ECLI:NL:RBZUT:2007:BA8578

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
83004 - KG ZA 07-3
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het gebruik van onroerend goed en vruchtgebruik in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen is behandeld, heeft eiser een kort geding aangespannen tegen gedaagden met betrekking tot het gebruik van onroerend goed en het recht van vruchtgebruik. Eiser, vertegenwoordigd door procureur mr. E.G.M. Wiggers, vorderde onder andere dat gedaagden zich zouden onthouden van handelingen die inbreuk maken op zijn gebruiksrechten. Gedaagden, vertegenwoordigd door procureur mr. J.P. Wolters, zijn de opvolgende eigenaren van het onroerend goed dat eerder aan eiser was verkocht.

De procedure begon met een dagvaarding en mondelinge behandeling, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. Eiser stelde dat gedaagden hem belemmerden in het gebruik van de shovel en andere machines, en dat zij blokkades opwierpen die het hem en zijn bezoek onmogelijk maakten om het erf te verlaten. Eiser vorderde ook dat gedaagden hem een sleutel zouden geven voor het hek rondom het erf.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat niet aannemelijk is dat gedaagden gebonden zijn aan de afspraken die eiser met de vorige eigenaar had gemaakt. De rechter oordeelde dat de transportakte bepalend is voor de rechten van eiser. De vorderingen die betrekking hadden op het gebruik van de shovel en de hindernissen werden afgewezen, omdat aanvullende bewijslevering nodig was. Wel werd de vordering tot het geven van een sleutel toegewezen, evenals het verbod op blokkades die het verlaten van het erf belemmeren.

De uitspraak werd gedaan op 2 februari 2007, waarbij de proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De rechter legde ook dwangsommen op voor het geval gedaagden niet aan de veroordelingen zouden voldoen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 83004 / KG ZA 07-3
Vonnis in kort geding van 2 februari 2007
in de zaak van
[eiser],
w[plaats]plaats],
eiser,
procureur mr. E.G.M. Wiggers
tegen
1. [gedaagde A],
wonende te [plaats],
2. [gedaagde B],
wonende te [plaats],
gedaagden,
procureur mr. J.P. Wolters.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagden] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagden].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 29 september 2004 heeft [eiser] zijn woonhuis met rijhal, paardenstallen, bijgebouwen, ondergrond erf en weiland, hierna ook te noemen [naam erf], verkocht en op 1 maart 2005 geleverd aan [koper], hierna te noemen [koper].
2.2. De akte van levering luidt - voor zover relevant - :
"Verklaringen van de verkoper
Artikel 5
(...)
b. het verkochte wordt gedeeltelijk overgedragen het beding van na te melden recht van vruchtgebruik en na te melden recht van gebruik; het verkochte wordt overigens overgedragen:
(...)
- vrij van andere aanspraken tot gebruik anders dan ten behoeve van verkoper. Verkoper maakt gebruik van de buitenbak, springtuin en binnenbak. In binnenbak maandagochtend, woensdagochtend en vrijdagochtend. Dinsdag één (1) uur in overleg. In overleg met koper in de winter de jonge paarden even in de rijhal. Na gebruik van de binnenbak toch gebruik kunnen maken van kantine. Hindernissen in overleg bij voorkeur laten staan.
(..)
Artikel 9
(...)
RECHT VAN VRUCHTGEBRUIK
De als voormeld gevestigde rechten van vruchtgebruik, hierna aangeduid als "het recht" ten behoeve van de verkoper, hierna aangeduid als "de gebruiker", strekken tot gebruik van:
- woongedeelte verkoper
- achterhuis gedeeltelijk
- oude schuur met aansluitend weiland, groot ongeveer vijf en zeventig are (...) uitmakende:
- één (1) aaneengesloten gelegen ter plaatse kennelijk aangeduid gedeelte van het perceel kadastraal bekend Gemeente Winterswijk, [kadastraal nummer], groot als na kadastrale uitmeting zal blijken, alsmede
- het gehele perceel, kadastraal bekend Winterswijk [kadastraal nummer], zijnde aaneengesloten gelegen aan voormelde uit te meten gedeelte,
(...)
