ECLI:NL:RBZUT:2007:BA7832

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
22 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/580292-06
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kleinrensink
  • A. Hemrica
  • J. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van moord en andere ernstige misdrijven met betrekking tot een Turkse zakenman

In juni 2006 werd een Turkse zakenman slachtoffer van een ernstig misdrijf, waarbij hij werd ontvoerd, bestolen, afgeperst en uiteindelijk vermoord. De rechtbank Zutphen oordeelde dat de verdachte(n) opzettelijk en met voorbedachten rade het slachtoffer van het leven beroofden. De rechtbank nam in aanmerking dat er sprake was van een vooropgezet plan en dat het slachtoffer op gruwelijke wijze werd behandeld. Gedurende de vrijheidsberoving was het slachtoffer vastgebonden, geblinddoekt en kreeg hij geen voedsel, wat leidde tot een onmenselijke behandeling. De rechtbank rekende het de verdachte(n) zwaar aan dat zij het slachtoffer zo mensonterend behandelden uit puur geldelijk gewin. De rechtbank achtte de verklaringen van de verdachte als leidraad, maar wees ook op inconsistenties in zijn verklaringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte volledig verantwoordelijk was voor de moord en dat er geen bewijs was voor de bewering dat hij slechts een uitvoerende rol had. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijftien jaar op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. De rechtbank achtte de kans op recidive klein, maar vond de ernst van de misdrijven een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580292-06
Uitspraak d.d.: 22 juni 2007
tegenspraak/ dip / oip / oip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] (Turkije) op [geboortedatum] 1970,
wonende te [plaats],
thans verblijvende in PI Arnhem – De Berg.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
13 december 2006, 6 maart 2007, 29 mei 2007 en 8 juni 2007.
Ter terechtzitting gegeven beslissing
Ter terechtzitting van 6 maart 2007 heeft de rechtbank de gevangenneming van verdachte bevolen ter zake van de hem thans onder 3 en 5 ten laste gelegde feiten.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 6 maart 2007 is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Beekbergen, althans in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd,
immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) met datopzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet die [slachtoffer] vastgebakt en/of (krachtig) naar voren gedrukt en/of de keel van die [slachtoffer] dichtgedrukt en/of dichtgedrukt gehouden, althans die [slachtoffer] gewurgd en/of verwurgd, althans langdurig en/of meerdere minuten kracht en/of van
buitenkomend geweld op de keel, althans op het lichaam van die [slachtoffer] uitgeoefend, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
(289, 47 Sr)
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 juni 2006 tot en met 27 juni 2006, te Huissen, althans in de gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of te [plaats], althans in de gemeente Zevenaar en/of in de gemeente Westervoort en/of in de gemeente Duiven en/of in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Rheden en/of in de gemeente Arnhem en/of in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk:
- afgesproken dat de boerderij aan [adres en plaats], gemeente Zevenaar, gedurende enkele dagen gebruikt zal worden voor "de huisvesting", althans "het verblijf" van [slachtoffer], althans een gast en/of
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een auto naar een boerderij in [plaats] (te weten aan de [adres]), gemeente Zevenaar vervoerd en/of
op deze boerderij:
- (vervolgens) meermalen en/of langdurig de hand(en) en/of voet(en) van die [slachtoffer] geboeid en/of vastgebonden en/of vastgebonden gehouden en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] een prop in de mond gestopt, althans die [slachtoffer] het spreken verhinderd en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en/of
- die [slachtoffer] aan een balk en/of een keldertrap vastgebonden en/of vastgebonden laten hangen en/of
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer, althans in een ruimte gelegd en/of
- die [slachtoffer] geboeid in een kofferbak van een auto laten plaatsnemen, althans gelegd en/of
buiten deze boerderij:
- (vervolgens) die [slachtoffer] in (een kofferbank van) een auto naar de afslag Beekbergen van de snelweg A50 vervoerd en/of gebracht en/of gereden
en/of (aldus) voor deze [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan waaraan die [slachtoffer] zich niet kon onttrekken;
( 282, 47 sr)
3.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Giesbeek en/of te [plaats], althans in de gemeente Zevenaar, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- meerdere, althans één, creditcard(s) en/of
- meerdere, althans één bankpas(sen) en/of
- een portemonnee en/of
- meerdere, althans één, mobiele telefoon(s),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat hij verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s):
- die [slachtoffer] in een auto heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] naar een boerderij aan [adres en plaats], gemeente Zevenaar, heeft/hebben vervoerd en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben geboeid en/of vastgebonden en/of geblinddoekt en/of een prop in de mond gestopt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gefouilleerd, althans de kleding van die [slachtoffer] heeft/hebben doorzocht
en/of
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te [plaats], althans in de gemeente Zevenaar en/of de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- identiteitspapieren (op naam van [slachtoffer]) en/of
- een horloge en/of
- een jas en/of
- een (paar) schoen(en) en/of
- meerdere, althans één, zogenaamde muska('s)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(310, 312 sr)
4.
