ECLI:NL:RBZUT:2007:BA4812
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. van de Wetering
- J. van der Hooft
- M. Hemrica
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van echtgenoten wegens valsheid in geschrifte met betrekking tot zorgdocumenten
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 8 mei 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een medeverdachte is veroordeeld voor valsheid in geschrifte. De verdachte, geboren te Apeldoorn, heeft in de periode van 22 maart 2001 tot en met 18 juli 2005 in de gemeente Brummen meermalen valse documenten opgemaakt die bestemd waren om tot bewijs van feiten te dienen. Deze documenten betroffen onder andere formulieren van zorgkantoor Apeldoorn en Agis Zorgverzekeringen, waarop onterecht werd vermeld dat de verdachte zorgverlener was van haar schoonmoeder, die op dat moment al was overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en haar mededader opzettelijk valse informatie hebben verstrekt met het doel deze documenten als echt en onvervalst te gebruiken.
De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende bewijsmiddelen, waaronder bekennende verklaringen van de verdachte en haar medeverdachte, alsook op documenten die als bewijs dienden. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en haar medeverdachte, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis zal worden toegepast. Daarnaast is er een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd, die niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de verdachte zich binnen een proeftijd van twee jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. De rechtbank heeft de strafoplegging gemotiveerd door te wijzen op de ernst van de feiten en het misbruik van sociale voorzieningen.