Het recht van vruchtgebruik is gevestigd onder de navolgende bedingen:
1. Het recht is gevestigd ten behoeve van de verkoper.
(...)
4. De gebruiker mag als goed gebruiker het verkochte gebruiken gedurende de duur van het recht en wel uitsluitend voor zich en voor zijn gezin.
(...)
9. De gebruiker betaalt geen kosten voor gas, water en elektra gedurende het vruchtgebruik.
10. Zolang er vruchtgebruik duurt moet er een shovel zijn voor het uitmesten van stallen en het voeren.
RECHTEN VAN GEBRUIK
De als voormeld gevestigde rechten van gebruik, hierna aangeduid als "het recht" ten behoeve van de verkoper, hierna aangeduid als "de gebruiker", strekken tot gebruik van:
de schuur/paardenstallen aan de linkerkant van de rijhal,
(...)
Het recht is gevestigd onder de navolgende bedingen:
1. Het recht is gevestigd ten behoeve van de verkoper.
(...)
4. De gebruiker mag als goed gebruiken het verkochte gebruiken gedurende de duur van het recht en wel uitsluitend voor zich en voor zijn gezin."
2.3. Op 1 december 2006 heeft [koper] voormeld onroerend goed verkocht en geleverd aan [gedaagden]. De akte van levering luidt, voor zover relevant:
"BEPERKT RECHT
(...)
Het verkochte is blijkens na te melden akte van levering van een maart tweeduizendvijf gedeeltelijk belast met het recht van gebruik ten behoeve van [eiser] wonende (...), strekkende tot het gebuik van het oorspronkelijke woongedeelte van voornoemde [eiser], van het achterhuis gedeeltelijk en van de oude schuur met aansluitend weiland, groot ongeveer (...)
Het verkochte is blijkens na te melden akte van levering van een maart tweeduizendvijf gedeeltelijk belast met het recht van gebruik ten behoeve van voornoemde [eiser], strekkende tot gebruik van de schuur/paardenstallen aan de linkerkant van de rijhal (...)"
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis
1. [gedaagden] zal veroordelen zich met onmiddellijke ingang te onthouden van handelingen die leiden tot een inbreuk op het recht gebruik te maken van de shovel door [eiser], dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
2. [gedaagden] zal veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis gelijkwaardige machines als de afgevoerde, zoals omschreven in productie 8 bij dagvaarding, weer op het bedrijf van [eiser] ter beschikking te stellen, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
3. [gedaagden] zal veroordelen om aan [eiser] vrij gebruik te verlenen van de binnenbak op maandag- woensdag- en vrijdagochtend en zich te onthouden van alle handelingen die daarop een inbreuk maken, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
4. [gedaagden] zal veroordelen om de wand in de binnenbak af te breken zodat [eiser] van zijn kant van het perceel ook de binnenbak kan betreden, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
5. [gedaagden] zal veroordelen om aan [eiser] vrij gebruik te verlenen van de kantine na het gebruik van de binnenbak en zich te onthouden van alle handelingen die daarop een inbreuk maken, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
6. [gedaagden] zal veroordelen om zich te onthouden van iedere inbreuk op het eigendomsrecht van de hindernissen, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
7. [gedaagden] zal veroordelen om zich te onthouden van iedere belemmering jegens het bezoek van [eiser] om gebruik te maken van al hetgeen hij in vruchtgebruik heeft, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
8. [gedaagden] zal veroordelen om zich te onthouden van het uiten van bedreigingen jegens [eiser] en zijn bezoek, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
9. [gedaagden] zal veroordelen om zich te onthouden van blokkades waardoor het [eiser] en zijn bezoek onmogelijk wordt het erf te verlaten, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
10. [gedaagden] zal veroordelen om de leveringscontracten met betrekking tot gas- en elektriciteitsaansluitingen opnieuw af te sluiten en voort te zetten, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