hij op meerdere, althans één tijdstip(pen), op of omstreeks 25 juni 2006 in de gemeente Doesburg,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen meerdere, althans een hoeveelhe(i)d(en) geld, (telkens) geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen hoeveelhe(i)d(en) geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van van een valse sleutel (te weten (een) pincode(s) behorende bij meerdere, althans één (pin/bank)pas(sen) en/of creditcard(s)), immers is/zijn en/of heeft/hebben verdachte met één of meer van zijn mededader(s), althans alleen (telkens):
- meerdere, althans een bankpas(sen) en/of creditcard(s) van [slachtoffer] afgenomen, althans gepakt
- naar een pin/betaalautomaat gegaan en/of
- (vervolgens) meerdere, althans één creditcard(s)/bankpas(sen)/pinpas(sen) van die [slachtoffer] in deze pin/betaalautomaat gebracht/gevoerd en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, meerdere, althans één pincode(s) ingetoetst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 310, 311, 45 sr)
5.
hij in of omstreeks de periode van 10 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Huissen, althans in de gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of te [plaats], althans in de gemeente Zevenaar en/of in de gemeente Westervoort en/of in de gemeente Duiven en/of in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Rheden en/of in de gemeente Arnhem en/of in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 20.000 Euro en/of 40.000 Euro, althans meerdere, althans (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), immers heeft/hebben hij, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s):
in de periode van 10 juni 2006 tot en met 24 juni 2006:
- een afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en/of die [slachtoffer] op een parkeerplaats nabij Presikhaaf onder druk gezet en/of
- die [slachtoffer] meermalen aangesproken om tot betaling over te gaan en/of
in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006:
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] vastgepakt en/of vastgehouden in een auto en/of in een auto naar een boerderij in [plaats] (te weten aan de [adres]), gemeente Zevenaar vervoerd en/of
op deze boerderij:
- (vervolgens) meermalen en/of langdurig de hand(en) en/of voet(en) van die [slachtoffer] geboeid en/of vastgebonden en/of vastgebonden gehouden en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] een prop in de mond gestopt, althans die [slachtoffer] het spreken verhinderd en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en/of
- die [slachtoffer] aan een balk en/of een keldertrap vastgebonden en/of vastgebonden laten hangen en/of
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer, althans in een ruimte gelegd en/of
- meermalen, althans eenmaal tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de buik, althans tegen het lichaam van die [slachtoffer] getrapt en/of gestompt en/of geslagen
- terwijl die [slachtoffer] geboeid was en/of
- terwijl die [slachtoffer] was opgehangen aan een balk en/of keldertrap en/of
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag en/of
- meermalen, althans eenmaal met een stuk hout, althans een hard voorwerp tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de schouder(s) en/of de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] geslagen en/of
- die [slachtoffer] (telkens) de woorden toegevoegd:
- "Heb jij een schuld aan ons, ja of nee" en/of
- "Ga jij het geld nog betalen" en/of
- "Ben je nog van plan te betalen" en/of
