RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer: 06/460048-07
uitspraak d.d.: 02 mei 2007
tegenspraak / dip
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1956],
GBA-adres: [adres],
thans gedetineerd in P.I Achterhoek, Huis van Bewaring "De Kruisberg" te Doetinchem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
18 april 2007.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2003 tot
03 december 2005 in de gemeente(n) Gorssel en/of Lochem, althans in Nederland, (telkens) met [slachtoffer], geboren [1993] (zijnde verdachtes dochter), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal,
- zijn penis in haar vagina gebracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina gebracht en/of
- zijn penis in haar mond gebracht en/of
- met zijn mond in of over haar vagina gelikt en/of
- zich laten aftrekken door haar en/of
- haar betast aan haar borsten en/of vagina en/of elders op of aan haar lichaam;
art 244 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2003 tot
03 december 2005 in de gemeente(n) Gorssel en/of Lochem, althans in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig dochter, zijnde [slachtoffer], geboren op
[1993], bestaande die ontucht (telkens) hierin dat hij meermalen, althans éénmaal,
- zijn penis in haar vagina heeft gebracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina heeft gebracht en/of
- zijn penis in haar mond heeft gebracht en/of
- met zijn mond in of over haar vagina heeft gelikt en/of
- zich heeft laten aftrekken door haar en/of
- haar heeft betast aan haar borsten en/of vagina en/of elders op of aan haar lichaam;
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 december 2005 tot en met 01 november 2006 in de gemeente Lochem, althans elders in Nederland (telkens) met [slachtoffer], verdachtes dochter, geboren [1993], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte
meermalen, althans éénmaal,
- zijn penis in haar vagina gebracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina gebracht en/of
- zijn penis in haar mond gebracht en/of
- met zijn mond in of over haar vagina gelikt en/of
- zich laten aftrekken door haar en/of
- haar betast aan haar borsten en/of vagina en/of elders op of aan haar lichaam;
art 245 Wetboek van Strafrecht
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 03 december 2005 tot en met 01 november 2006 in de gemeente Lochem, althans elders in Nederland (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig dochter [slachtoffer], geboren op [1993], bestaande die ontucht (telkens) hierin dat hij meermalen, althans éénmaal,
- zijn penis in haar vagina heeft gebracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina heeft gebracht en/of
- zijn penis in haar mond heeft gebracht en/of
- met zijn mond in of over haar vagina heeft gelikt en/of
- zich heeft laten aftrekken door haar en/of
- haar heeft betast aan haar borsten en/of vagina en/of elders op of aan haar lichaam;
art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Op grond van het dossier en de verklaring van verdachte ter terechtzitting acht de rechtbank bewezen, dat de begindatum van de pleegperiode waarin de seksuele handelingen vermeld in het onder feit 1 primair tenlastegelegde hebben plaatsgevonden, gesteld kan worden op
1 april 2004.
Rekening houdend met de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2005, waarbij de gemeenten Gorssel en Lochem zijn samengevoegd en de naam van de gemeente Gorssel gewijzigd is in de gemeente Lochem, acht de rechtbank om die reden bewezen dat de feiten gepleegd zijn in de gemeente(n) Gorssel en/of Lochem.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op tijdstippen in de periode van 1 april 2004 tot 3 december 2005 in de gemeente(n) Gorssel en/of Lochem, telkens met [slachtoffer], geboren 3 december 1993, zijnde verdachtes dochter, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die telkens mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte meermalen,
- zijn vinger(s) in haar vagina gebracht en/of
- zijn penis in haar mond gebracht en/of
- met zijn mond in of over haar vagina gelikt en/of
- zich laten aftrekken door haar en/of
- haar betast aan haar borsten en/of vagina en/of elders op of aan haar lichaam;
hij op tijdstippen in de periode van 3 december 2005 tot en met 1 november 2006 in de gemeente Lochem, telkens met [slachtoffer], verdachtes dochter, geboren 3 december 1993, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die telkens mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende hij, verdachte meermalen,
- zijn penis in haar vagina gebracht en/of
- zijn vinger(s) in haar vagina gebracht en/of
- zijn penis in haar mond gebracht en/of
- met zijn mond in of over haar vagina gelikt en/of
- zich laten aftrekken door haar en/of
- haar betast aan haar borsten en/of vagina en/of elders op of aan haar lichaam;
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las¬te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. primair: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die
mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen
gepleegd.
