ECLI:NL:RBZUT:2007:BB0833
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing op aanvraag tot besnijdenis van een minderjarige jongen, waarbij gezinsvoogd geen toestemming verleent
In deze zaak heeft de moeder van een minderjarige jongen, geboren in 2005, verzocht om toestemming voor de besnijdenis van haar zoon. De moeder, die het ouderlijk gezag heeft, heeft de Stichting Bureaus Jeugdzorg Gelderland verzocht om medewerking aan deze ingreep. De moeder stelt dat de besnijdenis in haar familie gebruikelijk is en dat dit ook vanuit hygiënisch oogpunt wenselijk is. De gezinsvoogd heeft echter aangegeven dat de besnijdenis niet in het belang van de minderjarige is, aangezien het een onomkeerbare ingreep betreft en de minderjarige zelf moet kunnen beslissen over dergelijke zaken. De minderjarige groeit op in een pleeggezin waar besnijdenis niet gebruikelijk is en waar hij naar verwachting de komende jaren zal blijven wonen.
Tijdens de zitting heeft de moeder haar argumenten toegelicht, waarbij ze benadrukt dat de besnijdenis een culturele traditie is binnen haar familie. De gezinsvoogd en de pleegouders hebben echter aangegeven dat zij tegen de ingreep zijn, omdat zij deze niet noodzakelijk achten en vrezen voor de emotionele gevolgen voor de minderjarige. De kinderrechter heeft overwogen dat de belangen van het kind voorop moeten staan en dat de besnijdenis, gezien de omstandigheden, niet in het belang van de minderjarige is. De kinderrechter heeft de beslissing van de stichting om geen medewerking te verlenen aan de besnijdenis bevestigd en het verzoek van de moeder om de aanwijzing vervallen te verklaren afgewezen.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ingreep medisch gezien niet noodzakelijk is en dat de minderjarige op een later moment zelf kan beslissen over de besnijdenis. De beslissing is genomen op basis van de relevante wetgeving, waaronder het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de Jeugdzorg, waarbij de culturele achtergrond van de moeder is meegewogen, maar niet zwaarder heeft gewogen dan de belangen van de minderjarige.