- "Je moet zorgen dat er geld komt. Dit is geen kinderspel" en/of
- "Je kan doodvallen en zeg tegen Allah dat hij jou moet helpen" en/of
- "Waar heb jij mij in betrokken. Je kan wel betalen"
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(312, 317, 45 sr)
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van verdachte de belangrijkste bewijsmiddelen zijn in deze zaak. Hij heeft immers vanaf zijn 29ste verklaring op hoofdlijnen gedetailleerde verklaringen, waarin hij zichzelf en anderen belast, afgelegd omtrent de verdwijning en de dood van [slachtoffer]. Verdachte verklaart daarin over zichzelf als degene die de opdrachten van anderen heeft uitgevoerd en als iemand die geen controle had over de gebeurtenissen die plaatsvonden. In zoverre zouden zijn verklaringen voor de rechtbank als leidraad kunnen gelden, maar de rechtbank overweegt eveneens dat verdachte ook het volgende heeft verklaard:
“Niet degene die een moord pleegt maar degene die aanzet tot de moord is de hoofdverdachte.” en “In onze cultuur is niet degene die de moord pleegt maar degene die aanzet tot de moord de schuldige. Het is dus niet belangrijk wie uitvoert, maar degene die aanzet is de dader”.
Daarenboven heeft verdachte verklaard dat hij een zware verantwoordelijkheid legt bij diegenen die uiteindelijk - in zijn visie - mogelijk hebben gemaakt wat er is gebeurd, waarbij hij doelde op [medeverdachte A] (die zijn boerderij ter beschikking stelde) en [medeverdachte B] (die faciliterend optrad).
Gelet op die visie van verdachte en het feit dat hij zijn eigen rol tot die van “slechts” uitvoerende terugbrengt, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden uitgesloten dat hij het aandeel van de verschillende betrokkenen in de gebeurtenissen anders, lichter of zwaarder dan wel anderszins onjuist, weergeeft. Voorts zijn de verklaringen van verdachte niet op alle onderdelen consistent. Zo verklaart hij bijvoorbeeld verschillend over een cruciaal moment waarop (voor of na het pinnen in Doesburg) en door wie het slachtoffer in de boerderij met een touw onder zijn armen door aan de balken is gehangen. Verder verklaart hij eerst dat hij hierbij aanwezig is geweest en, zo concludeert de rechtbank, hiervan dus ooggetuige moet zijn geweest, terwijl hij later verklaart dat hij naar buiten werd gestuurd en dus op dit punt niets kan hebben gezien.
Het voorgaande leidt ertoe dat de verklaringen van verdachte kritisch moeten worden beschouwd en dat de rechtbank voor bewezenverklaring van de verschillende onderdelen van de tenlastelegging op ieder specifiek punt aanmerkelijk ondersteunend bewijs noodzakelijk acht.
Feiten
Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan het volgende als vaststaand worden aangenomen.
Begin juni 2006 bestond bij verdachte en medeverdachte [medeverdachte C] het idee dat het uiteindelijke slachtoffer, [slachtoffer], hen financieel benadeelde. Het plan werd gemaakt het slachtoffer onder druk te zetten zodat hij zijn schulden zou gaan betalen. Medeverdachte [ medeverdachte D] werd gevraagd om daarbij te bemiddelen. [ medeverdachte D] zelf heeft verklaard dat zijn inzet was dat er druk op [slachtoffer] werd gezet.
Met [slachtoffer] werd een afspraak gemaakt voor een bespreking in de middag van 25 juni 2006 in Huissen. Vanuit Huissen reden verdachte, [medeverdachte C], [ medeverdachte D], medeverdachte [medeverdachte E] en medeverdachte [medeverdachte F], met [slachtoffer] naar een afgelegen boerderij te [plaats], in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte A], zoals blijkt uit printgegevens van diverse telefoons.
