RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/580401-06
Uitspraak d.d.: 22 juni 2007
tegenspraak
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] (Turkije),
wonende te [postcode, plaats] (gemeente Zevenaar), [adres],
gedetineerd in het Huis van Bewaring te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 13 december 2006, 10 januari 2007, 7 maart 2007, 31 mei 2007 en 8 juni 2007.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 31 mei 2007 is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk [slac[slachtoffer]] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met dat opzet de keel van die [slachtoffer]l dicht gedrukt en/of dicht gedrukt gehouden, althans die [slachtoffer]l gewurgd en/of verwurgd, althans langdurig en/of voor langere duur kracht en/of van buitenkomend geweld op het lichaam van die [slachtoffer]l uitgeoefend, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer]l is overleden;
ALTHANS DAT
[verdacht[verdachte C] en/of [verdachte B] en/of [verdachte A] en/of een of meer mededaders in of omstreeks de periode van 26 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben verdachte
en/of (een of meer van) haar mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg de keel van die [slachtoffer]l dicht gedrukt en/of dicht gedrukt gehouden, althans die [slachtoffer]l gewurgd en/of verwurgd, althans langdurig en/of voor langere duur kracht en/of van buitenkomend geweld op het lichaam van die [slachtoffer]l uitgeoefend, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer]l is overleden,
welk feit hij, verdachte en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of misbruik van gezag en/of
geweld en/of bedreiging en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, te weten door:
- op meerdere, althans een tijdstip(pen) meerdere, althans één van zijn mededader(s) voor 25 juni 2006 uit te nodigen, althans toegang te verschaffen op zijn boerderij, althans op de boerderij alwaar hij verbleef op de [adres] te Angerlo en/of (aldus) een zogenaamde voorverkenning
mogelijk te maken en/of
- meerdere, althans één van zijn mededader(s) - waaronder [verdacht[verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - tezamen met [slachtoffer] op of omstreeks 25 en/of 26 en/of 27 juni 2006 toegang te verschaffen op en tot zijn boerderij, althans de boerderij aan de [adres] te Angerlo en/of deze boerderij aan genoemde personen, althans een of meer van zijn mededader(s) ter beschikking te stellen en/of
- de sleutel(s) van een of meer van de deuren die toegang verlenen tot de boerderij aan de [adres] te Angerlo aan [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G], althans aan een of meer van zijn mededader(s) te overhandigen, althans ter beschikking te stellen en/of
- aan een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - de woorden toe te voegen: "Dit soort eerloze mensen mogen we niet laten leven. Maak hem maar af. Maak hem maar dood. Dit soort mensen moeten worden opgeruimd", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- door 1000 euro, althans enig geldbedrag van een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] - te ontvangen en aldus die [verdachte C] en/of [verdachte B] en/of [verdachte A] en/of hun/zijn mededader(s) tot het (mede)plegen van voornoemd(e) feit(en) heeft/hebben uitgelokt;
ALTHANS, dat
[verdachte C] en/of [verdachte B] en/of [verdachte A] en/of een of meer mededaders in of omstreeks de periode van 26 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft/hebben beroofd, immers heeft/hebben verdachte
en/of (een of meer van) haar mededader(s) met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg de keel van die [slachtoffer]l dicht gedrukt en/of dicht gedrukt gehouden, althans die [slachtoffer] gewurgd en/of verwurgd, althans langdurig en/of voor langere duur kracht en/of van buitenkomend geweld op het lichaam van die [slachtoffer] uitgeoefend, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door:
- op meerdere, althans een tijdstip(pen) meerdere, althans één van zijn mededader(s) voor 25 juni 2006 uit te nodigen, althans toegang te verschaffen op zijn boerderij, althans op de boerderij waar hij verbleef op de [adres] te Angerlo en/of (aldus) een zogenaamde voorverkenning
mogelijk te maken en/of
- meerdere, althans één van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - tezamen met [slachtoffer] op of omstreeks 25 en/of 26 en/of 27 juni 2006 toegang te verschaffen op en tot zijn boerderij, althans de boerderij aan de [adres] te Angerlo en/of deze boerderij aan zijn mededaders, althans genoemde personen ter beschikking te stellen en/of
- de sleutel(s) van een of meer van de deuren die toegang verlenen tot de boerderij aan de [adres] te Angerlo aan [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G], althans aan een of meer van zijn mededader(s) te overhandigen, althans ter beschikking te stellen en/of
