RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580352-06
Uitspraak d.d.: 22 juni 2007
tegenspraak
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] (Turkije),
wonende te [postcode, plaats], [adres],
gedetineerd in het Huis van Bewaring te Doetinchem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 12 december 2006, 6 maart 2007, 30 mei 2007 en 8 juni 2007.
Ter terechtzitting gegeven beslissing
De rechtbank heeft ter terechtzitting van 6 maart 2007 de gevangenneming van verdachte bevolen ter zake van de hem thans onder 3, 5 en 6 ten laste gelegde feiten.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 6 maart 2007 is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd, dat:
1.
hij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Beekbergen, althans in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd,
immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet die [slachtoffer] vastgepakt en/of (krachtig) naar voren gedrukt en/of de keel van die [slachtoffer] dichtgedrukt en/of dichtgedrukt gehouden, althans die [slachtoffer] gewurgd en/of verwurgd, althans langdurig en/of meerdere minuten kracht en/of van
buitenkomend geweld op de keel, althans op het lichaam van die [slachtoffer] uitgeoefend, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 juni 2006 tot en met 27 juni 2006, te Huissen, althans in de gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of te Angerlo, althans in de gemeente Zevenaar en/of in de gemeente Westervoort en/of in de gemeente Duiven en/of in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Rheden en/of in de gemeente Arnhem en/of in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte, en/of één of meer van zijn mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk:
- afgesproken dat de boerderij aan de [adres] te Angerlo, gemeente Zevenaar, gedurende enkele dagen gebruikt zal worden voor "de huisvesting", althans "het verblijf" van [slachtoffer], althans een gast en/of
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een auto naar een boerderij in Angerlo (te weten aan de [adres]), gemeente Zevenaar vervoerd en/of
op deze boerderij:
- (vervolgens) meermalen en/of langdurig de hand(en) en/of voet(en) van die [slachtoffer] geboeid en/of vastgebonden en/of vastgebonden gehouden en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] een prop in de mond gestopt, althans die [slachtoffer] het spreken verhinderd en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en/of
- die [slachtoffer] aan een balk en/of een keldertrap vastgebonden en/of vastgebonden laten hangen en/of
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer, althans in een ruimte gelegd en/of
- die [slachtoffer] geboeid in een kofferbak van een auto laten plaatsnemen, althans gelegd en/of
buiten deze boerderij:
- (vervolgens) die [slachtoffer] in (een kofferbak van) een auto naar de afslag Beekbergen van de snelweg A50 vervoerd en/of gebracht en/of gereden
en/of (aldus) voor deze [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan waaraan die [slachtoffer] zich niet kon onttrekken;
3.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Giesbeek en/of te Angerlo, althans in de gemeente Zevenaar, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- meerdere, althans één, creditcard(s) en/of
- meerdere, althans één bankpas(sen) en/of
- een portemonnee en/of
- meerdere, althans één, mobiele telefoon(s),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s):
- die [slachtoffer] in een auto heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] naar een boerderij aan de [adres] te Angerlo, gemeente Zevenaar, heeft/hebben vervoerd en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben geboeid en/of vastgebonden en/of geblinddoekt en/of een prop in de mond gestopt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gefouilleerd, althans de kleding van die [slachtoffer] heeft/hebben doorzocht
en/of
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo, althans in de gemeente Zevenaar en/of de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- identiteitspapieren (op naam van [slachtoffer]) en/of
- een horloge en/of
- een jas en/of
- een (paar) schoen(en) en/of
- meerdere, althans één, zogenaamde muska('s)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
4.
