RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460063-07
Uitspraak d.d.: 23 mei 2007
Tegenspraak/ dip
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [gemeente],
thans verblijvende in PI Achterhoek, Lunettestraat Zutphen, te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 mei 2007.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks in de periode van 8 november 2006 t/m 9 november 2006
te Ulft en/of Etten, gemeente Oude IJsselstreek,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit loods heeft
weggenomen een gereedschapskist met inhoud en/of een hogedrukreiniger (geel
van het merk Top Craft), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan Novus Energi Systems, in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking
en/of inklimming;
(incident 3 pagina 123 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2. hij in of omstreeks in de periode van 29 tot en met 30 januari 2007
te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kabels, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan bouwbedrijf Jansen,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
(incident 4 pagina 159 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
3. hij in of omstreeks in de periode van 22 april 2003 tot en met 18 januari 2007 en/of 23 januari 2007
te Zutphen opzettelijk een cirkelzaag (groen, merk Metabo), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan Keijzer materiaal Beheer BV, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte
anders dan door misdrijf, te weten in bruikleen, onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(incident 6 pagina 198 en verder)
art 321 Wetboek van Strafrecht
4. hij in of omstreeks 12 januari 2007 tot en met 15 januari 2007
te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een bouwterrein heeft
weggenomen kabel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Te Brinke Bouw, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
(incident 8 pagina 213 en verder)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5. hij op of omstreeks 9 december 2006
in de gemeente Doetinchem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk
geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres])
een hoeveelheid van (in totaal) 114, althans een groot aantal hennepplanten
en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
(parketnummer 800236/07)
art 3 ahf/ond B Opiumwet
art 3 ahf/ond C Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
6. hij op of omstreeks 11 november 2006
te Steenderen, althans in de gemeente Bronckhorst,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid
(koperen) kabel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan Aviko, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s);
(parketnummer 460613/06)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, aangezien de rechtbank niet de overtuiging heeft dat verdachte de bedoeling heeft gehad om zich het goed wederrechtelijk toe te eigenen.
De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1. hij in de periode van 8 november 2006 tot en met 9 november 2006 te Etten, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit loods heeft weggenomen een gereedschapskist met inhoud en een hogedrukreiniger (geel van het merk Top Craft), toebehorende aan Novus Energi Systems, waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
2. hij in de periode van 29 tot en met 30 januari 2007 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kabels, toebehorende aan bouwbedrijf Jansen;
4. hij in de periode van 12 januari 2007 tot en met 15 januari 2007 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een bouwterrein heeft
weggenomen kabels, toebehorende aan Te Brinke Bouw, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming;
5. hij op 9 december 2006 in de gemeente Doetinchem, tezamen en in vereniging met een ander
opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand aan [adres], een hoeveelheid van in totaal 114 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
6. hij op 11 november 2006 te Steenderen, tezamen en in vereniging met een ander, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid
koperen kabels, toebehorende aan Aviko.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
2. diefstal;
4. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
5. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, aanhef en sub C, van de Opiumwet gegeven verbod;
6. diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de
inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden – dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks gekwalificeerd diefstallen, waardoor schade en overlast voor de benadeelden is veroorzaakt. Daarnaast is verdachte betrokken geweest bij het oprichten en in werking hebben van een hennepkwekerij, waardoor hij heeft bijgedragen aan de instandhouding van het illegale drugscircuit. Algemeen bekend is dat dergelijke activiteiten plegen te leiden tot nadelige maatschappelijke gevolgen als gezondheidsschade voor gebruikers.
Bij de bepaling van de duur van de vrijheidsstraf houdt de rechtbank er voorts rekening mee dat verdachte eerder is veroordeeld voor gekwalificeerde diefstallen. Verdachte is al kort na het ondergaan van een gevangenisstraf teruggevallen in het plegen van een strafbaar feit en is na schorsing van de voorlopige hechtenis in die zaak wederom voortgegaan met het plegen van strafbare feiten.
Anderzijds zal de rechtbank er rekening mee houden dat zij minder bewezen acht dan de officier van justitie.
In beslag genomen voorwerpen
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 0,2 gram amfetamine;
- 4 XTC-pillen;
dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.
In beslag genomen voorwerpen
Nu zich geen strafvorderlijk belang meer daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de personenauto Ford Escort 1.8 D, kleur blauw, [kenteken], aan de veroordeelde.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij Aviko B.V. heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 200,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijs¬middelen en hetgeen verder ter terecht¬zitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 6 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks tot het gevorderde bedrag schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vorde¬ring is voor toewijzing vatbaar.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 47, 57, 63, 91, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 0,2 gram amfetamine;
- 4 XTC-pillen.
Gelast de teruggave van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan de veroordeelde, te weten:
- een personenauto Ford Escort 1.8 D, kleur blauw, [kenteken].
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij Aviko B.V., [adres, postcode, woonplaats], van een bedrag van € 200,--, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Aviko B.V., een bedrag te betalen van € 200,--, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. De Bie, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 mei 2007.