- aan een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - de woorden toe te voegen: "Dit soort eerloze mensen mogen we niet laten leven. Maak hem maar af. Maak hem maar dood. Dit soort mensen moeten worden opgeruimd", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- 1000 euro, althans enig geldbedrag van een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] - te ontvangen en/of
- na te laten op enigerlei wijze die [slachtoffer] en/of de politie en/of anderen op de hoogte te brengen van en/of te waarschuwen van het gegeven dat die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of één of meer van zijn/hun mededader(s) voornemens waren/was en/of bij die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of één of meer van zijn/hun mededader(s) de gedachte had post gevat, die [slachtoffer] te doden en/of anderszins opzettelijk niet heeft belet dat die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of één of meer van zijn/hun mededader(s) die [slachtoffer] zouden/zou gaan doden,
althans door opzettelijk toe te laten dat die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of één of meer van zijn/hun mededader(s) die [slachtoffer] hebben gedood terwijl hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] reeds (zwaar) gewond was, althans weerloos en/of hulpeloos was;
2.
hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 te Huissen, gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of in de gemeente Doesburg en/of te Angerlo, gemeente Zevenaar en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk:
- een (telefonische) afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] ontmoet en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto gezet en/of doen zetten en/of laten plaats nemen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] meerdere, althans een stomp in zijn gelaat, althans tegen zijn lichaam gegeven en/of
- op die [slachtoffer] is gaan zitten, althans die [slachtoffer] naar beneden (op de achterbank) gedrukt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] aan de handen geboeid en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] geblinddoekt en/of een prop in de mond van die [slachtoffer] gestopt en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] (met geboeide handen) opgehangen (waarbij de voeten van die [slachtoffer] de grond niet raakten) en/of
- die [slachtoffer] geboeid aan de handen en/of (vervolgens) aan een balk, althans
in de lucht laten hangen en/of
- die [slachtoffer] geboeid en/of geblinkddoekt in één of meerdere andere ruimte(s) vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] geboeid en/of geblinkddoekt aan een trap in de kelder vastgebonden en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met kracht tegen zijn lichaam geslagen en/of geschopt en/of
- die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto vervoerd
aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen onstaan
ALTHANS DAT
[verdachte C] en/of [verdachte B] en/of [verdachte A] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] en/of [verdachte F] een of meer mededader(s) op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 te Huissen, gemeente Lingewaard en/of te Giesbeek en/of in de gemeente Doesburg en/of te Angerlo, gemeente Zevenaar en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk:
- een (telefonische) afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] ontmoet en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto gezet en/of doen zetten en/of laten plaats nemen en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] in een auto vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] meerdere, althans een stomp in zijn gelaat, althans tegen zijn lichaam gegeven en/of
- op die [slachtoffer] is gaan zitten, althans die [slachtoffer] naar beneden (op de achterbank) gedrukt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] aan de handen geboeid en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] geblinddoekt en/of een prop in de mond van die [slachtoffer] gestopt en/of
- meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] (met geboeide handen) opgehangen (waarbij de voeten van die [slachtoffer] de grond niet raakten) en/of
- die [slachtoffer] geboeid aan de handen en/of (vervolgens) aan een balk, althans in de lucht laten hangen en/of
- die [slachtoffer] geboeid en/of geblinkddoekt in één of meerdere andere ruimte(s) vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] geboeid en/of geblinkddoekt aan een trap in de kelder vastgebonden en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met kracht tegen zijn lichaam geslagen en/of geschopt en/of
- die [slachtoffer] in de kofferbak van een auto vervoerd
aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen onstaan