11. [gedaagden] zal veroordelen om de camera's die aan de binnenbak (manege) hangen weg te halen, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
12. [gedaagden] zal veroordelen om aan [eiser] een sleutel te overhandigen die past op het slot van het hek, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
13. [gedaagden] zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. Aan deze vordering legt [eiser] in het licht van de feiten de volgende stellingen ten grondslag. [gedaagden] ontzegt aan [eiser] het gebruik van zaken waartoe [eiser] en zijn gezin op grond van zijn vruchtgebruik gerechtigd is. De omvang van dit vruchtgebruik staat beschreven in de notariële akte van levering en de koopakte. [eiser] wordt gehinderd in het gebruik van de shovel. Zo wordt onder meer 's nachts de sleutel uit de shovel gehaald. In de akte staat echter dat er altijd een shovel moet zijn voor het uitmesten van stallen en het voeren. Op grond van het hem toekomende recht van vruchtgebruik mag ook zijn gezin, welke term ruim moet worden geïnterpreteerd, gebruik maken van de shovel. [eiser] wordt ook gehinderd in het gebruik van andere machines, terwijl hij recht heeft op het gebruik van deze machines. Vele machines zijn in de container gegooid en afgevoerd. [gedaagden] belemmert dat [eiser] zodanig gebruik maakt van de binnenbak als hem op grond van zijn vruchtgebruik is toegestaan. [gedaagden] heeft in dit verband op ruwe wijze [eiser] te verstaan gegeven dat hij, [gedaagden] en niet [eiser] het voor het zeggen heeft wanneer er in de bak gereden mag worden. [gedaagden] heeft in de binnenbak een wand geplaatst waardoor [eiser] geen toegang heeft tot de binnenbak en hem toegang tot de kantine wordt bemoeilijkt. [gedaagden] heeft bezoek dat voor [eiser] kwam, weggestuurd en het bezoek te kennen gegeven dat [gedaagden] het op [naam erf] voor het zeggen heeft en niet [eiser]. [gedaagden] heeft blokkades opgegooid die het [eiser] en zijn familie, vrienden en kennissen onmogelijk maken het erf te verlaten. [gedaagden] heeft hindernissen, die eigendom zijn van [eiser], weggehaald en voor de schuur gegooid. [eiser] is genoodzaakt geweest de contracten terzake de levering van energie op eigen naam te zetten. Dit is in strijd met de akte van levering, die vermeldt dat [eiser] niet behoeft te betalen voor gas, water en elektriciteit gedurende het vruchtgebruik. [gedaagden] heeft camera's opgehangen om het doen en laten van [eiser] in de gaten te houden. Inmiddels is om het gehele terrein van [naam erf] een hek gezet. [eiser] heeft geen sleutel van het hek. [gedaagden] maakt een zodanige inbreuk op het rustig genot van het vruchtgebruik van [eiser], dat deze inbreuk als een onrechtmatige daad jegens [eiser] te kwalificeren valt waardoor [eiser] schade heeft geleden.
3.3. [gedaagden] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. [eiser] heeft terzake de verkoop van [naam erf] aan [koper], de notariële akte van levering van 1 maart 2005, hierna te noemen de transportakte, en een niet ondertekende, ongedateerde "koopakte agrarisch onroerend goed", hierna de koopakte, in het geding gebracht. Voorzover de koopakte aanvullende afspraken bevat tussen [eiser] en [koper] over het vruchtgebruik van [eiser], is niet aannemelijk dat de bodemrechter tot de conclusie zal komen dat [gedaagden] aan deze afspraken gebonden is. Gezien de tekst en uiterlijk is de koopakte geen notariële akte maar een onderhandse akte tussen [eiser] en [koper] waarmee gezegd is dat de inhoud geen zakelijke werking (goederenrechtelijk effect) heeft tegenover [gedaagden]. Hier komt bij dat de akte niet getekend is door [eiser] en [koper] zodat het maar de vraag is of [eiser] en [koper] de inhoud ervan ook daadwerkelijk zijn overeengekomen. Bij de beoordeling in hoeverre [gedaagden] inbreuk maakt op het recht van (vrucht)gebruik van [eiser], is dan ook de inhoud van de transportakte maatgevend.