hij op meerdere, althans één tijdstip(pen), op of omstreeks 25 juni 2006 in de gemeente Doesburg,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen meerdere, althans een hoeveelhe(i)d(en) geld, (telkens) geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen hoeveelhe(i)d(en) geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van van
een valse sleutel (te weten (een) pincode(s) behorende bij meerdere, althans één (pin/bank)pas(sen) en/of creditcard(s) en/of meerdere, althans één (gestolen) (pin/bank)pas(sen) en/of creditcard(s)),
immers is/zijn en/of heeft/hebben verdachte met één of meer van zijn mededader(s), althans alleen, (telkens):
- meerdere, althans een bankpas(sen) en/of creditcard(s) van [slachtoffer] afgenomen, althans gepakt en/of
- naar een pin/betaalautomaat gegaan en/of
- (vervolgens) meerdere, althans één creditcard(s)/bankpas(sen)/pinpas(sen) van die [slachtoffer] in deze pin/betaalautomaat gebracht/gevoerd en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, meerdere, althans één pincode(s) ingetoetst,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in of omstreeks de periode van 10 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Huissen, althans in de gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of te Angerlo, althans in de gemeente Zevenaar en/of in de gemeente Westervoort en/of in de gemeente Duiven en/of in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Rheden en/of in de gemeente Arnhem en/of in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 20.000 Euro en/of 40.000 Euro, althans meerdere, althans (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s):
in de periode van 10 juni 2006 tot en met 24 juni 2006:
- een afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en/of die [slachtoffer] op een parkeerplaats nabij Presikhaaf onder druk gezet en/of
- die [slachtoffer] meermalen aangesproken om tot betaling over te gaan en/of
in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006:
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] vastgepakt en/of vastgehouden in een auto en/of in een auto naar een boerderij in Angerlo (te weten aan de [adres]), gemeente Zevenaar vervoerd en/of
op deze boerderij:
- (vervolgens) meermalen en/of langdurig de hand(en) en/of voet(en) van die [slachtoffer] geboeid en/of vastgebonden en/of vastgebonden gehouden en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] een prop in de mond gestopt, althans die [slachtoffer] het spreken verhinderd en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en/of
- die [slachtoffer] aan een balk en/of een keldertrap vastgebonden en/of vastgebonden laten hangen en/of
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer, althans in een ruimte gelegd en/of
- meermalen, althans eenmaal tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de buik, althans tegen het lichaam van die [slachtoffer] getrapt en/of gestompt en/of geslagen
- terwijl die [slachtoffer] geboeid was en/of
- terwijl die [slachtoffer] was opgehangen aan een balk en/of keldertrap en/of
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag en/of
- meermalen, althans eenmaal met een stuk hout, althans een hard voorwerp tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de schouder(s) en/of de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] geslagen en/of
- die [slachtoffer] (telkens) de woorden toegevoegd:
- "Heb jij een schuld aan ons, ja of nee" en/of
- "Ga jij het geld nog betalen" en/of
- "Ben je nog van plan te betalen" en/of
- "Je moet zorgen dat er geld komt. Dit is geen kinderspel" en/of
- "Je kan doodvallen en zeg tegen Allah dat hij jou moet helpen" en/of
- "Waar heb jij mij in betrokken. Je kan wel betalen"
althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 te Angerlo, gemeente Zevenaar en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans
opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel, heeft toegebracht, door deze [slachtoffer] opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk deze [slachtoffer]:
- meermalen en/of langdurig de hand(en) en/of voet(en) te boeien en/of vast te binden en/of vastgebonden gehouden en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig een prop in de mond te stoppen, althans het spreken te verhinderen en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig te blinddoeken en/of
- aan een balk en/of een keldertrap vast te binden en/of vastgebonden te laten hangen en/of