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door:
- op meerdere, althans een tijdstip(pen) meerdere, althans één van zijn mededader(s) voor 25 juni 2006 uit te nodigen, althans toegang te verschaffen op zijn boerderij, althans de boerderij waar hij verbleef op de [adres] te Angerlo en/of (aldus) een zogenaamde voorverkenning mogelijk te maken en/of
- meerdere, althans één van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - tezamen met [slachtoffer] op of omstreeks 25 en/of 26 en/of 27 juni 2006 toegang te verschaffen op en tot zijn boerderij, althans de boerderij aan de [adres] te Angerlo en/of deze boerderij aan zijn mededaders, althans genoemde personen ter beschikking te stellen en/of
- de sleutel(s) van een of meer van de deuren die toegang verlenen tot de boerderij aan de [adres] te Angerlo aan [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G], althans aan een of meer van zijn mededader(s) te overhandigen en/of
- aan een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - de woorden toe te voegen: "Dit soort eerloze mensen mogen we niet laten leven. Maak hem maar af. Maak hem maar dood. Dit soort mensen moeten worden opgeruimd", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- 1000 euro, althans enig geldbedrag van een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] - te ontvangen en/of
- na te laten op enigerlei wijze die [slachtoffer] en/of de politie en/of anderen op de hoogte te brengen van en/of te waarschuwen van het gegeven dat die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] en/of één of meer van zijn/hun/haar mededader(s) voornemens waren/was en/of bij die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] en/of één of meer van zijn/hun/haar mededader(s) de gedachte had post gevat, die [slachtoffer] wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven en/of beroofd te houden en/of anderszins opzettelijk niet heeft belet dat die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] en/of één of meer van zijn/hun/haar mededader(s) die [slachtoffer] van zijn vrijheid zouden/zou gaan beroven en/of beroofd te houden,
althans door opzettelijk toe te laten dat die [verdachte A] en/of [verdachte B] en/of [verdachte C] en/of [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] en/of één of meer van zijn/hun/haar mededader(s) die [slachtoffer] van zijn vrijheid hebben beroofd en/of beroofd gehouden, terwijl hij, verdachte, wist dat die [slachtoffer] reeds (zwaar) gewond was, althans weerloos en/of hulpeloos was;
3.
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 te Angerlo, gemeente Zevenaar en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans
opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel, heeft toegebracht, door deze [slachtoffer] opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk:
- aan de handen te boeien en/of die [slachtoffer] een blinddoek om te doen en/of een prop in de mond te stoppen en/of
- die [slachtoffer] met geboeide handen en/of een touw om zijn borstkast aan een balk, althans in de lucht op te hangen en/of te laten hangen (waarbij de voeten van die [slachtoffer] de grond niet raakten) en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen de schenen en/of de knieschijf, althans het lichaam, te schoppen en/of te trappen
ALTHANS, dat
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 te Angerlo, gemeente Zevenaar en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- die [slachtoffer] aan de handen heeft geboeid en/of een blinddoek om gedaan en/of een prop in de mond heeft gestopt en/of
- die [slachtoffer] met geboeide handen en/of een touw om zijn borstkast aan een balk, althans in de lucht heeft opgehangen en/of heeft laten hangen (waarbij de voeten van die [slachtoffer] de grond niet raakten) en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of heeft gestompt en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen de schenen en/of de knieschijf, althans het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, dat
[verdachte C] en/of [verdachte B] en/of [verdachte A] en/of [verdachte G] en/of [verdachte E] en/of een of meer van hun/zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 te Angerlo, gemeente Zevenaar en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon (te weten [slachtoffer]), opzettelijk en met voorbedachten rade, althans
opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel, heeft toegebracht, door deze [slachtoffer] opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk:
- aan de handen te boeien en/of die [slachtoffer] een blinddoek om te doen en/of een prop in de mond te stoppen en/of
- die [slachtoffer] met geboeide handen en/of een touw om zijn borstkast aan een balk, althans in de lucht op te hangen en/of te laten hangen (waarbij de voeten van die [slachtoffer] de grond niet raakten) en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen de schenen en/of de knieschijf, althans het lichaam, te schoppen en/of te trappen
