ECLI:NL:RBZUT:2007:BA8576
Rechtbank Zutphen
- Kort geding
- H.C.M. Boon
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in geschil over toepasselijkheid algemene voorwaarden en arbitragebeding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen diende, heeft eiser [eiser] diverse werkzaamheden verricht voor gedaagde [gedaagde] en vorderde hij betaling van onbetaalde facturen. Gedaagde heeft in een incidentele conclusie van onbevoegdheid aangevoerd dat de rechtbank niet bevoegd is, omdat de door eiser gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing zijn, waarin een arbitragebeding is opgenomen. De rechtbank heeft de procedure in het incident beoordeeld en vastgesteld dat de brief van eiser van 12 januari 2005, waarin hij zijn algemene voorwaarden vermeldde, bedoeld was om gedaagde te binden aan deze voorwaarden. De rechtbank oordeelde dat gedaagde door ondertekening van de brief gebonden was aan de algemene voorwaarden, ook al waren deze niet fysiek bij de brief gevoegd.
De rechtbank heeft verder overwogen dat, ongeacht of er eerder een mondelinge overeenkomst was gesloten, de ondertekening van de brief een aanvullende overeenkomst tot stand heeft gebracht, waarin de algemene voorwaarden van eiser van toepassing zijn verklaard. Aangezien in de algemene voorwaarden is bepaald dat de Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland bij uitsluiting bevoegd is om van het geschil kennis te nemen, heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om de hoofdzaak te behandelen. Eiser is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van zowel het incident als de hoofdzaak, die in totaal zijn begroot op € 974,00.