- geboeid achter de betimmering op een slaapkamer, althans in een ruimte te leggen en/of
- meermalen, althans eenmaal tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de buik, althans tegen het lichaam te trappen en/of te stompen en/of te slaan:
- terwijl die [slachtoffer] geboeid was en/of
- terwijl die [slachtoffer] was opgehangen aan een balk en/of keldertrap en/of
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag en/of
- meermalen, althans eenmaal met een stuk hout, althans een hard voorwerp tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de schouder(s) en/of de buik, althans het lichaam te slaan;
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 24 juni 2006 tot en met 26 juni 2006, te Huissen, althans in de gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of te Angerlo, althans in de gemeente Zevenaar en/of in de gemeente Westervoort en/of in de gemeente Duiven en/of in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Rheden en/of in de gemeente Arnhem en/of in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet:
- heeft afgesproken dat de boerderij aan de [adres] te Angerlo, gemeente Zevenaar, gedurende enkele dagen gebruikt zal worden voor "de huisvesting", althans "het verblijf" van [slachtoffer], althans een gast en/of
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] heeft gemaakt voor een ontmoeting van verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] met een auto heeft opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of in een auto naar een boerderij in Angerlo (te weten aan de [adres]), gemeente Zevenaar heeft vervoerd en/of
op deze boerderij:
- (vervolgens) meermalen en/of langdurig de hand(en) en/of voet(en) van die [slachtoffer] heeft geboeid en/of vastgebonden en/of vastgebonden gehouden en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] een prop in de mond heeft gestopt, althans die [slachtoffer] het spreken heeft verhinderd en/of
- (daarbij) meermalen en/of langdurig die [slachtoffer] heeft geblinddoekt en/of
- die [slachtoffer] aan een balk en/of een keldertrap heeft vastgebonden en/of vastgebonden heeft laten hangen en/of
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer, althans in een ruimte heeft gelegd en/of
- meermalen, althans eenmaal tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de buik, althans tegen het lichaam van die [slachtoffer] heeft getrapt en/of gestompt en/of geslagen:
- terwijl die [slachtoffer] geboeid was en/of
- terwijl die [slachtoffer] was opgehangen aan een balk en/of keldertrap en/of
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag en/of
- meermalen, althans eenmaal met een stuk hout, althans een hard voorwerp tegen de knie(ën) en/of de sche(e)n(en) en/of de enkel(s) en/of de schouder(s) en/of de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij in of omstreeks de periode van 26 juni 2006 tot en met 10 augustus 2006 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een lijk (zijnde het stoffelijk overschot van [slachtoffer]), heeft begraven, verbrand, vernietigd, verborgen, weggevoerd, weggemaakt met het oogmerk om het feit of de oorzaak van het overlijden, dan wel de dood van deze [slachtoffer] te verhelen, hebben hij verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s):
- deze [slachtoffer] naar een plek die aan het zicht wordt onttrokken door bomen, althans naar een ontoegankelijke plek gebracht nabij de afslag Beekbergen van de snelweg A50 en/of
- (vervolgens) dit/het lijk/stoffelijk overschot bedekt met takken en/of zand;
8.
hij op meerdere, althans één tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 1 oktober 2006 te Beekbergen, althans in de gemeente Apeldoorn en/of in gemeente Arnhem en/of in gemeente Westervoort en/of in de gemeente Zevenaar, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
> nadat er op meerdere, althans één tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te te Huissen, althans in de gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of te Angerlo, althans in de gemeente Zevenaar en/of in de gemeente Westervoort en/of in de gemeente Duiven en/of in de gemeente Doesburg en/of in de gemeente Rheden en/of in de gemeente Arnhem en/of in de gemeente Apeldoorn, althans in de provincie Gelderland, althans in Nederland, het misdrijf was gepleegd van artikelen 289 en/of 287 en/of 282 en/of 317/45 en/of 312 en/of 311/45 en/of 310 Wetboek van Strafrecht, althans nadat er enig misdrijf was gepleegd, met het oogmerk om dat misdrijf te bedekken of de nasporing of vervolging daarvan te beletten of te bemoeilijken, één of meer voorwerpen waarop of waarmede dat misdrijf was gepleegd of andere sporen van dat misdrijf heeft vernietigd en/of weggemaakt en/of verborgen en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken
en/of
> opzettelijk voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen met het oogmerk om de inbeslagneming daarvan te beletten, belemmeren of te verijdelen, heeft verborgen en/of vernietigd en/of weggemaakt en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken, immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s)
(telkens):
- de identiteitspapieren en/of zogenaamde muska('s) van [slachtoffer] verbrand en/of
- meerdere, althans één touw(en) en/of een blinddoek en/of een prop verzameld en/of weggegooid en/of
- de vloeren en/of ruimten in de boerderij aan de [adres] te Angerlo gezogen en/of aangeveegd en/of gestoft, althans schoongemaakt en/of gereinigd en/of
- een matras en/of een kussen (waarop [slachtoffer] heeft gelegen) gereinigd en/of verstopt in een buitenruimte bij de boerderij aan de [adres] te Angerlo en/of
- een vloerbedekking aan de [adres] uitgesneden en/of opgerold, althans verwijderd en/of
- een horloge en/of jas en/of schoenen van [slachtoffer] gepakt en/of weggegooid
en/of weggemaakt en/of
- een personenauto (rode Peugeot) uitgezogen en/of schoon gespoten, althans (geheel) gereinigd en/of
- meerdere, althans één bankpas(sen)/creditcard(s)/pinpas(sen) door midden geknipt, althans beschadigd en/of (vervolgens) in een container, althans bij het afval (weg)gegooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte A] de belangrijkste bewijsmiddelen zijn in deze zaak. Hij heeft immers vanaf zijn 29ste verklaring op hoofdlijnen gedetailleerde verklaringen, waarin hij zichzelf en anderen belast, afgelegd omtrent de verdwijning en de dood van [slachtoffer]. [medeverdachte A] verklaart daarin over zichzelf als degene die de opdrachten van anderen heeft uitgevoerd en als iemand die geen controle had over de gebeurtenissen die plaatsvonden. In zoverre zouden zijn verklaringen voor de rechtbank als leidraad kunnen gelden, maar de rechtbank overweegt eveneens dat [medeverdachte A] ook het volgende heeft verklaard:
“Niet degene die een moord pleegt maar degene die aanzet tot de moord is de hoofdverdachte.” en “In onze cultuur is niet degene die de moord pleegt maar degene die aanzet tot de moord de schuldige. Het is dus niet belangrijk wie uitvoert, maar degene die aanzet is de dader”.
Daarenboven heeft [medeverdachte A] verklaard dat hij een zware verantwoordelijkheid legt bij diegenen die uiteindelijk - in zijn visie - mogelijk hebben gemaakt wat er is gebeurd, waarbij hij doelde op [verdachte D] (die zijn boerderij ter beschikking stelde) en [verdachte F] (die faciliterend optrad).
Gelet op die visie van [medeverdachte A] en het feit dat hij zijn eigen rol tot die van “slechts” uitvoerende terugbrengt, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden uitgesloten dat hij het aandeel van de verschillende betrokkenen in de gebeurtenissen anders, lichter of zwaarder dan wel anderszins onjuist, weergeeft. Voorts zijn de verklaringen van [medeverdachte A] niet op alle onderdelen consistent. Zo verklaart hij bijvoorbeeld verschillend over een cruciaal moment waarop (voor of na het pinnen in Doesburg) en door wie het slachtoffer in de boerderij met een touw onder zijn armen door aan de balken is gehangen. Verder verklaart hij eerst dat hij hierbij aanwezig is geweest en, zo concludeert de rechtbank, hiervan dus ooggetuige moet zijn geweest, terwijl hij later verklaart dat hij naar buiten werd gestuurd en dus op dit punt niets kan hebben gezien.
Het voorgaande leidt ertoe dat de verklaringen van [medeverdachte A] kritisch moeten worden beschouwd en dat de rechtbank voor bewezenverklaring van de verschillende onderdelen van de tenlastelegging op ieder specifiek punt aanmerkelijk ondersteunend bewijs noodzakelijk acht.
Feiten
Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan het volgende als vaststaand worden aangenomen.
Begin juni 2006 bestond bij medeverdachten [medeverdachte A] en [verdachte B] het idee dat het uiteindelijke slachtoffer, [slachtoffer], hen financieel benadeelde. Het plan werd gemaakt het slachtoffer onder druk te zetten zodat hij zijn schulden zou gaan betalen. Verdachte werd gevraagd om daarbij te bemiddelen. Verdachte zelf heeft verklaard dat zijn inzet was dat er druk op [slachtoffer] werd gezet.
