RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460586-06
Uitspraak d.d.: 3 augustus 2007
Tegenspraak / dip, oip
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1971],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in de penitentiaire inrichting “De Ooyerhoek” te Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 7 februari 2007, 2 mei 2007 en 20 juli 2007.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 2 mei 2007 is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 oktober 2006 in de gemeente Hattem met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijfsleider Big Boss] (bedrijfsleider bij de Big Boss) heeft bewogen tot de afgifte van EURO 162,30, althans een geldbedrag in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich heeft voorgedaan als werknemer van het bedrijf ID&T, Knolletjesweg 1 te Wormerveer, te bereiken op mobiel telefoonnummer [nummer] en/of
- zich voorgedaan als koper van twee cilindersloten, welke goederen hij even tevoren (op 21 oktober 2006) bij genoemde winkel uit het schap had gehaald en/of in ieder geval nimmer had afgerekend en/of
- (vervolgens, nadat verdachte een grote bestelling bij de Big Boss had geplaatst) tegen [bedrijfsleider Big Boss] gezegd/medegedeeld dat hij die week twee cilindersloten had gekocht bij de Big Boss en/of dat deze niet goed waren, omdat de verzekering deze had afgekeurd en/of dat hij deze cilindersloten wilde retourneren en/of dat hij zijn geld terug wilde,
waardoor [bedrijfsleider Big Boss] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 27 oktober 2006 in de gemeente Elburg met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker PLUS] (medewerker bij de PLUS supermarkten) heeft bewogen tot de afgifte van EURO 100, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich uitgegeven als Van Wijk te bereiken op mobiel telefoonnummer [nummer] en/of
- zich voorgedaan als (grote) klant/afnemer en/of koper van 4 flessen Whiskey, welke goederen hij even tevoren (op 27 oktober 2006) bij genoemde winkel uit het schap had gehaald en/of in ieder geval nimmer had afgerekend en/of
- (vervolgens, nadat verdachte een grote bestelling bij de Plus supermarkt had geplaatst) tegen [medewerker PLUS] gezegd/medegedeeld dat hij bij het vorige bezoek aan de PLUS supermarkt (onder andere) vier flessen Whiskey had gekocht bij de PLUS supermarkt en/of dat hij deze flessen over had en/of dat hij deze flessen Whiskey wilde retourneren en/of dat hij zijn geld terug wilde,
waardoor [medewerker PLUS] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 30 oktober 2006 te Wezep, althans in de gemeente Oldebroek met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemenvan een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meerlistige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijfsleider Welkoop] (Bedrijfsleder bij de Welkoop) heeft bewogen tot de afgifte van EURO 72,85, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich uitgegeven als Van Wijk, te bereiken op mobiel telefoonnummer [nummer] en/of
- zich voorgedaan (grote) klant/afnemer en/of
- zich voorgedaan als koper van 3 potten verf, welke goederen hij even tevoren (op 30 oktober 2006) bij genoemde winkel uit het schap had gehaald en/of in ieder geval nimmer had afgerekend en/of
- (vervolgens, nadat verdachte een grote bestelling bij de Welkoop had geplaatst) tegen [bedrijfsleider Welkoop] gezegd/medegedeeld dat hij bij het vorige bezoek aan de Welkoop vier blikken verf had gekocht bij de Welkoop en/of dat hij thans 3 potten verf over had en/of dat hij deze potten verf wilde retourneren en/of dat hij zijn geld terug wilde,
waardoor [medewerker PLUS] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 21 oktober 2006 in de gemeente Hattem met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijfsleider Big Boss] (bedrijfsleider bij de Big Boss) heeft bewogen tot de afgifte van EURO 162,30, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als werknemer van het bedrijf ID&T, Knolletjesweg 1 te Wormerveer, te bereiken op mobiel telefoonnummer [nummer] en
- zich voorgedaan als koper van twee cilindersloten, welke goederen hij even tevoren (op 21 oktober 2006) bij genoemde winkel uit het schap had gehaald en in ieder geval nimmer had afgerekend en
- vervolgens, nadat verdachte een grote bestelling bij de Big Boss had geplaatst, tegen [bedrijfsleider Big Boss] gezegd/medegedeeld dat hij die week twee cilindersloten had gekocht bij de Big Boss en dat deze niet goed waren, omdat de verzekering deze had afgekeurd en dat hij deze cilindersloten wilde retourneren en dat hij zijn geld terug wilde,
waardoor [bedrijfsleider Big Boss] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op 27 oktober 2006 in de gemeente Elburg met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [medewerker PLUS] (medewerker bij de PLUS supermarkten) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich uitgegeven als Van Wijk te bereiken op mobiel telefoonnummer [nummer] en
- zich voorgedaan als grote klant/afnemer en
- koper van 4 flessen whisky, welke goederen hij even tevoren (op 27 oktober 2006) bij genoemde winkel uit het schap had gehaald en in ieder geval nimmer had afgerekend en
- vervolgens, nadat verdachte een grote bestelling bij de Plus supermarkt had geplaatst, tegen [medewerker PLUS] gezegd/medegedeeld dat hij bij het vorige bezoek aan de PLUS supermarkt flessen whisky had gekocht bij de PLUS supermarkt en dat hij vier flessen over had en dat hij deze flessen whisky wilde retourneren en dat hij zijn geld terug wilde,
waardoor [medewerker PLUS] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
hij op 30 oktober 2006 te Wezep met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [bedrijfsleider Welkoop] (assistent bedrijfsleder bij de Welkoop) heeft bewogen tot de afgifte van EURO 72,85, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven – valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich uitgegeven als Van Wijk, te bereiken op mobiel telefoonnummer [nummer] en
- zich voorgedaan als grote klant/afnemer en
- zich voorgedaan als koper van potten verf, welke goederen hij even tevoren (op
30 oktober 2006) bij genoemde winkel uit het schap had gehaald en in ieder geval nimmer had afgerekend en
- vervolgens, nadat verdachte een grote bestelling bij de Welkoop had geplaatst, tegen [bedrijfsleider Welkoop] gezegd/medegedeeld dat hij blikken verf had gekocht bij de Welkoop en dat hij thans potten verf over had en dat hij deze potten verf wilde retourneren en dat hij zijn geld terug wilde,
waardoor [medewerker PLUS] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Motivering bewezenverklaring
Deze bewezenverklaring is gebaseerd op:
Feit 1
- de aangifte van [bedrijfsleider Big Boss] (dossierpagina: 71-73);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 mei 2007 en zijn bij de politie afgelegde bekennende verklaring (dossierpagina: 79).
