RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer(s): 06/802096-06
Uitspraak d.d.: 17 april 2007
Vord. na voorw. veroord.: 06/460068-06
verstek /dnip/onip
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum] 1983,
wonende te [adres en woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 april 2007.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 01 september 2006 te Vorden, gemeente Bronckhorst, opzettelijk en wederrechtelijk meerdere, althans een of meer deur(en) (van de badkamer/douche en/of een slaapkamer en/of de woonkamer) en/of een krabpaal, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Woningbouwvereniging Pro Wonen en/of [moeder verdachte], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt;
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 1 september 2006 te Vorden, gemeente Bronckhorst, opzettelijk en wederrechtelijk deuren van de badkamer/douche en een slaapkamer en de woonkamer en een krabpaal, toebehorende aan Woningbouwvereniging Pro Wonen,
heeft vernield en/of beschadigd.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen en/of beschadigen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot 2 weken gevangenisstraf.
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen de recidive van verdachte van soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft tevens rekening gehouden met de in het psychiatrisch rapport d.d. 1 mei 2006 door O.F. Schroth, psychiater, bij verdachte vastgestelde verminderde toerekeningsvatbaarheid, nu er geen redenen zijn om aan te nemen dat daarin wijziging is opgetreden.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij Pro Wonen, Postbus 51 te Eibergen heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.885,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu zij van oordeel is dat de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat deze zich leent voor afdoening in het strafgeding. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Vordering tenuitvoerlegging
De rechtbank zal de officier van justitie niet ontvankelijk verklaren in haar vordering tot tenuitvoerlegging van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van deze rechtbank van 30 mei 2006 op grond van overtreding van de algemene voorwaarde, aangezien de vordering tot tenuitvoerlegging in dezelfde zaak op grond van overtreding van de bijzondere voorwaarde bij aparte, onherroepelijke, beslissing reeds is toegewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27 en 350 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken.
Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart de officier van justitie niet ontvankelijk in haar vordering van 5 februari 2007, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van deze rechtbank van 30 mei 2006 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van vijf maanden.
Aldus gewezen door mrs. Draisma, voorzitter, De Bie en Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Erp, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 april 2007.
Mr. Draisma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.