De rechtbank acht niet bewezen dat [slachtoffer] tijdens de rit van Huissen naar [plaats] in de auto is geslagen, vastgepakt en/of vastgehouden. Buiten de verklaring van verdachte is hiervoor geen bewijs voorhanden.
Kort na aankomst bij de boerderij is [medeverdachte A] vertrokken.
In een nis op de deel van de boerderij is met [slachtoffer] een gesprek gevoerd over de betaling van schulden.
Over hetgeen zich daarna in de boerderij heeft afgespeeld, zijn door de verdachten die daar over verklaard hebben, wisselende verklaringen afgelegd. Op grond van de verklaringen van verdachte en die van onder meer [medeverdachte A], acht de rechtbank bewezen dat de handen van het slachtoffer zijn vastgebonden en dat het slachtoffer is geblinddoekt. Voor het stoppen van een prop in de mond van het slachtoffer is, naast de verklaring van verdachte, onvoldoende ondersteunend bewijs. Ook is bewezen dat het slachtoffer vervolgens op de deel van de boerderij met touw onder zijn armen door aan een balk is vastgebonden en dat hij daar vastgebonden aan die balk heeft gehangen. Verdachte heeft in deze zin verklaard en tijdens de op 2 april 2007 gehouden schouw heeft hij de exacte plek aangewezen. Deze verklaring van verdachte wordt gesteund door de bevindingen van de verbalisanten [naam 1] en [naam 2], proces-verbaal d.d. 11 januari 2007, dat bovenop de balken op de door verdachte aangewezen plek sprake is van een doorbreking van het stofpatroon. Voor wat betreft het op de boerderij op [slachtoffer] toegepaste geweld wordt overwogen dat met uitzondering van het trappen tegen de schenen van [slachtoffer] door [ medeverdachte D], ieder steunbewijs ontbreekt. Immers, noch op de plaats van het delict noch in de kleding van [slachtoffer] zijn bloedsporen aangetroffen en uit de sectie op het lijk komt naar voren dat geen sprake is geweest van afwijking van de beenderen dan wel van botbreuken
Op zondag 25 juni 2006 om 18.17 uur is bij de ABN-AMRO bank in Doesburg met de bankpasjes en creditcards van [slachtoffer] geprobeerd te pinnen.
Naast verdachte verklaren zowel [medeverdachte A] als [medeverdachte B] dat zij het slachtoffer op 26 juni 2006 geblinddoekt hebben zien liggen achter de betimmering op een slaapkamer. [medeverdachte A] verklaart daarbij dat het slachtoffer was vastgebonden. [medeverdachte B] heeft verklaard te hebben gezien dat [ medeverdachte D] het slachtoffer in die toestand tegen de schenen heeft geschopt, hetgeen door [ medeverdachte D] is bevestigd.
Uit de verklaringen van [medeverdachte B] en [medeverdachte A] blijkt dat [medeverdachte C] op enig moment op het terras van de boerderij papieren van [slachtoffer] heeft verbrand.
Later die dag is [slachtoffer] van de bovenverdieping verplaatst naar de kelder. Dat [slachtoffer] ook met een touw onder zijn armen door aan de keldertrap zou zijn opgehangen, is niet komen vast te staan, nu daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is. Immers, er is in de kelder of aan de keldertrap geen enkel spoor aangetroffen en geen van de medeverdachten verklaart hierover in gelijke zin als verdachte. Daarenboven is aan twijfel onderhevig of het fysiek mogelijk is om iemand met de lengte die het slachtoffer had aan die trap te hangen.
In de loop van de ochtend zijn [medeverdachte E] en [medeverdachte F] van de boerderij vertrokken, zo blijkt uit de verklaring van [verdachte], hetgeen wordt ondersteund door de mastgegevens van hun mobiele telefoons.
De rechtbank neemt op basis van de verklaringen van [medeverdachte B] en [medeverdachte A] tevens aan dat op 26 juni 2006 op enig moment door in elk geval [medeverdachte C] is gezegd dat [slachtoffer] niet kon worden vrijgelaten en dat hij in de door [medeverdachte B] aangegeven zin heeft gesproken over het ombrengen van het slachtoffer.
