ECLI:NL:RBZUT:2007:BA2937
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Harreveld
- A. Bierbooms
- J. Lucassen
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor seksueel misbruik van minderjarige slachtoffers met verjaring en taakstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 13 april 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van drie minderjarige slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie niet ontvankelijk was voor de feiten die zich voordeden vóór de verjaardag van de verdachte in 1990, omdat de vervolgingsbevoegdheid door verjaring was vervallen. Voor de feiten die na deze datum plaatsvonden, werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur. De rechtbank overwoog dat de verdachte, in vereniging met anderen of alleen, op verschillende tijdstippen in de periode van 1988 tot 1992 ontuchtige handelingen had gepleegd met de slachtoffers, die op dat moment minderjarig waren. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een aantal ten laste gelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen waren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij zelf ook nog minderjarig was ten tijde van de feiten. De rechtbank besloot dat de taakstraf moest worden uitgevoerd op een projectplaats en dat de verdachte geen voorwaardelijke straf opgelegd zou krijgen. De vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen werden ingetrokken. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die betrekking hebben op de gepleegde misdrijven.