ECLI:NL:RBZUT:2007:BA3072
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Draisma
- A. de Bie
- J. van der Hooft
- Rechtspraak.nl
Veroordeling tot gevangenisstraf voor vernieling en niet-naleving bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 17 april 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die was veroordeeld voor vernieling in het huis van zijn moeder. De rechtbank heeft de verdachte, geboren in 1983, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De bijzondere voorwaarde was dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd diende te houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de Stichting Reclassering Nederland. Dit omvatte onder andere ambulante behandeling bij De Tender en het niet meer wonen bij zijn moeder.
De vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf werd behandeld op 3 april 2007, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was. Zijn raadsman, mr. Willems, was wel aanwezig, maar niet uitdrukkelijk gemachtigd om de verdachte te verdedigen. De rechtbank heeft de processtukken bekeken, waaronder een Afloopbericht van de reclassering, waaruit bleek dat de veroordeelde niet meer verscheen op afspraken en geen contact opnam met de reclassering of zijn werkplek. De reclassering had aangegeven dat de verdachte een klinische behandeling nodig had, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende motivatie was voor een dergelijke behandeling en dat er geen gespecificeerd advies voorhanden was.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die vroeg om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, toegewezen. De beslissing om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf te gelasten, werd genomen op basis van het feit dat de verdachte zich niet had gehouden aan de opgelegde voorwaarden. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende drukmiddelen waren om een behandeling op te leggen, maar dat de vordering tot tenuitvoerlegging gerechtvaardigd was. De uitspraak werd gedaan door mrs. Draisma, De Bie en Van der Hooft, in aanwezigheid van mr. Van Erp, griffier.