ECLI:NL:RBZUT:2007:BB1138
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Brouns
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in de zaak Profit Dienstverlening v.o.f. wegens overschrijding redelijke termijn
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten die verband houden met het bedrijfsmatig aantrekken van opvorderbare gelden van het publiek. De zaak kwam voor de economische politierechter na een lange periode van meer dan 31 maanden sinds het verhoor van de verdachte op 7 december 2004. De officier van justitie had de verdachte aangeklaagd, maar de verdediging voerde aan dat de lange termijn tussen het verhoor en de terechtzitting in strijd was met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat recht geeft op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn.
De economische politierechter oordeelde dat de overschrijding van de redelijke termijn niet aan de verdachte te wijten was en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de lange duur van de procedure rechtvaardigden. De rechter benadrukte dat de officier van justitie niet had aangetoond dat er voortvarend was gehandeld in de vervolging van de verdachte. De rechter concludeerde dat de overschrijding van de termijn in deze zaak langer was dan wenselijk, maar dat dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie, aangezien de termijn niet de drie jaar overschreed.
Uiteindelijk oordeelde de rechter dat er niet wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte het tenlastegelegde had begaan. De rechter sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen, waarbij hij ook de juridische context van de feiten in overweging nam. De uitspraak werd gedaan op 6 augustus 2007, na een zorgvuldige afweging van de procesgang en de argumenten van beide partijen.