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door:
- op meerdere, althans een tijdstip(pen) meerdere, althans één van zijn mededader(s) voor 25 juni 2006 uit te nodigen, althans toegang te verschaffen op zijn boerderij, althans de boerderij waar hij verbleef op de [adres] te Angerlo en/of (aldus) een zogenaamde voorverkenning mogelijk te maken en/of
- meerdere, althans één van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - tezamen met [slachtoffer] op of omstreeks 25 en/of 26 en/of 27 juni 2006 toegang te verschaffen op en tot zijn boerderij, althans de boerderij aan de [adres] te Angerlo en/of deze boerderij aan zijn mededaders, althans genoemde personen ter beschikking te stellen en/of
- de sleutel(s) van een of meer van de deuren die toegang verlenen tot de boerderij aan de [adres] te Angerlo aan [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G], althans aan een of meer van zijn mededader(s) te overhandigen en/of
- aan een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - de woorden toe te voegen: "Dit soort eerloze mensen mogen we niet laten leven. Maak hem maar af. Maak hem maar dood. Dit soort mensen moeten worden opgeruimd", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- 1000 euro, althans enig geldbedrag van een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] - te ontvangen;
ALTHANS, dat
[verdachte C] en/of [verdachte B] en/of [verdachte A] en/of [verdachte G] en/of [verdachte E] en/of een of meer van hun/zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 te Angerlo, gemeente Zevenaar en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- die [slachtoffer] aan de handen heeft geboeid en/of een blinddoek om gedaan en/of een prop in de mond heeft gestopt en/of
- die [slachtoffer] met geboeide handen en/of een touw om zijn borstkast aan een balk, althans in de lucht heeft opgehangen en/of heeft laten hangen (waarbij de voeten van die [slachtoffer] de grond niet raakten) en/of
- (vervolgens) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of heeft gestompt en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen de schenen en/of de knieschijf, althans het lichaam, heeft geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte en/of zijn mededader(s) in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest door:
- op meerdere, althans een tijdstip(pen) meerdere, althans één van zijn mededader(s) voor 25 juni 2006 uit te nodigen, althans toegang te verschaffen op zijn boerderij, althans de boerderij waar hij verbleef op de [adres] te Angerlo en/of (aldus) een zogenaamde voorverkenning mogelijk te maken en/of
- meerdere, althans één van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - tezamen met [slachtoffer] op of omstreeks 25 en/of 26 en/of 27 juni 2006 toegang te verschaffen op en tot zijn boerderij, althans de boerderij aan de [adres] te Angerlo en/of deze boerderij aan zijn mededaders, althans genoemde personen ter beschikking te stellen en/of
- de sleutel(s) van een of meer van de deuren die toegang verlenen tot de boerderij aan de [adres] te Angerlo aan [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G], althans aan een of meer van zijn mededader(s) te overhandigen en/of
- aan een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F], [verdachte E] en/of [verdachte G] - de woorden toe te voegen: "Dit soort eerloze mensen mogen we niet laten leven. Maak hem maar af. Maak hem maar dood. Dit soort mensen moeten worden opgeruimd", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- 1000 euro, althans enig geldbedrag van een of meer van zijn mededader(s) - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte F] en/of [verdachte E] en/of [verdachte G] - te ontvangen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van medeverdachte [verdachte A] de belangrijkste bewijsmiddelen zijn in deze zaak. Hij heeft immers vanaf zijn 29ste verklaring op hoofdlijnen gedetailleerde verklaringen, waarin hij zichzelf en anderen belast, afgelegd omtrent de verdwijning en de dood van [slachtoffer]. [verdachte A] verklaart daarin over zichzelf als degene die de opdrachten van anderen heeft uitgevoerd en als iemand die geen controle had over de gebeurtenissen die plaatsvonden. In zoverre zouden zijn verklaringen voor de rechtbank als leidraad kunnen gelden, maar de rechtbank overweegt eveneens dat [verdachte A] ook het volgende heeft verklaard:
“Niet degene die een moord pleegt maar degene die aanzet tot de moord is de hoofdverdachte.” en “In onze cultuur is niet degene die de moord pleegt maar degene die aanzet tot de moord de schuldige. Het is dus niet belangrijk wie uitvoert, maar degene die aanzet is de dader”.