In de avond van 26 juni 2006 is het slachtoffer door verdachte en [medeverdachte C] naar een bos nabij Beekbergen gebracht, daar gewurgd en is zijn lichaam met zand en takken bedekt. Hoewel niet valt uit te sluiten dat daarbij ook nog een ander betrokken is geweest, acht de rechtbank dit niet bewezen omdat ondersteunend bewijs daarvoor ontbreekt. De rechtbank acht bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de moord op [slachtoffer]. De verklaringen van verdachte over het medeplegen van de moord en zijn aandeel daarin zijn zeer gedetailleerd en hij heeft deze verklaringen ter terechtzitting gehandhaafd. Zijn verklaringen worden, weliswaar indirect, ondersteund door de verklaringen van [medeverdachte B], voor zover deze betrekking hebben op hetgeen zij op het terras van [medeverdachte C] heeft gehoord over het ombrengen van [slachtoffer].
Het ontzielde lichaam van [slachtoffer] werd op 10 augustus 2006 in verregaande staat van ontbinding door een wandelaar ontdekt.
Het voorgaande leidt tot de volgende bewezenverklaring.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op enig tijdstip in de periode van 25 juni 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Beekbergen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd,
immers hebben verdachte en zijn mededader met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg die [slachtoffer] vastgepakt en die [slachtoffer] verwurgd, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
2.
hij in de periode van 24 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 in de provincie Gelderland, tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk wederrechtelijk:
- afgesproken dat de boerderij aan [adres en plaats], gemeente Zevenaar, gedurende enkele dagen gebruikt zal worden voor "de huisvesting", althans "het verblijf" van [slachtoffer], althans een gast en
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met verdachte en een van zijn mededaders en
- vervolgens die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en
- vervolgens die [slachtoffer] in een auto naar een boerderij in [plaats] (te weten aan de [adres]), gemeente Zevenaar vervoerd en
op deze boerderij:
- vervolgens langdurig de handen van die [slachtoffer] vastgebonden en vastgebonden gehouden en
- daarbij langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en
- die [slachtoffer] aan een balk vastgebonden en vastgebonden laten hangen en
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer gelegd en
- die [slachtoffer] geboeid in een kofferbak van een auto laten plaatsnemen en
buiten deze boerderij:
- vervolgens die [slachtoffer] in een kofferbak van een auto naar de afslag Beekbergen van de snelweg A50 vervoerd
en aldus voor deze [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan waaraan die [slachtoffer] zich niet kon onttrekken;
3.
hij in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Giesbeek en/of te [plaats],
tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- meerdere creditcards en
- meerdere bankpassen en
- meerdere mobiele telefoons,
en
hij in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te [plaats], tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- identiteitspapieren op naam van [slachtoffer] en
- een jas en
- meerdere zogenaamde muska's
toebehorende aan [slachtoffer];
4.
