
- De voorzitter van de rechtbank gelast een openbare behandeling van de zaak, nu naar zijn oordeel het belang van de openbaarheid van de zitting zwaarder weegt dan het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte en diens medeverdachte. De feiten zijn langer geleden gepleegd en de verdachte is inmiddels ruim meerderjarig;
- Het namens verdachte door de raadsman gedane preliminaire verzoek tot aanhouding van de behandeling van de strafzaken is afgewezen.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1
oktober 1988 tot en met 22 april 1991, in de gemeente Ermelo en/of in de
gemeente Amersfoort, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, (telkens) buiten echt, vleselijke
gemeenschap heeft gehad met een vrouw, die de leeftijd van twaalf, maar nog
niet die van zestien jaren had bereikt, te weten met [slachtoffer 1],
geboren op [...] 1976;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23
november 1989 tot en met 22 november 1990 te gemeente Ermelo en/of Amersfoort
en/of Hattem en/of Putten en/of Aalten en/of Rouveen, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen vleselijke
gemeenschap heeft gehad met een meisje beneden de leeftijd van twaalf jaren,
te weten met [slachtoffer 2], geboren op [...] 1978;
art 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS dat
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 november 1989 tot en met 22 november 1990 te Ermelo en/of Amersfoort en/of Hattem, in elk geval in Nederland tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met [slachtoffer 2] (geboren ), die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte:
- meermalen, althans eenmaal de borsten en/of vagina en/of schaamstreek van die [slachtoffer 2] betast en/of gestreeld en/of
- zijn, verdachte’s, penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht
artikel 247 Wetboek van Strafrecht
(ontucht plegen beneden 16 jaar)
3.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23
november 1990 tot en met 22 april 1991, in de gemeente Hattem en/of de
gemeente Amersfoort en/of Aalten en/of Putten en/of Rouveen, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) buiten echt, vleselijke gemeenschap heeft gehad met een vrouw, die
de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, te
weten met [slachtoffer 2], geboren op [...] 1978;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 247 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS dat
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 november 1990 tot en met 22 april 1991 te Ermelo en/of Hattem en/of Amersfoort, in elk geval in Nederland tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met [slachtoffer 2] (geboren [...] 1978), die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, hebbende verdachte:
- meermalen, althans eenmaal de borsten en/of vagina en/of schaamstreek van die [slachtoffer 2] betast en/of gestreeld en/of
- zijn, verdachte’s, penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht en/of
- meermalen, althans eenmaal zijn penis in de handen van die [slachtoffer 2] gebracht en/of zich laten aftrekken
artikel 247 Wetboek van Strafrecht
(ontucht plegen beneden 16 jaar)
4.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 1988 tot en met 22 april 1991 te Hattem, althans in Nederland tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, door geweld of bedreiging met
geweld [slachtoffer 3] (geboren [....] 1977) heeft gedwongen tot het plegen
of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het:
- meermalen, althans eenmaal betasten en/of strelen over de borsten en/of
vagina en/of schaamstreek van die [slachtoffer 3] en/of
- meermalen, althans eenmaal brengen van zijn verdachte's vinger(s) en/of
verdachte's mededader vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 3]
en bestaande dat geweld en/of die bedreiging met gewld hierin dat verdachte
en/of zijn mededader uit
- het plotseling en onverhoeds en/of stevig vastpakken en/of vasthouden van
die [slachtoffer 3] en/of
- het op slot doen van de deur van de ruimte waarin die [slachtoffer 3] zich
bevond, althans het insluiten van die [slachtoffer 3] en/of
- het fysieke en/of pyschische overwicht van verdachte en/of zijn mededader op
die [slachtoffer 3] en/of
(aldus) voor die [slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
art 242 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De raadsman heeft gesteld dat niet duidelijk is of de aangeefsters gebruik hebben gemaakt van hun wettelijk klachtrecht en of zij (nadien) hun klacht hebben ingetrokken. Voorts verwijt hij het Openbaar Ministerie het late tijdstip van vervolging, nu aangeefsters in 2000-2001 reeds de eerste stap hiertoe hadden gezet. Hij vraagt zich af of het mogelijk intrekken van de klacht dan wel het nodeloos aarzelen van justitie wellicht tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie leidt.
De rechtbank overweegt dat per 1 oktober 2002 het klachtrecht ten aanzien van zedendelicten is vervallen. De slachtoffers hebben na deze datum aangifte gedaan. Niet is gebleken dat er voor 1 oktober 2002 een klacht is ingediend, die nadien is ingetrokken. Nu er na 1 oktober 2002 geen sprake meer is van een klachtdelict en nadien aangifte is gedaan, treft het verweer van de raadsman geen doel.
Ten aanzien van het late tijdstip van vervolging overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank stelt vast dat verdachte op [dag] 1989 16 jaar is geworden. Met betrekking tot de feiten 1 en 4 dient het Openbaar Ministerie partieel niet-ontvankelijk te worden verklaard nu de vervolgingsbevoegdheid ten aanzien van de periode voorafgaand aan [dag] 1989 door verjaring is vervallen. De rechtbank ziet voor het overige geen aanleiding het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren vanwege het late tijdstip van vervolging, nu de aangiftes eerst in 2005 zijn gedaan.
Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte een of meer van de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de feiten 1, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair ziet de rechtbank af van een nadere toelichting nu de officier voor deze feiten vrijspraak heeft gevorderd. De rechtbank overweegt met betrekking tot feit 4 dat het feit niet wettig bewezen kan worden nu er naast de aangifte van [slachtoffer 3] geen sprake is van ander relevant ondersteunend bewijs.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partijen [slachtoffer 2], wonende te [postcode plaats], [adres], en [slachtoffer 1], wonende te [postcode plaats], [adres], hebben te kennen gegeven de door hun ingediende vorderingen tot schadevergoeding in te trekken.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de strafvervolging voor zover het betreft de periode voor [dag] 1989.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte een of meer van de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt verdachte van de gehele tenlastelegging vrij.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Bierbooms en Lucassen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 april 2007.