ECLI:NL:RBZUT:2007:BA6110
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Harreveld
- A. Lucassen
- F. Follender Grossfeld
- Rechtspraak.nl
Gemotiveerde vrijspraak in zedenzaak tegen verdachte
Op 30 mei 2007 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zedenzaak tegen een verdachte, geboren in 1961, die beschuldigd werd van het plegen van seksuele handelingen met een minderjarige, geboren in 1989. De tenlastelegging omvatte meerdere seksuele handelingen die de verdachte zou hebben gepleegd in de periode van 1 januari 2000 tot 7 augustus 2001 en van 7 augustus 2001 tot en met 31 december 2003. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende tijdstippen handelingen heeft verricht die onder de artikelen 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht vallen, waarbij de minderjarige betrokken was die op het moment van de handelingen nog niet de leeftijd van zestien jaren had bereikt.
Tijdens de rechtszitting op 16 mei 2007 heeft de verdachte de beschuldigingen gemotiveerd ontkend. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de aanwezige bewijsmiddelen niet voldoende overtuigend waren om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft bijzondere behoedzaamheid betracht bij de beoordeling van de bewijsmiddelen, vooral gezien de wisselende verklaringen van de aangeefster over haar seksuele contacten met andere mannen en de beperkte concrete informatie die uit de transcriptie van een heimelijk gemaakte bandopname kon worden gehaald.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat het overblijvende bewijsmateriaal van onvoldoende gewicht was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft daarom besloten dat niet bewezen kon worden dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, en heeft hem vrijgesproken van alle beschuldigingen. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 30 mei 2007.