4.2. Op voorhand wordt niet voldoende aannemelijk geacht dat, zoals door [eiser] is gesteld, de afspraken die [eiser] en [koper] hebben gemaakt over het gebruik door [eiser] van de buitenbak, springtuin, rijhal. kantine en hindernissen - zoals hiervoor onder 2.2 staan vermeld - zakelijke werking hebben in die zin dat dit gebruik onder het zakelijk recht van (vrucht)gebruik valt, zodat de opvolgend koper, in dit geval [gedaagden], er aan gebonden is.
4.3. Artikel 9 van de transportakte bevat een afdeling "VRUCHTGEBRUIK" en meteen aansluitend een afdeling "RECHT VAN GEBRUIK". De afspraken over de buitenbak, springtuin, rijhal, kantine en hindernissen staan niet in deze afdelingen vermeld maar staan enkele pagina's eerder, in artikel 5 opgenomen. Artikel 5 bevat de bepaling:
'b. het verkochte wordt gedeeltelijk overgedragen het beding van na te melden recht van vruchtgebruik en na te melden recht van gebruik: het verkochte wordt overigens overgedragen:
(...)
vrij van andere afspraken tot gebruik anders dan ten behoeve van verkoper. Verkoper maakt gebruik van de buitenbak, springtuin enz.
(...)"
hetgeen, gelet op het woord "overigens" gelezen in de context, een aanwijzing is dat op deze plaats in de akte de persoonlijke afspraken tussen [eiser] en [koper] worden weergegeven maar verderop in de akte de zakelijke rechten van vruchtgebruik en gebruik zullen worden vermeld. Tot slot is artikel 5 terzake het gebruik van de buitenbak, springtuin, rijhal, kantine en hindernissen in lijn met hetgeen [eiser] en [koper] hierover in de koopakte in artikel 17 met als titel "Nadere afspraken tussen verkoper en koper" (geplaatst na artikel 16 met als titel "Vruchtgebruik voor verkoper) zijn overeengekomen.
4.4. [gedaagden] wordt dan ook gevolgd in zijn stelling dat hij als opvolgend eigenaar van [koper] alleen te maken heeft met hetgeen de transportakte op pagina 7, 8 en 9 over het recht van (vrucht)gebruik van [eiser] bepaalt. Dit brengt mee dat de vorderingen onder 2, 3, 4 en 5 zullen worden afgewezen.
4.5. De vorderingen van [eiser] zullen in het hierna volgende puntsgewijs behandeld worden.
4.5.1. De vordering onder 1
[eiser] heeft gemotiveerd betwist dat hij inbreuk maakt op het recht van [eiser] om gebruik te maken van de shovel. Teneinde over dit deel van de vordering een afgewogen oordeel te kunnen geven is, gelet op deze betwisting, aanvullende bewijslevering door getuigen vereist. Nu de procedure als hier aan de orde zich hiervoor niet leent zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
4.5.2. De vordering onder 6
[gedaagden] stelt dat hij slechts éénmaal de hindernissen van [eiser] heeft verwijderd en wel naar de grond die [eiser] in gebruik heeft. Teneinde over dit deel van de vordering een afgewogen oordeel te kunnen geven is, gelet op deze betwisting, aanvullende bewijslevering door getuigen vereist. Nu de procedure als hier aan de orde zich hiervoor niet leent zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
4.5.3. De vordering onder 7.
Zoals hiervoor overwogen heeft [eiser] het recht van (vrucht)gebruik van zijn woning, het achterhuis, de oude schuur met aansluitend weiland, een perceel [kadastraal nummer], een gedeelte van het perceel [kadastraal nummer] en de schuur en paardenstallen aan de linkerkant van de rijhal. [eiser] heeft niet gesteld dat [gedaagden] zijn bezoek verhindert van deze goederen gebruik te maken. Dit deel van de vordering wordt dus afgewezen.