Daarenboven heeft [verdachte A] verklaard dat hij een zware verantwoordelijkheid legt bij diegenen die uiteindelijk - in zijn visie - mogelijk hebben gemaakt wat er is gebeurd, waarbij hij doelde op verdachte (die zijn boerderij ter beschikking stelde) en [verdachte F] (die faciliterend optrad).
Gelet op die visie van [verdachte A] en het feit dat hij zijn eigen rol tot die van “slechts” uitvoerende terugbrengt, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden uitgesloten dat hij het aandeel van de verschillende betrokkenen in de gebeurtenissen anders, lichter of zwaarder dan wel anderszins onjuist, weergeeft. Voorts zijn de verklaringen van [verdachte A] niet op alle onderdelen consistent. Zo verklaart hij bijvoorbeeld verschillend over een cruciaal moment waarop (voor of na het pinnen in Doesburg) en door wie het slachtoffer in de boerderij met een touw onder zijn armen door aan de balken is gehangen. Verder verklaart hij eerst dat hij hierbij aanwezig is geweest en, zo concludeert de rechtbank, hiervan dus ooggetuige moet zijn geweest, terwijl hij later verklaart dat hij naar buiten werd gestuurd en dus op dit punt niets kan hebben gezien.
Het voorgaande leidt ertoe dat de verklaringen van [verdachte A] kritisch moeten worden beschouwd en dat de rechtbank voor bewezenverklaring van de verschillende onderdelen van de tenlastelegging op ieder specifiek punt aanmerkelijk ondersteunend bewijs noodzakelijk acht.
Feiten
Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting kan het volgende als vaststaand worden aangenomen.
Begin juni 2006 bestond bij medeverdachten [verdachte A] en [verdachte B] het idee dat het uiteindelijke slachtoffer, [slachtoffer], hen financieel benadeelde. Het plan werd gemaakt het slachtoffer onder druk te zetten zodat hij zijn schulden zou gaan betalen. Medeverdachte [verdachte C] werd gevraagd om daarbij te bemiddelen. [verdachte C] zelf heeft verklaard dat zijn inzet was dat er druk op [slachtoffer] werd gezet.
Met [slachtoffer] werd een afspraak gemaakt voor een bespreking in de middag van 25 juni 2006 in Huissen. Vanuit Huissen reden [verdachte A], [verdachte B], [verdachte C], medeverdachte [verdachte G] en medeverdachte [verdachte E], met [slachtoffer] naar een afgelegen boerderij te Angerlo, in gebruik bij verdachte, zoals blijkt uit printgegevens van diverse telefoons.
De rechtbank acht niet bewezen dat [slachtoffer] tijdens de rit van Huissen naar Angerlo in de auto is geslagen, vastgepakt en/of vastgehouden. Buiten de verklaring van [verdachte A] is hiervoor geen bewijs voorhanden.
Kort na aankomst bij de boerderij is verdachte vertrokken.
In een nis op de deel van de boerderij is met [slachtoffer] een gesprek gevoerd over de betaling van schulden.
Over hetgeen zich daarna in de boerderij heeft afgespeeld, zijn door de verdachten die daar over verklaard hebben, wisselende verklaringen afgelegd. Op grond van de verklaringen van [verdachte A] en die van onder meer verdachte, acht de rechtbank bewezen dat de handen van het slachtoffer zijn vastgebonden en dat het slachtoffer is geblinddoekt. Voor het stoppen van een prop in de mond van het slachtoffer is, naast de verklaring van [verdachte A], onvoldoende ondersteunend bewijs. Ook is bewezen dat het slachtoffer vervolgens op de deel van de boerderij met touw onder zijn armen aan een balk is vastgebonden en dat hij daar vastgebonden aan die balk heeft gehangen. [verdachte A] heeft in deze zin verklaard en tijdens de op 2 april 2007 gehouden schouw heeft hij de exacte plek aangewezen. Deze verklaring van [verdachte A] wordt gesteund door de bevindingen van de verbalisanten [verbalisant A] en [verbalisant B], proces-verbaal d.d. 11 januari 2007, dat bovenop de balken op de door [verdachte A] aangewezen plek sprake is van een doorbreking van het stofpatroon. Voor wat betreft het op de boerderij op [slachtoffer] toegepaste geweld wordt overwogen dat met uitzondering van het trappen tegen de schenen van [slachtoffer] door verdachte, ieder steunbewijs ontbreekt. Immers, noch op de plaats van het delict noch in de kleding van [slachtoffer] zijn bloedsporen aangetroffen en uit de sectie op het lijk komt naar voren dat geen sprake is geweest van afwijking van de beenderen dan wel van botbreuken.