Met [slachtoffer] werd een afspraak gemaakt voor een bespreking in de middag van 25 juni 2006 in Huissen. Vanuit Huissen reden [medeverdachte A], [verdachte B], medeverdachte [verdachte G], medeverdachte [verdachte E] en verdachte met [slachtoffer] naar een afgelegen boerderij te Angerlo, in gebruik bij medeverdachte [verdachte D], zoals blijkt uit printgegevens van diverse telefoons.
De rechtbank acht niet bewezen dat [slachtoffer] tijdens de rit van Huissen naar Angerlo in de auto is geslagen, vastgepakt en/of vastgehouden. Buiten de verklaring van [medeverdachte A] is hiervoor geen bewijs voorhanden.
Kort na aankomst bij de boerderij is [verdachte D] vertrokken.
In een nis op de deel van de boerderij is met [slachtoffer] een gesprek gevoerd over de betaling van schulden.
Over hetgeen zich daarna in de boerderij heeft afgespeeld, zijn door de verdachten die daar over verklaard hebben, wisselende verklaringen afgelegd. Op grond van de verklaringen van [medeverdachte A] en die van onder meer [verdachte D], acht de rechtbank bewezen dat de handen van het slachtoffer zijn vastgebonden en dat het slachtoffer is geblinddoekt. Voor het stoppen van een prop in de mond van het slachtoffer is, naast de verklaring van [medeverdachte A], onvoldoende ondersteunend bewijs. Ook is bewezen dat het slachtoffer vervolgens op de deel van de boerderij met touw onder zijn armen aan een balk is vastgebonden en dat hij daar vastgebonden aan die balk heeft gehangen. [medeverdachte A] heeft in deze zin verklaard en tijdens de op 2 april 2007 gehouden schouw heeft hij de exacte plek aangewezen. Deze verklaring van [medeverdachte A] wordt gesteund door de bevindingen van de verbalisanten [verbalisant A] en [verbalisant B], proces-verbaal d.d. 11 januari 2007, dat bovenop de balken op de door [medeverdachte A] aangewezen plek sprake is van een doorbreking van het stofpatroon. Voor wat betreft het op de boerderij op [slachtoffer] toegepaste geweld wordt overwogen dat met uitzondering van het trappen tegen de schenen van [slachtoffer] door verdachte, ieder steunbewijs ontbreekt. Immers, noch op de plaats van het delict noch in de kleding van [slachtoffer] zijn bloedsporen aangetroffen en uit de sectie op het lijk komt naar voren dat geen sprake is geweest van afwijking van de beenderen dan wel van botbreuken.
Op zondag 25 juni 2006 om 18.17 uur is bij de ABN-AMRO bank in Doesburg met de bankpasjes en creditcards van [slachtoffer] geprobeerd te pinnen.
Naast [medeverdachte A] verklaren zowel [verdachte D] als [verdachte F] dat zij het slachtoffer op 26 juni 2006 geblinddoekt hebben zien liggen achter de betimmering op een slaapkamer. [verdachte D] verklaart daarbij dat het slachtoffer was vastgebonden. [verdachte F] heeft verklaard te hebben gezien dat verdachte het slachtoffer in die toestand tegen de schenen heeft geschopt, hetgeen door verdachte is bevestigd.
Uit de verklaringen van [verdachte F] en [verdachte D] blijkt dat [verdachte B] op enig moment op het terras van de boerderij papieren van [slachtoffer] heeft verbrand.
Later die dag is [slachtoffer] van de bovenverdieping verplaatst naar de kelder. Dat [slachtoffer] ook met een touw onder zijn armen aan de keldertrap zou zijn opgehangen, is niet komen vast te staan, nu daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is. Immers, er is in de kelder of aan de keldertrap geen enkel spoor aangetroffen en geen van de medeverdachten verklaart hierover in gelijke zin als [medeverdachte A]. Daarenboven is aan twijfel onderhevig of het fysiek mogelijk is om iemand met de lengte die het slachtoffer had aan die trap te hangen.
In de loop van de ochtend zijn [verdachte G] en [verdachte E] van de boerderij vertrokken, zo blijkt uit de verklaring van [medeverdachte A], hetgeen wordt ondersteund door de mastgegevens van hun telefoons.
