ECLI:NL:RBZUT:2007:BA3253

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
18 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/801497-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Lucassen
  • A. van Harreveld
  • J. Krijger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit en verspreiden van kinderpornografisch materiaal

Op 18 april 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende anderhalf jaar betrokken was bij het verzamelen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in [plaats] op [geboortedatum], werd beschuldigd van het in bezit hebben van een groot aantal multimediabestanden en gegevensdragers die afbeeldingen en films bevatten van seksuele gedragingen met minderjarigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het ten laste gelegde, dat zich voordeed in de periode van 22 mei 2003 tot en met 17 september 2004 in de gemeente Doetinchem.

De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden geëist, met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zou laten behandelen en een werkstraf van 120 uur zou uitvoeren. De rechtbank nam de conclusie van een psychologisch rapport over, waarin werd gesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich gedurende een lange periode had beziggehouden met het verzamelen van kinderpornografisch materiaal, wat ernstige gevolgen heeft voor de betrokken kinderen.

De rechtbank legde de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op van zes maanden, met een proeftijd van drie jaar, en een werkstraf van 120 uur. Daarnaast werden de in beslag genomen voorwerpen, waaronder CD-roms en diskettes, onttrokken aan het verkeer. De rechtbank benadrukte de noodzaak van behandeling en toezicht door de reclassering om de kans op recidive te verminderen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de rechters M. Lucassen, A. van Harreveld en J. Krijger aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/801497-06
Uitspraak d.d.: 18 april 2007
tegenspraak/ dip / oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [postcode, plaats], [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 maart 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 mei 2003
tot en met 17 september 2004 in de gemeente Doetinchem, en/of elders in
Nederland, uit gewoonte (telkens) een (groot)aantal foto's/afbeelding(en)
en/of (een) gegevensdrager(s)bevattende een of meerdere afbeelding(en), te
weten 11.048 (elfduizendachtenveertig), althans een (groot) aantal,
multimediabestanden op (een of meer harddisk(s) van) een computer en/of
computerbestanden en/of drieendertig (33) CD-roms en/of negen (9) diskettes,
(telkens) bevattende (een) film(fragment(en) met en/of afbeelding(en) van
(een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken
die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt openlijk
tentoon heeft gesteld en/of heeft verspreid en/of in voorraad heeft gehad
en/of welke gegevensdrager(s) bevattende een of meerdere afbeelding(en) en/of
(harddisk(s)) van een computer en/of computerbestand(en) en/of cd-rom(s) en/of
diskette(s) (ondermeer) de hierna genoemde seksuele gedraging(en) bevatten:
-een geheel/gedeeltelijk ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 5 Jaar))
die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat met gespreide
beentjes op een bed ligt, en waarbij een volwassen persoon met de vingers de
schaamlipjes van het meisje spreidt, zodat er duidelijk zicht op haar vagina
is ([bestandsnaam/afbeelding].jpg) en/of
-een geheel/gedeeltelijk ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 7 Jaar))
die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat met gespreide
benen op haar rug op een bed ligt, terwijl een volwassen man diens (stijve)
penis tegen haar vagina duwt en/of geduwd houdt ([bestandsnaam/afbeelding].jpg) en/of
-een geheel/gedeeltelijk ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 8 Jaar))
die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat voor een
volwassen man met een erectie staat en aan de erectie van genoemde man likt
([bestandsnaam/afbeelding.jpg]) en/of
-een geheel/gedeeltelijk ontkleed minderjarige jongen ((jonger dan) 11 Jaar))
die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, die op zijn
knieën en hoofd steunt en zijn handen op zijn billen heeft, waarbij een
volwassen man met een erectie zijn stijve penis in de anus van de jongen
heeft ([bestandsnaam/afbeelding].jpg) en/of
-een geheel/gedeeltelijk ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 13 Jaar))
die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat met de benen
uit elkaar op een bed ligt en waarbij tussen haar benen een (vermoedelijk)
volwassen vrouw zit die haar vinger in de vagina van het meisje duwt/steekt
([bestandsnaam/afbeelding].jpg) en/of
-een geheel/gedeeltelijk ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 7 Jaar))
die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat op haar buik
ligt terwijl achter haar een persoon zit die met zijn vinger de anus of
vagina van het meisje penetreert ([bestandsnaam/filmpje].MPG) en/of
-een geheel/gedeeltelijk ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 12 Jaar))
die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat de stijve
penis van een volwassen man in haar mond heeft, welke man tot een zaadlozing
komt in de mond van het meisje ([bestandsnaam/filmpje].mpeg);
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 22 mei 2003 tot en met 17 september 2004 in de gemeente Doetinchem, uit gewoonte (een) gegevensdrager(s) bevattende meerdere multimediabestanden op (een of meer harddisk(s) van) een computer en drieëndertig (33) CD-roms en negen (9) diskettes, bevattende (een) film(fragment(en) met en/of afbeelding(en) van (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, heeft verspreid en in voorraad heeft gehad en/of welke gegevensdrager(s) en/of (harddisk(s)) van een computer en/of cd-rom(s) en/of diskette(s) (ondermeer) de hierna genoemde seksuele gedraging(en) bevatten:
- een geheel ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 5 jaar)) die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat met gespreide beentjes op een bed ligt, en waarbij een volwassen persoon met de vingers de schaamlipjes van het meisje spreidt, zodat er duidelijk zicht op haar vagina is, en/of
- een geheel ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 7 jaar)) die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat met gespreide benen op haar rug op een bed ligt, terwijl een volwassen man diens (stijve) penis tegen haar vagina duwt en/of geduwd houdt, en/of
- een minderjarig meisje ((jonger dan) 8 jaar)) die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat voor een volwassen man met een erectie staat en aan de erectie van genoemde man likt, en/of
