ECLI:NL:RBZUT:2007:BB0920
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C.M. Boon
- Rechtspraak.nl
Deskundigenbenoeming en hoefbevangenheid bij een paard
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen werd behandeld, ging het om een deskundigenbenoeming in verband met een geschil over hoefbevangenheid bij een paard. De eiseres, wonende te Amersfoort, had een rechtszaak aangespannen tegen de gedaagden, die ook in Putten woonden. De procedure volgde op een tussenvonnis van 1 november 2006, waarin de rechtbank had besloten een deskundigenonderzoek te laten uitvoeren. De gedaagden waren van mening dat een deskundigenonderzoek niet wenselijk was, omdat het paard inmiddels was overleden en niet meer onderzocht kon worden. Zij stelden voor om professor dr. A. Barneveld van de Universiteit Utrecht als deskundige te benoemen, wat de rechtbank uiteindelijk heeft goedgekeurd.
De rechtbank stelde een aantal vragen aan de deskundige, waaronder de vraag of de afwijkingen die door de hoefsmid en de dierenarts waren opgemerkt, kenmerkend waren voor hoefbevangenheid. Ook werd gevraagd naar de mogelijkheid dat deze afwijkingen waren veroorzaakt door de bekapping van de hoeven en of de koper, een particuliere koper, had moeten begrijpen dat de afwijkingen wezen op hoefbevangenheid. De rechtbank bepaalde dat de deskundige zijn rapport vóór 1 augustus 2007 moest indienen en dat de zaak voor conclusie na deskundigenbericht op 15 augustus 2007 zou worden uitgeroepen.
De rechtbank hield iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de uitkomst van het deskundigenonderzoek bepalend zou zijn voor de verdere procedure. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.C.M. Boon op 2 mei 2007.