Op zondag 25 juni 2006 om 18.17 uur is bij de ABN-AMRO bank in Doesburg met de bankpasjes en creditcards van [slachtoffer] geprobeerd te pinnen.
Naast [verdachte A] verklaren zowel verdachte als [verdachte F] dat zij het slachtoffer op 26 juni 2006 geblinddoekt hebben zien liggen achter de betimmering op een slaapkamer. Verdachte verklaart daarbij dat het slachtoffer was vastgebonden. [verdachte F] heeft verklaard te hebben gezien dat [verdachte C] het slachtoffer in die toestand tegen de schenen heeft geschopt, hetgeen door [verdachte C] is bevestigd.
Uit de verklaringen van [verdachte F] en verdachte blijkt dat [verdachte B] op enig moment op het terras van de boerderij papieren van [slachtoffer] heeft verbrand.
Later die dag is [slachtoffer] van de bovenverdieping verplaatst naar de kelder. Dat [slachtoffer] ook met een touw onder zijn armen aan de keldertrap zou zijn opgehangen, is niet komen vast te staan, nu daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is. Immers, er is in de kelder of aan de keldertrap geen enkel spoor aangetroffen en geen van de medeverdachten verklaart hierover in gelijke zin als [verdachte A]. Daarenboven is aan twijfel onderhevig of het fysiek mogelijk is om iemand met de lengte die het slachtoffer had aan die trap te hangen.
In de loop van de ochtend zijn [verdachte G] en [verdachte E] van de boerderij vertrokken, zo blijkt uit de verklaring van [verdachte A], hetgeen wordt ondersteund door de mastgegevens van hun mobiele telefoons.
De rechtbank neemt op basis van de verklaringen van [verdachte F] en verdachte tevens aan dat op 26 juni 2006 op enig moment door in elk geval [verdachte B] is gezegd dat [slachtoffer] niet kon worden vrijgelaten en dat hij in de door [verdachte F] aangegeven zin heeft gesproken over het ombrengen van het slachtoffer.
In de avond van 26 juni 2006 is het slachtoffer door [verdachte A] en [verdachte B] naar een bos nabij Beekbergen gebracht, daar gewurgd en is zijn lichaam met zand en takken bedekt. Hoewel niet valt uit te sluiten dat daarbij ook nog een ander betrokken is geweest, acht de rechtbank dit niet bewezen omdat ondersteunend bewijs daarvoor ontbreekt. Het ontzielde lichaam van [slachtoffer] werd op 10 augustus 2006 in verregaande staat van ontbinding door een wandelaar ontdekt.
Het voorgaande leidt tot het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank is er naast de verklaringen van [verdachte A] geen ander bewijsmiddel voorhanden op grond waarvan kan worden aangenomen dat verdachte in woord of daad betrokken is geweest bij het om het leven brengen van het slachtoffer [slachtoffer], dan wel het medeplegen of de uitlokking daarvan. Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt voorts onvoldoende eenduidig dat verdachte wetenschap heeft gehad van een bij zijn medeverdachten bestaand plan om het slachtoffer te doden.