Feit 2
- de aangifte van [naam] (dossierpagina: 82-84);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 mei 2007 en zijn bij de politie afgelegde bekennende verklaring (dossierpagina: 95).
Feit 3
- de aangifte van [bedrijfsleider Welkoop] (dossierpagina: 50-53);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 2 mei 2007 en zijn bij de politie afgelegde bekennende verklaring (dossierpagina: 63-65 en 68).
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders onder 1, 2 en 3 is ten las¬te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Feit 1, 2 en 3 telkens : Oplichting.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent de persoon van verdachte is psychiatrisch en psychologisch onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport gedateerd 13 april 2007, opgemaakt door C.J.F. Kemperman (zenuwarts, neuroloog en psychiater) en een rapport gedateerd 24 april 2007, opgemaakt door prof. dr. J.J. Baneke (klinisch en forensisch psycholoog).
Laatstgenoemde concludeert dat verdachte ten tijde van de ten laste gelegde delicten verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, terwijl voornoemde Kemperman concludeert dat verdachte niet verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht.
De rechtbank kan zich verenigen met de conclusie van Baneke, voornoemd, nu zij aannemelijk acht dat de behoefte bij verdachte aan financieel gewin in de loop der jaren onlosmakelijk is verbonden met de verslaving, de psychopathisering en de persoonlijkheid van verdachte. Hij lijkt amper in staat dit patroon zelf te wijzigen.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij haar straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte reeds vele malen tot langdurige gevangenisstraffen is veroordeeld terzake soortgelijke feiten. In de onderhavige zaak heeft verdachte op doortrapte wijze misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen. Door verdachtes handelen is bij de desbetreffende aangevers niet alleen schade, maar, naar mag worden aangenomen, ook ergernis ontstaan en voorts het vertrouwen in de medemens geschaad.
Op grond van de in het dossier aanwezige rapportage en het uittreksel justitiële documentatie, heeft de rechtbank niet de overtuiging gekregen dat een werkelijke verandering in verdachtes levenswandel en – meer in het bijzonder – een beëindiging van verdachtes criminele handelen in de nabije toekomst te verwachten zijn. Dit wordt versterkt door het gegeven dat uit het strafblad van verdachte blijkt dat de oplegging van (on)voorwaardelijke gevangenisstraffen hem er niet van heeft weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan strafbare feiten. Gezien het omvangrijke strafblad en omdat de omstandigheden die blijkens het reclasseringsrapport een verklarende rol hebben gespeeld in de totstandkoming van verdachtes criminele handelen, ook nu nog aanwezig zijn, is de rechtbank van oordeel dat de kans op recidive aanwezig is. De rechtbank is echter van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders thans nog niet aan de orde is. De rechtbank overweegt daartoe dat voornoemde multidisciplinaire rapportage alsook het reclasseringsrapport d.d. 12 juli 2007 onvoldoende aanknopingspunten bieden een dergelijke maatregel op te leggen. De rechtbank slaat ten slotte acht op hetgeen verdachte ter terechtzitting van 20 juli 2007 heeft verklaard, te weten dat hij geen ISD-maatregel opgelegd wil hebben, maar dat hij wil worden afgestraft voor de door hem gepleegde feiten. De rechtbank zal verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur.
De rechtbank acht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder de parketnummers 06/460586-06 (met uitzondering van incident 5) en 06/801691-07, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd – verdachte heeft deze feiten immers ter terechtzitting van 2 mei 2007 bekend – en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [bedrijfsleider Big Boss], [adres] (gironummer: [nummer]) heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrag van € 177,30 gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffers.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36f, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders onder 1, 2 en 3 is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 4 (vier) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorge¬bracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
[bedrijfsleider Big Boss], [adres] (gironummer: [nummer]) van een bedrag van € 177,30, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [bedrijfsleider Big Boss], voornoemd, een bedrag te betalen van € 177,30, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 3 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Aldus gewezen door mrs. Krijger, voorzitter, Hödl en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 augustus 2007.