4.5.4. De vordering onder 8
[gedaagden] heeft gemotiveerd betwist dat hij bedreigingen heeft geuit. Teneinde over dit deel van de vordering een afgewogen oordeel te kunnen geven is, gelet op deze betwisting, aanvullende bewijslevering door getuigen vereist. Nu de procedure als hier aan de orde zich hiervoor niet leent zal dit deel van de vordering worden afgewezen.
4.5.5. De vordering onder 9
[gedaagden] heeft erkend dat hij een tijdelijke blokkade heeft opgeworpen. Dit heef hij alleen gedaan, zo licht hij toe, bij mensen die door [eiser] werden gebruikt om in strijd met zijn verplichtingen te handelen. Nu het opwerpen van blokkades niet het gepaste middel is om een discussie tussen hem en [eiser] te beslechten, zal de vordering worden toegewezen.
4.5.6. De vordering onder 10
[gedaagden] heeft ter zitting onbetwist aangegeven dat hij inmiddels stappen heeft gezet om de leveringscontracten op zijn naam gesteld te krijgen. De rekeningen die [eiser] heeft ontvangen kunnen aan hem, [gedaagden] worden gegeven. Hij zal deze rekeningen betalen. Voorzover [eiser] rekeningen heeft betaald zal [gedaagden] deze bedragen aan hem vergoeden. Dit onderdeel van de vordering zal worden afgewezen nu [eiser] bij deze vordering geen belang meer heeft.
4.5.7. De vordering onder 11
Deze vordering zal worden afgewezen. [eiser] heeft niet aannemelijk gemaakt dat [gedaagden] de camera's uitsluitend heeft opgehangen om zijn doen en laten in de gaten te houden.
4.5.8. De vordering onder 12
Ter zitting heeft [gedaagden] gesteld dat de poort niet op slot zit en dat hij [gedaagden] aan [eiser] een sleutel van de poort zal geven. Hoewel dit verweer ongerijmd is kan er in ieder geval vanuit worden gegaan dat [eiser] op dit moment nog niet over een sleutel beschikt. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
4.6. Gelet op het voorgaande luidt de beslissing als volgt. Aan de te verbeuren dwangsommen zal een maximum worden verbonden. Dit laat uiteraard onverlet, dat bij voortgaande overtreding van dit vonnis oplegging van hogere dwangsommen kan worden gevorderd dan wel hernieuwde oplegging van dezelfde dwangsommen. Het bedrag van zowel de dwangsom als het maximum staat in een redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde prikkelende werking van de dwangsomoplegging. Ter voorkoming van eventuele executiegeschillen zal worden bepaald dat [gedaagden] deze dwangsommen verbeurt indien hij na betekening van dit vonnis niet aan de veroordelingen voldoet.
4.7. Nu partijen over en weer op onderdelen in het (on)gelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt [gedaagden] om blokkades op te werpen waardoor het [eiser] en zijn bezoek onmogelijk wordt gemaakt het erf van [naam erf] te verlaten;
bepaalt dat [gedaagden] een dwangsom verbeurt van € 1.000,-- tot een maximum van € 50.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagden] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
5.2. veroordeelt [gedaagden] om aan [eiser] een sleutel te geven die past op het hek dat rondom [naam erf] staat;
bepaalt dat [gedaagden] een dwangsom verbeurt van € 1.000,-- tot een maximum van € 50.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [gedaagden] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
5.3. wijst het meer of anders gevorderde af;
5.4. compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2007