Daarbij bestaat gelet op de verklaringen van [verdachte A], alsmede die van de medeverdachten, geen eenduidigheid ten aanzien van de aanwezigheid van verdachte tijdens of zijn betrokkenheid bij de onder 2 primair ten laste gelegde wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Derhalve acht zij niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair,
1 meer subsidiair, 2 primair, 3 primair, 3 subsidiair en 3 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het 2 subsidiair, ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
[verdachte C] en [verdachte B] en [verdachte A] en [verdachte E] en [verdachte G] op tijdstippen in de periode van 25 juni 2006 tot en met 26 juni 2006 in Nederland, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid hebben beroofd en beroofd gehouden, immers heeft (hebben) een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk wederrechtelijk:
- een telefonische afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en
- vervolgens die [slachtoffer] ontmoet en
- vervolgens die [slachtoffer] in een auto laten plaats nemen en
- die [slachtoffer] naar beneden op de achterbank gedrukt en
- vervolgens die [slachtoffer] aan de handen geboeid en
- die [slachtoffer] geblinddoekt en
- die [slachtoffer] met geboeide handen opgehangen, waarbij de voeten van die [slachtoffer] de grond niet raakten en
- die [slachtoffer] geboeid aan de handen en vervolgens aan een balk laten hangen en
- die [slachtoffer] geboeid en geblinddoekt in andere ruimtes vastgehouden en
- die [slachtoffer] met kracht tegen zijn lichaam geschopt en
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft/hebben doen ontstaan
tot en bij het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 01 juni 2006 tot en met 27 juni 2006 te Angerlo en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid en middelen heeft verschaft en behulpzaam is geweest door:
- meerderen - waaronder [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte E] en [verdachte G] - tezamen met
[slachtoffer] op 25 en 26 juni 2006 toegang te verschaffen op en tot zijn boerderij, en deze boerderij aan genoemde personen ter beschikking te stellen en
- de sleutel(s) van een of meer van de deuren die toegang verlenen tot de boerderij aan de [adres] te Angerlo aan [verdachte C], [verdachte B], [verdachte A], [verdachte E] en [verdachte G] te overhandigen en
- na te laten op enigerlei wijze de politie en/of anderen op de hoogte te brengen van en/of te waarschuwen van het gegeven dat die [verdachte A] en [verdachte B] en [verdachte C] en [verdachte E] en [verdachte G] voornemens waren en bij die [verdachte A] en [verdachte B] en [verdachte C] en [verdachte E] en [verdachte G] de gedachte had post gevat, die [slachtoffer] wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven en beroofd te houden en
anderszins opzettelijk niet heeft belet dat die [verdachte A] en [verdachte B] en [verdachte C] en [verdachte E] en [verdachte G] die [slachtoffer] van zijn vrijheid zouden gaan beroven en beroofd houden.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be¬hoort daarvan te worden vrijgesproken.
De raadsman heeft ter zitting aangevoerd dat verdachte zich van de situatie heeft gedistantieerd, door na aankomst van zijn medeverdachten de boerderij te verlaten en dat ingeval verdachte had geweten wat er zich zou gaan afspelen hij de boerderij niet ter beschikking had gesteld.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe dat uit de gebezigde bewijsmiddelen het volgende blijkt:
- verdachte was ervan op de hoogte dat zijn medeverdachten een zakelijk geschil wilden oplossen met het slachtoffer en dat dat enkele dagen kon duren;
- verdachte heeft zijn boerderij ter beschikking gesteld aan mensen die hij nauwelijks kent en die bellend naar de boerderij zijn toegekomen;
- verdachte heeft alle medeverdachten, alsook het slachtoffer, op de boerderij gesproken;
- verdachte is op 26 juni 2006 teruggekeerd naar de boerderij;
- verdachte heeft het slachtoffer in de boerderij geblinddoekt op een matras liggend aangetroffen en enige tijd later gezien in de kelder van de boerderij;
- verdachte heeft gezien dat een van de medeverdachten papieren van het slachtoffer aan het verbranden was;
- verdachte heeft gehoord dat medeverdachten [verdachte C] en [verdachte B] een – in zijn beleving – grap maakten over het begraven van het slachtoffer op een plek op de boerderij;
- dat aan verdachte werd medegedeeld dat ze het slachtoffer pas ’s avonds in het donker van de boerderij konden weghalen, opdat het slachtoffer de verblijfplaats niet zou kunnen achterhalen.