hij op tijdstippen op 25 juni 2006 in de gemeente Doesburg, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, telkens toebehorende aan [slachtoffer], en daarbij telkens die weg te nemen hoeveelheid geld onder hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel (te weten pincodes behorende bij meerdere pin/bankpassen en/of creditcards), immers heeft/is verdachte met een of meer van zijn mededaders telkens:
- meerdere bankpassen en/of creditcards van [slachtoffer] afgenomen,
- naar een pin/betaalautomaat gegaan en
- vervolgens meerdere creditcards/bankpassen/pinpassen van die [slachtoffer] in deze pin/betaalautomaat gebracht en
- vervolgens meermalen een pincode ingetoetst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in de periode van 10 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 in de provincie Gelderland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 20.000 Euro en/of 40.000 Euro, althans een hoeveelheid geld, toebehorende aan die [slachtoffer], immers heeft/hebben hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededaders:
in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006:
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met verdachte en een van zijn mededaders en
- vervolgens die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en
- vervolgens die [slachtoffer] in een auto naar een boerderij in [plaats] (te weten aan de [adres]), gemeente Zevenaar vervoerd en
op deze boerderij:
- vervolgens langdurig de handen van die [slachtoffer] vastgebonden en vastgebonden gehouden en
- langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en
- die [slachtoffer] aan een balk vastgebonden en vastgebonden laten hangen en
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer gelegd en
- tegen de schenen van die [slachtoffer] getrapt, terwijl die [slachtoffer] op de grond lag en
- die [slachtoffer] telkens de woorden toegevoegd:
- "Heb jij een schuld aan ons, ja of nee" en/of
- "Ga jij het geld nog betalen" en/of
- "Ben je nog van plan te betalen" en/of
- "Je moet zorgen dat er geld komt. Dit is geen kinderspel" en/of
- "Je kan doodvallen en zeg tegen Allah dat hij jou moet helpen"
althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten las¬te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1: medeplegen van moord;
Feit 2: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
Feit 3: diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
Feit 4: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
Feit 5: poging tot afpersing, gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent de persoon van verdachte is een multidisciplinair onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport gedateerd 21 mei 2007 en opgemaakt door H.E.M. van Beek, psychiater, alsmede in een rapport gedateerd 24 mei 2007 en opgemaakt door prof.dr. J.J. Baneke, klinisch en forensisch psycholoog. De rechtbank neemt de conclusies van deze rapporten inhoudende dat verdachte toerekeningsvatbaar moet worden geacht, over.
De verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 (twintig) jaar met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting het navolgende in het bijzonder in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden.
Verdachte heeft met betrekking tot de bewezen verklaarde feiten bepaald geen ondergeschikte rol heeft gehad. Tezamen met zijn medeverdachte(n) heeft hij het slachtoffer van zijn vrijheid beroofd, bestolen, geprobeerd af te persen en vervolgens vermoord.
De rechtbank acht verdachte volledig verantwoordelijk voor de moord op [slachtoffer]. Zij gaat voorbij aan de visie van verdachte dat in zijn cultuur niet degene die de moord pleegt, maar degene die aanzet tot de moord de schuldige is, temeer nu van enig aanzetten tot de moord niet is gebleken.
De rechtbank neemt ook in aanmerking dat er sprake was van een vooropgezet plan. Verder neemt zij in aanmerking de lange duur van de vrijheidsberoving en de wijze waarop het slachtoffer is behandeld. De rechtbank rekent verdachte zwaar aan de gruwelijkheid en de schijnbare vanzelfsprekendheid waarmee het slachtoffer op mensonterende wijze is behandeld uit puur geldelijke motieven. Zo is het slachtoffer onder meer vastgebonden en geblinddoekt, is hem geen eten aangeboden en is hem slechts in beperkte mate water te drinken gegeven.
Dat de rechtbank de feitelijkheden met betrekking tot de beweerde martelingen niet bewezen acht, doet niet af aan het feit dat verdachte en zijn mededaders de laatste dagen van het leven van het slachtoffer tot een hel hebben gemaakt. Het slachtoffer moet vreselijk veel angst hebben gevoeld gedurende deze laatste twee dagen van zijn leven.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op de hiervoor reeds vermelde rapporten. Uit beide rapporten komt naar voren dat verdachte niet lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens en dat er geen sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. Wel is er sprake van antisociale trekken. De kans op recidive wordt klein geacht. Behandeling of begeleiding door de reclassering wordt niet geïndiceerd geacht.
Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank in aanmerking genomen zijn proceshouding en het feit dat hij een blanco strafblad heeft.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur op haar plaats is. Daarbij zijn straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd in aanmerking genomen. Dit, alsmede het feit dat de beweerde martelingen niet bewezen zijn verklaard, heeft geleid tot een lagere strafoplegging dan door de officier van justitie is geëist.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 45, 47, 57, 282, 289, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) jaren.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge¬bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Kleinrensink, voorzitter, Hemrica en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 juni 2007.