De rechtbank neemt op basis van de verklaringen van [verdachte F] en [verdachte D] tevens aan dat op 26 juni 2006 op enig moment door in elk geval [verdachte B] is gezegd dat [slachtoffer] niet kon worden vrijgelaten en dat hij in de door [verdachte F] aangegeven zin heeft gesproken over het ombrengen van het slachtoffer.
In de avond van 26 juni 2006 is het slachtoffer door [medeverdachte A] en [verdachte B] naar een bos nabij Beekbergen gebracht, daar gewurgd en is zijn lichaam met zand en takken bedekt. Hoewel niet valt uit te sluiten dat daarbij ook nog een ander betrokken is geweest, acht de rechtbank dit niet bewezen omdat ondersteunend bewijs daarvoor ontbreekt. Het ontzielde lichaam van [slachtoffer] werd op 10 augustus 2006 in verregaande staat van ontbinding door een wandelaar ontdekt.
Het voorgaande leidt tot het volgende.
Met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde, het om het leven brengen van het slachtoffer, dan wel het medeplegen daarvan ontbreekt, naast de verklaring van [medeverdachte A], enig steunbewijs.
Ter zake het onder 6 ten laste gelegde overweegt de rechtbank dat geen bewijs is geleverd voor zwaar lichamelijk letsel. Voorts kan in de voorhanden zijnde bewijsmiddelen slechts bewijs worden gevonden voor onderdelen van de opgesomde feitelijke uitvoeringshandelingen, te weten het met een touw onder de armen ophangen aan een balk en het schoppen tegen de schenen van [slachtoffer]. Deze handelingen kunnen echter redelijkerwijs geen zwaar lichamelijk letsel opleveren, zodat van een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel evenmin sprake kan zijn.
Nu naar het oordeel van de rechtbank er naast de verklaring van [medeverdachte A] geen andere verklaringen en/of ander objectief bewijs voorhanden is, acht zij niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 6 primair, 6 subsidiair en 7 ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2, 3, 4, 5, en 8 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 24 juni 2006 tot en met 27 juni 2006, in de provincie Gelderland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/ hebben hij, verdachte, en/of één of meer van zijn mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk:
- afgesproken dat de boerderij aan de [adres] te Angerlo, gemeente Zevenaar, gedurende enkele dagen gebruikt zal worden voor "de huisvesting", althans "het verblijf" van [slachtoffer], althans een gast en
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met zijn mededaders en
- vervolgens die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en
- vervolgens die [slachtoffer] in een auto naar een boerderij in Angerlo, te weten aan de [adres], gemeente Zevenaar, vervoerd en
op deze boerderij:
- vervolgens langdurig de handen van die [slachtoffer] vastgebonden en vastgebonden gehouden en
- daarbij langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en
- die [slachtoffer] aan een balk vastgebonden en vastgebonden laten hangen en
- die [slachtoffer] geboeid achter de betimmering op een slaapkamer gelegd
en aldus voor deze [slachtoffer] een bedreigende situatie hebben doen ontstaan waaraan die [slachtoffer] zich niet kon onttrekken;
3.
hij in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen: creditcards en bankpassen en mobiele telefoons, toebehorende aan [slachtoffer],
en
hij in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen: identiteitspapieren (op naam van [slachtoffer]) en zogenaamde muska's toebehorende aan [slachtoffer];
4.