Verdachte heeft met het oog op mogelijk later te verkrijgen zakelijk voordeel uit gezamenlijke autohandel ingestemd met het ter beschikking stellen van de boerderij. In elk geval uit hetgeen hij op 26 juni 2006 zelf heeft waargenomen en besproken met zijn medeverdachten, leidt de rechtbank af dat verdachte heeft begrepen, dan wel moeten begrijpen dat het slachtoffer van zijn vrijheid was beroofd en dat de vrijheidsberoving nog tot ver in de avond zou voortduren. Weliswaar heeft verdachte zijn medeverdachten gevraagd het slachtoffer vrij te laten, doch verdachte heeft vervolgens erin toegestemd dat de vrijheidsberoving nog vele uren voortduurde en bewust nagelaten aan politie of anderen melding te maken van de vrijheidsberoving. Van het zich distantiëren door verdachte was naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf: medeplichtig aan het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, gepleegd door hem die opzettelijk tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats heeft verschaft.
Strafbaarheid van verdachte
Door de verdediging is aangevoerd dat er bij verdachte sprake was van psychische overmacht, nu verdachte enerzijds inzag dat er zich criminele zaken afspeelden en hij anderzijds angst had voor represailles van de zijde van de medeverdachten, hetgeen moet leiden tot ontslag van alle rechtsvervolging.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Niet gesteld kan worden dat verdachte het feit heeft begaan onder psychische dwang waartegen weerstand weliswaar niet volkomen onmogelijk was doch redelijkerwijs niet kon worden gevergd.
Immers heeft verdachte geheel uit vrije wil zijn boerderij ter beschikking gesteld en is hij op 26 juni 2006 op eigen initiatief teruggekeerd naar de boerderij. Omtrent de aldaar aangetroffen situatie verklaart verdachte dat hij meermalen heeft gezegd dat men het slachtoffer vrij moest laten, en dat wanneer hij of zijn hond een druppel bloed zouden vinden of er iemand vermoord zou worden, hij naar de politie zou gaan. Uit deze gedraging blijkt dat de dreiging ten opzichte van verdachte, zo die er al was, niet van dien aard was dat hij daaraan geen weerstand kon bieden.
Naar de persoon van de verdachte is psychologisch onderzoek verricht door prof.dr. J.J. Baneke, klinisch & forensisch psycholoog, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport van 30 mei 2007, en aangevuld bij brief van 31 mei 2007. Geconcludeerd wordt dat verdachte ten tijde van het begaan van het bewezenverklaarde feit licht tot enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was.
Met deze conclusie kan de rechtbank zich verenigen en neemt deze over.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aanne¬melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, inhoudende de veroordeling van verdachte ter zake de feiten 1 meer subsidiair, 2 primair en 3 meest subsidiair, tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 ½ jaar, met aftrek van voorarrest.
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen¬verklaarde en de omstandigheden waar¬onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting het navolgende in het bijzonder in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden.
Verdachte heeft de boerderij waarin hij verbleef aan zijn medeverdachten ter beschikking gesteld. Daarmee heeft hij het mede mogelijk gemaakt dat het slachtoffer meerdere dagen van zijn vrijheid beroofd kon worden gehouden. Nadat verdachte kennis kreeg van hetgeen zich precies op de boerderij afspeelde, heeft hij weliswaar gezegd dat zij het slachtoffer moesten vrijlaten, maar werd er afgesproken er niets over te zeggen en heeft verdachte in die zin de vrijheidsberoving laten voortduren.
Dat de rechtbank de feitelijkheden met betrekking tot de beweerde martelingen niet bewezen acht, doet niet af aan het feit dat verdachte en zijn mededaders de laatste dagen van het leven van het slachtoffer tot een hel hebben gemaakt. Het slachtoffer moet vreselijk veel angst hebben gevoeld gedurende deze laatste twee dagen van zijn leven.
Anderzijds heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat verdachte niet de initiatiefnemer is geweest en voorts dat er van verdachte geen recente en relevante justitiële documentatie bekend is.
Tenslotte heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verdachte licht tot enigszins verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Toepasselijke wetsartikelen
De oplegging van straf is gegrond op de artikelen:
10, 27 en 282 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair, 2 primair, 3 primair, 3 subsidiair en 3 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerleg¬ging van deze uitspraak in verzekering
en voorlopige hechtenis doorge¬bracht, bij de uitvoering van de opgelegde vrijheidsstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mr. Van de Wetering, voorzitter, mrs. Kleinrensink en Hemrica, rechters, in tegenwoordigheid van Wiering, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 juni 2007.