2. primair: ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De officier van justitie heeft, het onder 1 primair (met uitzondering van de handeling vermeld onder het eerste gedachtestreepje) en 2 primair tenlastegelegde bewezen achtend, gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, aftrek van het voorarrest, en oplegging van verplicht reclasseringscontact, ook als dit inhoudt een behandeling bij “De Tender” te Deventer of een soortgelijke instelling.
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de door de officier van justitie geeïste straf te zwaar is gelet op het feit dat:
- verdachte first-offender is;
- verdachte zich zelf direct heeft aangemeld voor behandeling;
- verdachte alle medewerking heeft verleend bij het vooronderzoek en een volledige bekentenis heeft afgelegd;
- verdachte bij een langdurige vrijheidsstraf zijn werk als onderhoudsmedewerker, tevens opsporingsambtenaar in het [werkgever] zal kwijtraken.
De raadsman stelt - het vorenstaande in aanmerking nemende - de navolgende straf voor, te weten:
- een gevangenisstraf gelijk aan of van een iets langere duur dan de duur van het voorarrest;
- een voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd, met als bijzonder voorwaarden reclasseringscontact en een ambulante behandeling in “De Tender”;
- tevens ter compensatie van een lagere vrijheidsstraf, een taakstraf voor de maximale duur van 240 uren.
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, alsmede uit de omtrent verdachte opgemaakte rapportages.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft jarenlang ontucht gepleegd met zijn minderjarige dochter [slachtoffer].
Verdachte is tot dit handelen gekomen, louter en alleen ter bevrediging van zijn seksuele behoefte uit frustratie vanwege relationele problemen met zijn (zieke) echtgenote.
Verdachte heeft de feiten gepleegd in een situatie waarin zijn dochter mocht vertrouwen op geborgenheid en in een levensfase waarin een meisje van die leeftijd bijzonder kwetsbaar is.
Verdachte heeft met zijn handelwijze grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van zijn dochter. Hij heeft misbruik gemaakt van zijn positie als vader en heeft het in hem gestelde vertrouwen geschonden.
Deze gedragingen kunnen, naar de ervaring leert, voor het slachtoffer ernstige psychische gevolgen hebben. Voor [slachtoffer] zijn de gevolgen, zowel psychisch als lichamelijk, nog steeds zeer ingrijpend.
Als strafverzachtende omstandigheden heeft de rechtbank acht geslagen op het feit dat verdachte - gezien zijn justitiële documentatie van 23 januari 2007 - niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest, uit eigen beweging is gestart met een poliklinische behandeling (delict preventiegroep en individueel contact) bij forensische polikliniek “De Tender” te Deventer, dat hij een volledige bekentenis heeft afgelegd en dat hij als gevolg van de onderhavige strafzaak in een sociaal isolement is komen te verkeren.
In voorgaande afwegend ziet de rechtbank aanleiding om een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
Gezien de ernst van de feiten acht de rechtbank een vrijheidsstraf van na te melden duur niet alleen passend, maar ook geboden uit normatief oogpunt, zodat de rechtbank niet toekomt aan de door de raadsman van verdachte verzochte oplegging van een taakstraf.
De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De daarbij opgelegde bijzondere voorwaarden dienen ertoe verdachte inzicht te geven in zijn handelen en hem daarbij de nodige steun en begeleiding te geven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 244 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, groot 10 (tien) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit schuldig maakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, zolang de reclassering dit noodzakelijk oordeelt,
ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door “De Tender” te Deventer of een soortgelijke instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die hem door of namens de leiding van betreffende instelling zullen worden gegeven.
Geeft de reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. Van Harreveld, voorzitter, mr. Elders en mr. Lucassen, rechters, in tegenwoordigheid van Beers-de Badts, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 02 mei 2007.