hij op tijdstippen, op 25 juni 2006 in de gemeente Doesburg, telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid geld, telkens toebehorende aan [slachtoffer], en daarbij telkens die weg te nemen hoeveelheid geld onder hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, te weten pincodes behorende bij meerdere, gestolen pin/bankpassen en creditcards, immers heeft/is verdachte met één of meer van zijn mededader(s):
- bankpassen en creditcards van [slachtoffer] afgenomen, en
- naar een pin/betaalautomaat gegaan en
- vervolgens meerdere creditcards/bankpassen/pinpassen van die [slachtoffer] in deze pin/betaalautomaat gebracht en
- vervolgens meermalen een pincode ingetoetst,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in de periode van 10 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 in de provincie Gelderland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 20.000 euro en/of 40.000 euro, althans een hoeveelheid geld, toebehorende aan die [slachtoffer], immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededaders:
in de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006:
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt voor een ontmoeting met één of meer van zijn mededader(s) en
- vervolgens die [slachtoffer] met een auto opgehaald in Huissen, gemeente Lingewaard en
- vervolgens die [slachtoffer] in een auto naar een boerderij in Angerlo, te weten aan de [adres], gemeente Zevenaar vervoerd en
op deze boerderij:
- vervolgens de handen van die [slachtoffer] vastgebonden en vastgebonden gehouden en
- daarbij langdurig die [slachtoffer] geblinddoekt en
- die [slachtoffer] aan een balk vastgebonden en vastgebonden laten hangen en
- die [slachtoffer] achter de betimmering op een slaapkamer gelegd en
- tegen de schenen van die [slachtoffer] getrapt
- terwijl die [slachtoffer] geboeid was en
- terwijl die [slachtoffer] op de grond lag en
- die [slachtoffer] de woorden toegevoegd:
- "Heb jij een schuld aan ons, ja of nee" en
- "Ga jij het geld nog betalen" en
- "Ben je nog van plan te betalen" en
- "Je moet zorgen dat er geld komt. Dit is geen kinderspel" en
- "Je kan doodvallen en zeg tegen Allah dat hij jou moet helpen"
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
hij op tijdstippen in de periode van 25 juni 2006 tot en met 1 oktober 2006 in de provincie Gelderland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
- nadat er op tijdstippen in de periode van 10 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 in de provincie Gelderland, enig misdrijf was gepleegd, met het oogmerk om dat misdrijf te bedekken of de nasporing of vervolging daarvan te beletten of te bemoeilijken, sporen van dat misdrijf heeft vernietigd en/of weggemaakt en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken,
en
- opzettelijk voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen met het oogmerk om de inbeslagneming daarvan te beletten, belemmeren of te verijdelen, heeft verborgen en/of vernietigd en/of weggemaakt en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken, immers heeft/hebben verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s)
(telkens): de identiteitspapieren en/of zogenaamde muska('s) van [slachtoffer] verbrand.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be¬hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Ter zake van de onder 3 ten laste gelegde diefstal met geweld en de onder 4 ten laste gelegde diefstal met een valse sleutel, verklaart verdachte dat hij op zondag 25 juni 2006 samen met [medeverdachte A] en [slachtoffer] naar Doesburg is gereden. [slachtoffer] zou vrijwillig meegegaan zijn en samen met verdachte in de auto zijn achtergebleven, terwijl [medeverdachte A] heeft geprobeerd te pinnen zoals blijkt uit de bankgegevens.
De rechtbank acht deze verklaring, die erop neer komt dat [slachtoffer] de pasjes vrijwillig zou hebben afgegeven, onaannemelijk. Als [slachtoffer] tijdens de pinacties aanwezig zou zijn geweest, dan laat zich immers niet verklaren dat voor een van de passen de poging is gestaakt nadat tweemaal een onjuiste pincode is ingevoerd, zoals blijkt uit de informatie van de bank. Voorts heeft een getuige in de middag van 25 juni 2006 een rode auto met daarin 3 mannen zien rijden. Daarbij is het onwaarschijnlijk dat [slachtoffer] onder de gegeven omstandigheden op klaarlichte dag vrijwillig naar de bebouwde kom van Doesburg is meegegaan.
Op grond van het voorgaande volgt de rechtbank [medeverdachte A] in zijn verklaring dat de bankpassen en creditcards van [slachtoffer] zijn afgenomen en dat hij, [medeverdachte A] , samen met [verdachte B] en verdachte naar Doesburg is gereden om te pinnen.