- een geheel ontkleedde minderjarige jongen ((jonger dan) 11 jaar)) die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, die op zijn knieën en hoofd steunt en zijn handen op zijn billen heeft, waarbij een volwassen man met een erectie zijn stijve penis in de anus van de jongen heeft, en/of
- een gedeeltelijk ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 13 jaar)) die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat met de benen uit elkaar op een bed ligt en waarbij tussen haar benen een (vermoedelijk) volwassen vrouw zit die haar vinger in de vagina van het meisje duwt/steekt, en/of
- een geheel ontkleed minderjarig meisje ((jonger dan) 7 jaar)) die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat op haar buik ligt terwijl achter haar een persoon zit die met zijn vinger de anus of vagina van het meisje penetreert, en/of
- een minderjarig meisje ((jonger dan) 12 jaar)) die kennelijk de leeftijd dan 18 jaar nog niet had bereikt, dat de stijve penis van een volwassen man in haar mond heeft, welke man tot een zaadlozing komt in de mond van het meisje.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
De officier van justitie heeft onder meer tenlastegelegd “het in voorraad hebben”.
De rechtbank leest daarin “het in bezit hebben”. Tot de wetswijziging van 1 oktober 2002 was als wettelijk bestanddeel van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht onder meer opgenomen “in voorraad hebben”.
Die wijziging van artikel 240b is louter technisch van aard en heeft dus geen consequenties voor de beoordeling van het feit.
Het bewezene levert op het misdrijf:
een gewoonte maken van een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden en in bezit hebben.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een rapport uitgebracht door de psycholoog drs. S. Wijga, gedateerd 15 maart 2007. De psycholoog komt tot de conclusie dat bij betrokkene sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en dat hij, in het geval het ten laste gelegde bewezen wordt geacht, als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
1. De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact, ook als dit inhoudt een ambulante behandeling bij de kliniek Kairos of een soortgelijke instelling. Daarnaast is gevorderd een werkstraf voor de duur van honderdentwintig uur.
De verdachte heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde straf.
2. Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
3. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer anderhalf jaar via internet vrijwel dagelijks bezig gehouden met het verzamelen en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen.
Verdachte heeft dusdoende de norm, dat seksueel misbruik van jeugdigen moet worden tegengegaan, in ernstige mate geschonden. Verdachte heeft met het in omloop brengen van beeldmateriaal dat seksueel misbruik suggereert bijgedragen aan het in stand houden en bevorderen van uiterst verwerpelijke seksuele praktijken, die plaatsvinden met kinderen van veelal zeer jonge leeftijd. Algemeen bekend is ook hier dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat.
4. Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in het verdere verleden is veroordeeld terzake onder meer ontucht met een minderjarige. Ondanks dat die veroordeling in 1998 heeft plaatsgevonden, acht de rechtbank dit toch van belang, aangezien verdachte in verband met dat feit destijds een daderbehandeling voor incestplegers heeft gevolgd, zoals onder meer blijkt uit het rapport van de reclassering van 27 december 2006.
5. Betrokkene heeft bij de reclassering aangegeven zijn eigen verantwoordelijkheid te willen nemen en zich open te stellen voor hulpverlening. Ter zitting is evenwel gebleken dat verdachte zich op dat punt tot nu toe passief heeft opgesteld en een afwachtende houding heeft aangenomen.
6. Uit het rapport van de psycholoog drs. Wijga komt onder meer naar voren dat bij verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en narcistische trekken en een neiging tot pedofilie.
Verdachte kan zich slecht inleven in de gevoelens van anderen en stressgevoelige situaties kunnen leiden tot grensoverschrijdend gedrag
Hij lijkt de laakbaarheid van het gebeurde te bagatelliseren. Het onderschatten c.q. het niet inzien van het feit dat het intensief bezig zijn met kinderpornografisch materiaal de kans op seksueel misbruik van een kind (kinderen) vergroot, de grote passieve liedesbehoefte en het tekortschieten van de impulscontrole bij het oplopen van spanningen, maakt de kans op recidive groot. Om de kans op recidive terug te brengen op een maatschappelijk geaccepteerd niveau is een intensieve behandeling nodig, onder meer gericht op het versterken van een gevoel van eigenwaarde en het adequaat leren omgaan met onlustgevoelens.
Geadviseerd wordt een ambulante behandeling binnen een dwingend kader van reclasseringstoezicht (met welk advies naar overleg door de rapporteur de reclassering zich kan verenigen).
7. Het hiervoor staande afwegend ziet de rechtbank aanleiding om een straf op te leggen als door de officier van justitie gevorderd. Daarbij heeft de rechtbank tevens rekening gehouden met het feit dat de onderhavige feiten al geruime tijd geleden zijn gepleegd.
De rechtbank acht een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Zij acht het aangewezen om aan de aan het voorwaardelijk strafdeel verbonden bijzondere voorwaarde een proeftijd van drie jaar te verbinden, gelet op de problematiek van verdachte.
In beslag genomen voorwerpen
De rechtbank beschouwt de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen als een gezamenlijkheid.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven papiertjes en SIMkaart, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan of voorbereid.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven CD-roms en diskettes, met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien:
- de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
- de veroordeelde gedurende de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, zolang de reclassering dit noodzakelijk oordeelt,
ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen bij de Forensisch Psychiatrisch Polikliniek Kairos te Arnhem of een soortgelijke instelling.
Geeft de reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
32 zilverkleurige CD-roms;
2 beigekleurige diskettes.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
wit papier (meerdere papiertjes);
een zwarte SIMkaart.
Aldus gewezen door mrs. Lucassen, voorzitter, Van Harreveld en Krijger, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 april 2007.