Met betrekking tot de onder 5 ten laste gelegde afpersing heeft verdachte verklaard dat hij was ingeschakeld om te bemiddelen in een financieel geschil met [slachtoffer]. Het was de bedoeling om druk uit te oefenen op [slachtoffer]. Tegen deze achtergrond en gelet op de verklaring van [medeverdachte A] acht de rechtbank bewezen dat sprake is geweest van het onder dwang [slachtoffer] brengen tot het geven van een hoeveelheid geld aan verdachten, waartoe hij zonder die dwang niet vrijwillig zou zijn overgegaan.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
- feit 2:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden;
- feit 3:
diefstal, door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
- feit 4:
poging tot diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
- feit 5:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- feit 8:
nadat enig misdrijf is gepleegd, met het oogmerk om het te bedekken of de nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken, voorwerpen waarop of waarmede het misdrijf gepleegd is of andere sporen van het misdrijf vernietigen, wegmaken, verbergen of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie onttrekken
en
opzettelijk voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen, met het oogmerk om de inbeslagneming daarvan te beletten, te belemmeren of te verijdelen, verbergen, vernietigen, wegmaken of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie onttrekken.
Strafbaarheid van verdachte
Omdat tevens onder feit 3 de diefstal in vereniging van de identiteitspapieren en de muska’s is bewezenverklaard, heeft verdachte in het kader van feit 8 als dader te gelden. Gelet op de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 17 oktober 1995, gepubliceerd onder nummer NJ 96/337, zal verdachte daarom ter zake van dit feit worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Verdachte is overigens strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne¬melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, inhoudende de veroordeling van verdachte ter zake de feiten 1, 2, 3 ten eerste, 3 ten tweede, 4, 5, 6 subsidiair en 7, tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren met aftrek van voorarrest.
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen¬verklaarde en de omstandigheden waar¬onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte , zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting het navolgende in het bijzonder in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden.
Verdachte heeft met betrekking tot de bewezen verklaarde feiten bepaald geen ondergeschikte rol gehad. Tezamen met zijn medeverdachte(n) heeft hij het slachtoffer van zijn vrijheid beroofd, bestolen en geprobeerd af te persen. De rechtbank neemt ook in aanmerking dat er sprake was van een vooropgezet plan. Verdachte was betrokken bij de voorbereidingshandelingen door actief te zoeken naar een verblijfplaats voor het slachtoffer en daarover met de bewoner van de boerderij afspraken te maken. Het was ook verdachte die de medeverdachten [verdachte G] en [verdachte E] bij de feiten betrokken heeft.
Verder neemt zij in aanmerking de lange duur van de vrijheidsberoving, de wijze waarop het slachtoffer is behandeld en de gruwelijkheid en de schijnbare vanzelfsprekendheid waarmee het slachtoffer op mensonterende wijze is behandeld uit puur geldelijke motieven. Zo is het slachtoffer onder meer vastgebonden en geblinddoekt, is hem geen eten aangeboden en is hem slechts in beperkte mate water te drinken gegeven.
Dat de rechtbank de feitelijkheden met betrekking tot de beweerde martelingen niet bewezen acht, doet niet af aan het feit dat verdachte en zijn mededaders de laatste dagen van het leven van het slachtoffer tot een hel hebben gemaakt. Het slachtoffer moet vreselijk veel angst hebben gevoeld gedurende deze laatste twee dagen van zijn leven.
Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank in aanmerking dat er van verdachte geen recente en relevante justitiële documentatie bekend is.
Ten slotte zijn de straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd in aanmerking genomen.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van lange duur passend en geboden is.
Toepasselijke wetsartikelen
De oplegging van straf is gegrond op de artikelen:
10, 27, 45, 47, 57, 282, 310, 311 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1, 6 primair, 6 subsidiair en 7 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 2, 3, 4, 5 en 8 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als hiervoor vermeld
Verklaart verdachte ter zake feit 8 niet strafbaar en ontslaat verdachte voor dat feit van alle rechtsvervolging.
Verklaart verdachte strafbaar ter zake de feiten 2, 3, 4 en 5.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
4 (vier) jaren.
Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg¬ging van deze uitspraak in verzekering
en voorlopige hechtenis doorge¬bracht, bij de uitvoering van de opgelegde vrijheidsstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. Kleinrensink, voorzitter, mrs. Hemrica en Van de Wetering, rechters,
in tegenwoordigheid van Wiering, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting
van 22 juni 2007.